Integriteitsbeleid laat te wensen over (12/07/01)
Gisteren ondervroeg kamerlid Geert Bourgeois Minister Verwilghen over
de fraudezaak binnen het departement Justitie.
Deze blijkt grotere afmetingen aan te nemen dan aanvankelijk gedacht
werd. Op woensdag 4 juli 2001 zou de onderzoeksrechter met 30 federale
agenten opnieuw binnengevallen zijn op het ministerie. Het onderzoek
zou nu ook gaan over de aankoop van duur directiemeubilair.
Sommigen hebben het over verduisteringen ten bedrage van tientallen
miljoenen frank, anderen zeggen dat het over nog veel meer gaat.
Sinds jaren zou al op vrij grote schaal allerlei materieel ontvreemd
zijn: pcs, faxen, printers, hifi-apparatuur, fotomaterieel,
tv-toestellen.
Geert Bourgeois pleit al jaren voor een integriteitsbeleid bij de
overheid.
Hij deed dit reeds onder de vorige regering. Hij kwam daarvoor tussen
bij de bespreking van de regeerverklaring Verhofstadt en ondervroeg de
premier en de Minister van Ambtenarenzaken daarover. Deze laatste gaf
al twee keer, op schriftelijke vragen, tegemoetkomende antwoorden. De
minister was er mee bezig en zou aandacht hebben voor de suggesties
van het kamerlid, bv. het aanstellen van een vertrouwenspersoon bij
elk departement, het inrichten van een meldpunt voor verdachte
praktijken, het invoeren van een rotatiesysteem voor
aankoopambtenaren, enz. De minister van ambtenarenzaken bevestigde dat
corruptiepreventie een belangrijk aandachtspunt is.
Ondanks deze geruststellende antwoorden blijkt er in de praktijk
weinig of geen interne controle te gebeuren. Anders zou niet jarenlang
dergelijk systeem hebben kunnen bestaan.
Minister Verwilghen beperkte er zich toe te stellen dat de regels
inzake de overheidsopdrachten en de algemene comptabiliteit en de
bestaande controlemechanismen moeten nageleefd worden.
Daarenboven is er een coördinatiecel opgericht die o.a. tot opdracht
heeft de coördinatie en de controle op de aanwending van de middelen.
Kamerlid Geert Bourgeois uitte ook zijn ongenoegen over het verbod dat
de secretaris-generaal oplegde aan de personeelsleden verbonden aan
het economaat om antwoord te geven op vragen over de fraudezaak. De
minister betwistte dat er een spreekverbod werd opgelegd. Daarna
citeerde kamerlid Bourgeois uit een Bericht aan het personeel van de
secretaris-generaal dd. 02.07.2001 dat als volgt eindigt: Ik zou u dan
ook dank weten om de personeelsleden verbonden aan het Economaat geen
vragen te stellen waarop zij u toch in geen geval antwoord mogen
geven.
Het kamerlid stelde dat de tijd voorbij is dat men ambtenaren een
spreekverbod kan opleggen. Dit lijkt bovendien strijdig met de
debatcultuur van de regering Verhofstadt. Een en ander gebeurt
uitgerekend op het moment dat de Vlaamse regering
beschermingsmaatregelen wil invoeren voor "klokkenluiders. Ambtenaren
die weten dat ze gesteund worden, dat ze ingedekt zijn, zullen ertoe
bijdragen dat dergelijke onfrisse praktijken veel eerder aan het licht
komen.
De minister antwoordde tenslotte dat de Staat zich nog geen
burgerlijke partij had gesteld. Tengevolge van de vraag van Geert
Bourgeois zal de minister dit nu wel doen. Het is evident dat dit een
noodzakelijke maatregel van goed bestuur is. Op die manier heeft de
Staat inzage in het dossier en kunnen veel vlugger de noodzakelijke
maatregelen getroffen worden om de schade die de gemeenschap geleden
heeft te beperken.
Auteur:
VU-kamerfractie
Geert Bourgeois, VU-kamerlid
Meer informatie:
Contactpersoon: Ben Weyts, woordvoerder
Telefoon: 02/219.49.30
Fax: 02/217.35.10
E-post: ben.weyts@vu.be
Url: www.vu.be