De Voorzitter van de Vaste Commissie voor Landbouw, Natuurbeheer en
Visserij
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DZ. 2001/1990
datum
12-07-2001
onderwerp
Populatie korenwolven
TRC 2001/6967 doorkiesnummer
bijlagen
Geachte Voorzitter,
Naar aanleiding van uw verzoek om antwoord te geven op enkele vragen over de populatie korenwolven in Limburg, kan ik u de volgende informatie verstrekken.
up
datum
12-07-2001
kenmerk
DZ. 2001/1990
bijlage
Vraag 1. Hoeveel populaties korenwolven zijn er in Limburg nog
aanwezig?
Antwoord: In opdracht van het ministerie is in de zomer/najaar van
2000 een gebiedsdekkende inventarisatie verricht voor de
hamsterkernleefgebieden in de provincie Limburg.
Uit deze inventarisatie blijkt dat er nog een populatie korenwolven in
Heer nabij Maastricht aanwezig is. In totaal zijn hier 12 burchten
gevonden.
Tijdens de voorjaarsinventarisatie 2001 in die gebiedsdelen waar
afgelopen najaar de
12 burchten zijn aangetroffen, zijn in totaal 8 burchten in het
leefgebied Heer aangetroffen. Momenteel wordt geverifieerd of de
aangetroffen haren daadwerkelijk van hamsters zijn.
Daarnaast zijn op twee plekken (nabij de dorpjes Mesch en Jabeek) nog
drie solitaire burchten gevonden. De kans is groot dat het hier om
dieren gaat die vanuit respectievelijk België en Duitsland zijn
gemigreerd. In 2001 zijn deze burchten niet teruggevonden.
Overigens is niet uit te sluiten dat elders nog dieren aanwezig zijn.
Vraag 2. In hoeverre is het genetisch materiaal van deze populaties
nog langs natuurlijke weg uitwisselbaar?
Antwoord: Uit deze populatie zijn in 2000 enkele exemplaren gevangen
en opgenomen in het fokprogramma. Uit DNA-onderzoek blijkt dat deze
populatie nauwelijks genetische variatie meer vertoont, de dieren zijn
zeer nauw verwant.
Vraag 3. Om hoeveel dieren gaat het nu precies?
Antwoord: Op basis van de aantallen gevonden burchten kan niet direct
een aantal dieren worden afgeleid.
Dit heeft te maken met de leefwijze van hamsters. In het algemeen zijn
het solitaire dieren, en alleen tijdens de voortplantingsperiode
verdragen de dieren elkaar. Een vrouwtje werpt gewoonlijk 2 à 3 maal
per jaar een nest van tussen de 6 tot 10 jongen. Voorts is niet altijd
met zekerheid vast te stellen of de aangetroffen burchten worden
bewoond. Momenteel wordt bezien op welke wijze het
monitoringsprogramma kan worden uitgebreid.
De staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer
en Visserij,
G.H. Faber