Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Aan burgemeester en wethouders Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33
Uw brief Ons kenmerk Doorkiesnummer BZ/BU/2001/42268
Onderwerp Datum Contactpersoon Invoering Inlichtingenbureau 11 juli 2001 Servicelijn RC SZ
Vanaf komend najaar start de landelijke implementatie van het Inlichtingenbureau. In deze circulaire
wil ik u hierover informeren. Daarbij komen de volgende punten aan de orde:
1. de functie van het Inlichtingenbureau;
2. de positie van het Inlichtingenbureau ten opzichte van gemeenten;
3. de positie van het Inlichtingenbureau ten opzichte van individuele cliënten en bescherming van de
persoonsgegevens;
4. ingebruikneming Inlichtingenbureau door gemeenten, aanmelding, subsidieregeling, kosten;
5. belastingsignalen en toezicht;
6. het Inlichtingenbureau in verband met SUWI;
7. overige informatie.
1. De functie van het Inlichtingenbureau
De functie van het Inlichtingenbureau wordt in de Wet Suwi en via de Invoeringswet Suwi in
Abw, IOAW en IOAZ vastgelegd. De functie wordt uitgewerkt in het Besluit Inlichtin-genbureau
gemeenten. Naar verwachting treedt de regelgeving 1 januari 2002 in werking.
Het Inlichtingenbureau is een organisatie (de stichting Inlichtingenbureau) die zorg draagt voor
gegevensuitwisseling tussen sociale diensten en een aantal andere instanties in het kader van de
Abw, IOAW en IOAZ. Deze instanties (de zg. "bronnen") zijn vooralsnog:
- Het LISV (voor de uitvoeringsinstellingen sociale verzekeringen, vanaf 1 januari 2002 het
Uitvoeringsorgaan Werknemersverzekeringen, UWV) voor gegevens over inkomsten uit
arbeid en inkomsten uit sociale verzekeringen;
- De Belastingdienst, voor gegevens over inkomsten uit vermogen (rente) en gegevens over
bankrekeningen;
- De Informatie-beheer Groep, voor gegevens over inkomsten uit studiefinanciering en
inschrijving bij het hoger onderwijs.
1
In de toekomst zal het aantal bronnen naar verwachting worden uitgebreid. Zo vinden nu al
proeven plaats met gegevensuitwisseling met Ziekenfondsverzekeraars en zijn er gesprekken
gaande met de Belastingdienst omtrent informatie-uitwisseling over heffingskortingen.
Ook in het kader van de Wet SUWI zal het aantal instanties waarmee gemeenten gegevens
uitwisselen via het Inlichtingenbureau zich uitbreiden. Het Inlichtingenbureau gaat in de
elektronische SUWI-infrastructuur als zogenoemd "sectorloket" voor de gemeenten fungeren.
Voor de intake op de CWI betekent dit bijvoorbeeld dat een CWI informatie naar het
Inlichtingenbureau stuurt, waarna het Inlichtingenbureau ervoor zorgt dat de informatie bij de
juiste gemeente terechtkomt.
Om samenloop van inkomsten te signaleren geven gemeenten elektronisch aan het
Inlichtingenbureau door welke personen een Abw-, IOAW-, of IOAZ-uitkering ontvangen. Aan
de hand van deze opgave zet het Inlichtingenbureau een elektronische vraag uit bij
bovengenoemde instanties. Zo kan worden vastgesteld of een persoon in een bepaalde periode
naast een uitkering van de gemeente ook andere inkomsten had. Dit wordt een
"samenloopsignaal" genoemd. Het Inlichtingenbureau geeft aan de gemeente door welke
samenloopsignalen zijn vastgesteld. Het is vervolgens aan de gemeente om te onderzoeken of er
sprake is van inkomsten die niet zijn gemeld door de cliënt en in hoeverre vervolgacties
noodzakelijk zijn.
Schematisch ziet de werking van het Inlichtingenbureau er als volgt uit:
Informatie- gemeente
beheer gemeente
groep gemeente
gemeente
gemeente
Uvi's/ Inlichtingenbureau gemeente
UWV gemeente
gemeente
Belasting
dienst
De voordelen die bovenstaande werkwijze met zich meebrengt zijn:
- snelle opsporing van mogelijke fraude. Momenteel wordt gewerkt met de zogenoemde
belastingsignalen. Deze signalen worden geruime tijd ná de periode waarin uitkering werd
verstrekt verwerkt. Informatie die via het Inlichtingenbureau wordt ontvangen heeft een veel
hogere actualiteit, waardoor een snelle reactie van gemeenten mogelijk is ("lik-op-stuk");
- doordat fraude minder lang doorloopt zijn vorderingen vaak aanzienlijk lager. Dit heeft
verscheidene voordelen: cliënten zijn dikwijls nog bekend, hetgeen opleggen van de
terugvordering vergemakkelijkt. Invordering zal sneller verlopen. Daardoor wordt relatief meer
van de ten onrechte verstrekte uitkeringen teruggehaald. Tevens betekent dit efficiency-winst
voor de gemeente. Dikwijls zal verrekening met de uitkering nog mogelijk zijn. Ook zullen
fraudebedragen vaker onder de aangifte-grens bij het Openbaar Ministerie vallen;
- naar verwachting zal van het Inlichtingenbureau een preventieve werking uitgaan, als cliënten
weten welke gegevens systematisch worden gecontroleerd;
- uit proeven bij 16 gemeenten gedurende bijna 2 jaar is gebleken dat gebruik van het
Inlichtingenbureau een aanzienlijke efficiency-winst kan betekenen voor
rechtmatigheidsonderzoeken, zoals heronderzoeken en beëindigingsonderzoeken.
2
In de periode 1999 - 2000 zijn bij 16 gemeenten proeven uitgevoerd met het systeem van het
Inlichtingenbureau, niet alleen wat betreft de technische werking van het systeem, maar vooral
ook met betrekking tot de gevolgen voor bedrijfsvoering, fraudebestrijding en belastingsignalen.
Vooral vanwege deze succesvol verlopen proeven heb ik in juni 2000 besloten tot landelijke
invoering bij alle gemeenten van het Inlichtingenbureau. In de periode vanaf juni 2000 is gewerkt
aan de randvoorwaarden om de landelijke implementatie mogelijk te maken. Zo is er een nieuw
systeem gebouwd, is een beheerorganisatie ingericht die het beheer van het systeem en de
ondersteuning van gemeenten verzorgt, wordt wetgeving aangepast en zijn er met VNG afspraken
gemaakt over kosten van invoering en de gevolgen voor de belastingsignalen. Over al deze zaken
wordt u in deze circulaire geïnformeerd.
2. De positie van het Inlichtingenbureau ten opzichte van gemeenten
Het Inlichtingenbureau is ingesteld als dienstverlenend en coördinerend orgaan ten behoeve van
gemeenten op het gebied van gegevensverkeer in het kader van de sociale zekerheid. Gemeenten
blijven zelf onveranderd verantwoordelijk voor de rechtmatigheid van de uitkeringsverstrekking.
Het Inlichtingenbureau is in die zin slechts een instrument waarmee deze verantwoordelijkheid
systematisch en efficiënt kan worden waargemaakt. Om deze reden heeft het Inlichtingenbureau
geen zelfstandige bevoegdheden richting gemeenten of bronnen: alle taken en bevoegdheden van
het Inlichtingenbureau vloeien voort uit de informatie-behoefte van de primair verantwoordelijke
partij (burgemeester en wethouders van gemeenten) en worden in de Abw, IOAW en IOAZ en
de daaraan hangende lagere regelgeving vastgelegd.
In de reeds door de Tweede Kamer aanvaarde wetsvoorstellen Suwi en Invoeringswet Suwi, die naar verwachting 1 januari 2002 in werking zullen treden, wordt het gebruik van het Inlichtingenbureau verplicht gesteld. Dit geldt zowel voor in het kader van gegevensuitwisseling op grond van de Abw, IOAW en IOAZ als in het kader van SUWI.
Een zekere mate van standaardisatie is bij een dergelijke werkwijze noodzakelijk. De
"aansluitvoorwaarden" zijn dan ook voor alle gemeenten identiek. Een gemeente zal aan bepaalde
technische, juridische en organisatorische voorwaarden moeten voldoen, voordat
gegevensuitwisseling via het Inlichtingenbureau doeltreffend kan werken.
Het Inlichtingenbureau geeft hierover voorlichting aan gemeenten en kan gemeenten hierbij
ondersteunen. In de laatste paragraaf van deze circulaire leest u waar u hierover meer informatie
kunt krijgen.
3. De positie van het Inlichtingenbureau ten opzichte van individuele cliënten en bescherming van de
persoonsgegevens
Het Inlichtingenbureau registreert en bewaart een aantal gegevens van personen die een uitkering
op grond van de Abw, IOAW of IOAZ ontvangen. Het gaat om de volgende gegevens:
* sociaal-fiscaalnummer;
* naam, adres, woonplaats;
* soort uitkering;
* periode van uitkering;
* signaal van samenloop tussen periode van uitkering en andere inkomsten (brongegevens).
---
De gegevens die het Inlichtingenbureau verwerkt zijn altijd afkomstig van andere partijen: van de
gemeente of van de bronnen (LISV/UWV, Belastingdienst of Informatie Beheer-groep). Deze
instanties zijn dan ook primair verantwoordelijk voor de kwaliteit van de gegevens.
Daarnaast heeft het Inlichtingenbureau een eigen verantwoordelijkheid als het gaat om een goede
beveiliging van de gegevens en een juist gebruik van de gegevens. Hierover vindt ook overleg
plaats met de Registratiekamer, die hierop toezicht houdt.
Personen over wie gegevens worden geregistreerd en bewaard, dienen goed te worden
geïnformeerd over de werking van het Inlichtingenbureau.
Om deze reden zal het Inlichtingenbureau voorlichtingsmateriaal ontwikkelen, dat door de
gemeente aan bestaande en nieuwe cliënten kan worden uitgereikt. Hierin zal worden aangegeven
welke gegevens het Inlichtingenbureau registreert en wat ermee gebeurt. Tevens is vermeld hoe
een belanghebbende moet handelen indien hij vragen heeft of indien de gegevens naar zijn mening
niet juist zijn of onrechtmatig worden geregistreerd.
4. Ingebruikneming Inlichtingenbureau door gemeenten, aanmelding, subsidieregeling, kosten
Zoals hierboven is aangegeven, start het komend najaar de implementatie van het
Inlichtingenbureau bij gemeenten. Het is de bedoeling dat eind 2002 alle gemeenten zijn
aangesloten. Op grond van het voorgenomen Besluit Inlichtingenbureau gemeenten is daarom
voor het jaar 2002 rekening gehouden met een overgangsregime.
U kunt zich in beginsel dus aansluiten op het Inlichtingenbureau op het moment dat uw organisatie
het beste schikt, mits dat moment vóór eind 2002 ligt. Omdat het Inlichtingen-bureau uiteraard
een invoeringsplanning dient te maken met het oog op beschikbaarheid van capaciteit voor
ondersteuning, verzoek ik u in een zo vroeg mogelijk stadium contact op te nemen met het
Inlichtingenbureau.
In de laatste paragraaf van deze circulaire leest u waar u hierover meer informatie kunt krijgen.
Als tegemoetkoming in de kosten van aansluiting wordt een eenmalige subsidieregeling
gemeentelijke invoering Inlichtingenbureau opgesteld. De subsidie dient als bijdrage in de kosten
van zowel technische aanpassingen (bijvoorbeeld aansluiting Gemnet indien nog niet aanwezig) als
organisatorische aanpassingen.
Deze regeling wordt in de tweede helft van 2001 definitief vastgesteld en zal per 1 januari 2002 in
werking treden. Ik zal u de regeling, alsmede het bijbehorende aanvraagformulier en de definitieve
subsidiebedragen in het najaar toesturen. Gemeenten die al vóór 2002 op het Inlichtingenbureau
zijn aangesloten, kunnen de subsidie vanaf begin 2002 aanvragen
Bijgevoegd is een lijst met voorlopige subsidiebedragen. Deze lijst geeft dus slechts een indicatie
van de te verlenen subsidie. De definitieve bedragen worden in het najaar bekend gemaakt. De
subsidie is opgebouwd uit twee delen: een vast bedrag per gemeente (*11.000,-) en daarnaast
een variabel bedrag, gebaseerd op het aantal Abw-cliënten per 30 september 2000. Indien
gemeenten na die datum door herindeling zijn samengevoegd of gesplitst, zal hiermee bij de
vaststelling van de subsidie rekening worden gehouden; ik verzoek u in een dergelijk geval
contact op te nemen met de heer Messina van de directie Financieel-Economische Zaken van het
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, telefoon 070-3334133.
Voor het gegevensverkeer via het Inlichtingenbureau hoeven geen abonnementskosten te worden
voldaan. De eenmalige aanpassing van uw administratiesysteem (Abw-systeem) wordt centraal
door het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid betaald; hierover vindt rechtstreeks
contact plaats met de leveranciers.
---
Alle gemeenten dienen wel het periodiek onderhoud van hun eigen ICT-systemen zelf te
bekostigen.
Indien bovenop de tegemoetkoming van de subsidieregeling nog extra uitvoeringskosten aan de
invoering en het gebruik van het Inlichtingenbureau verbonden zijn betaalt u die zelf.
5. Belastingsignalen en toezicht
Uit onderzoek is gebleken dat de informatie die tot nog toe werd verkregen via de zogenoemde
belastingsignalen, nagenoeg volledig aanwezig is in de informatie die u in de toekomst via het
Inlichtingenbureau krijgt. Om die reden heb ik samen met de VNG geconstateerd dat handhaving
van de belastingsignalen naast het Inlichtingenbureau niet doelmatig zou zijn. De belastingsignalen
worden dan ook gefaseerd afgeschaft.
Uiteraard mag het niet zo zijn dat er een periode ontstaat waarover noch belastingsignalen noch
signalen van het Inlichtingenbureau zijn onderzocht. Immers de rechtmatigheid van de verstrekte
uitkeringen mag niet in het geding komen. Een voorbeeld: u start op 1 januari 2002 met het
Inlichtingenbureau. Op dat moment zijn de belastingsignalen over 2000 afgehandeld, maar over
2001 nog niet. U kunt dan op verschillende manieren te werk gaan: bijvoorbeeld starten met het
Inlichtingenbureau per 1 januari 2002 en de belastingsignalen over 2001 op de gebruikelijke wijze
afhandelen. Een andere mogelijkheid is dat u de startdatum van het Inlichtingenbureau laat
terugwerken tot 1 januari 2001, waardoor u gelijk kunt beginnen met de afhandeling van de
signalen over 2001 en niet op een later moment de belastingsignalen van 2001 alsnog dient te
verwerken.
Het Inlichtingenbureau heeft verschillende modelplannen van aanpak ontwikkeld die u hierbij
kunnen ondersteunen.
Op het gebruik van het Inlichtingenbureau zal door mij toezicht worden gehouden. Hierbij zal een
aandachtspunt zijn dat de signalen ook inderdaad worden gebruikt bij de controle op
rechtmatigheid, en dat er niet slechts sprake is van een "technische aansluiting". Voorts zal ik
bijvoorbeeld naast de Registratiekamer (zie paragraaf 3) ook toezicht houden op de zorgvuldige
verwerking van persoonsgegevens.
6. Het Inlichtingenbureau in verband met SUWI
Zoals in paragraaf 1 aangekondigd treedt naar verwachting op 1 januari 2002 de Wet SUWI in
werking, die de procesmatige samenwerking tussen gemeenten, Centra voor Werk en Inkomen
(CWI's) en het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) regelt in het kader van
reïntegratie en uitkeringsverstrekking. Vanaf die datum zullen CWI's verantwoordelijk zijn voor
onder meer de inname van aanvragen van uitkeringen Abw, IOAW en IOAZ. De informatie die
een CWI-medewerker verzamelt en de resultaten van de administratieve en kwalitatieve werk-
intake zullen zoveel mogelijk elektronisch worden verzonden naar de gemeente. Gemeenten zijn
vervolgens verantwoordelijk voor de beslissing op de aanvraag, de uitkeringsverstrekking en de
reïntegratie van de cliënt.
Elektronisch gegevensverkeer tussen de verschillende SUWI-organisaties loopt via een
infrastructuur die "Suwinet" wordt genoemd. Suwinet borduurt deels verder op de resultaten van
de proeven die in het kader van het Cliënt Volg Communicatie Stelsel (CVCS) zijn gehouden en
is daarmee de opvolger van CVCS. Een onderdeel van Suwinet zijn de zogenoemde
"sectorloketten". Schematisch ziet dit er globaal als volgt uit:
---
gemeente
gemeente
gemeente
gemeente
gemeente
CWI Inlichtingenbureau gemeente
gemeente
gemeente
IB-groep Uvi's/ Belasting UWV dienst
De inrichting, werking en het gebruik van Suwinet zullen worden verankerd in de SUWI-wet die
onlangs door de Tweede Kamer is aanvaard. Een en ander zal verder worden uitgewerkt in
lagere regelgeving, waarin ook de SUWI-gegevensuitwisselingen met gemeenten en de functie
van het Inlichtingenbureau binnen het stelsel in samenhang beschreven zullen worden. Onderdeel
van deze regelgeving zal ook een SUWI-breed gegevensregister uitmaken, waarin gegevens die
door meerdere partijen worden gebruikt en uitgewisseld worden zijn opgenomen.
Over de precieze vormgeving en werking van Suwinet, het tijdpad van implementatie en daarmee
samenhangende afspraken en regelgeving, zal ik u binnenkort uitgebreider informeren. In het
Beleidsplan ICT (een publicatie van de Veranderorganisatie SUWI als bijlage bij het
Grofontwerp SUWI) vindt u meer achtergrondinformatie. U kunt het Beleidsplan ICT integraal
vinden op www.suwi.nl.
Voor meer informatie kunt u ook telefonisch contact opnemen met de heer Van Ginkel van de
Veranderorganisatie SUWI, 070-3154666.
7. Overige informatie
Voor vragen over deze circulaire kunt u elke werkdag van 09.00 uur tot 12.00 uur telefonisch
contact opnemen met de servicelijn van het Rijksconsulentschap Sociale Zekerheid in uw regio.
Voor meer informatie over het Inlichtingenbureau, bijvoorbeeld over aanmelding en werking, kunt
u terecht op de website van het Inlichtingenbureau (www.inlichtingenbureau.nl) of kunt u zich
wenden tot de Stichting Inlichtingenbureau:
Postbus 19125
2500 CC Den Haag
Telefoon 0800 - 02 33 786
De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,
(W.A. Vermeend)
Bijl: 1
---