Actueel

Veroordelingen in Odyssee-zaak

Bron: Rechtbank Amsterdam

Datum actualiteit: 11-07-2001

Op 26 juni 2001 heeft de rechtbank uitspraak gedaan in 19 zaken die samen de megazaak 'Odyssee' vormden.

Het Odyssee-onderzoek is destijds gestart naar aanleiding van een onderzoek naar buurtoverlast door drugshandel vanuit 2 café's. Dit onderzoek heeft geleid tot een veelomvattende megazaak. De rechtbank heeft vastgesteld dat er in feite sprake is van 2 groeperingen die onderling geen verband houden. De ene criminele organisatie is geconcentreerd rond een in oktober 2000 in Italië aangehouden Turkse verdachte K. Deze is aldaar gedetineerd wegens het bezit en vervoer van ruim 22 kilo heroïne. Deze organisatie richt zich volgens de rechtbank op het in Nederland invoeren van partijen heroïne uit Turkije, waaronder eind augustus 2000 een onderschepte partij van ongeveer 125 kilo en het vervolgens doorvervoeren van die heroïne naar Engeland. Aldaar hield een aan Nederland uitgeleverde Engelsman D. zich bezig met de verdere distributie. D. is door de rechtbank veroordeeld voor onder meer deelname aan een criminele organisatie tot een gevangenisstraf van 6 jaar. Twee andere verdachten binnen deze organisatie V/d L. en Z. kregen ieder een gevangenisstraf van 4 jaar opgelegd. Ook bij hen werd de telastegelegde deelname aan een criminele organisatie bewezen geacht.
Tevens leidde deze organisatie tot de aanhouding van een aantal personen betrokken bij de georganiseerde uitvoer van XTC naar de Verenigde Staten via een stewardess als koerierster. Ook is gedurende het onderzoek een geplande uitvoer van 1 kilo cocaïne naar Italië verhinderd en is die partij onderschept.

De tweede organisatie richtte zich op de invoer van cocaïne uit Zuid-Amerika waarbij de cocaïne werd opgelost in vaten bijenwas. In Nederland werd deze cocaïne met behulp van Zuidamerikanen, bekend met die procedure, weer teruggewonnen. Tevens werd XTC uitgevoerd met behulp van een vaste koerier. Hoofdverdachte P. binnen deze organisatie is veroordeeld voor deelname en leidinggeven aan een criminele organisatie tot een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar. Ook achtte de rechtbank de aan P. telastegelegde uitvoer van 163 kilo cocaïne naar Engeland (oude Camarozaak uit januari 1999) en wederrechtelijke vrijheidsberoving bewezen. Verdachte S.K. werd veroordeeld voor artikel 140 Sr (deelname criminele organisatie) en het bezit van een zeer grote hoeveelheid XTC en wapens tot een gevangenisstraf voor de duur van 7 jaar. Verdachte De L. kreeg een gevangenisstraf van 2 jaar opgelegd voor eveneens deelname aan een criminele organisatie.

In het Odysseeproces heeft de rechtbank van een aantal personen de deelname aan een criminele organisatie niet bewezen verklaard omdat zij naar het oordeel van de rechtbank mogelijk uitvoerende handelingen hebben verricht, maar niet voldoende betrokken waren bij dan wel op de hoogte waren van de beoogde misdrijven.

Voorzover die handelingen als voorbereidingshandelingen voor die concrete misdrijven waren telastegelegd, heeft de rechtbank die telastelegging nietig verklaard omdat de feitelijke omschrijving door de vele zaken waarop zij betrekking konden hebben, te onduidelijk was.

Tevens heeft de rechtbank niet bewezen geacht dat sprake is geweest van een doorlopende criminele organisatie vanaf het Camaro-transport, maar heeft aangenomen dat de bewezenverklaarde (tweede) organisatie in het jaar 2000 heeft geopereerd

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AB2552
(Zie het originele bericht)