Persbericht
Neprom tekent Nationaal Akkoord Wonen niet
Voorburg, 11 juli 2001 - De Neprom stemt in met het uitgangspunt van het Nationaal Akkoord Wonen dat morgen zal worden ondertekend, te weten het centraal stellen van de wensen en behoeften van burgers in het woonbeleid. Hoewel de projectontwikkeling, verenigd in de Neprom, groot voorstander zijn van dit uitgangspunt zal de Neprom ondanks het uitdrukkelijk verzoek van staatssecretaris Remkes het Nationaal Akkoord niet tekenen. Neprom is van mening dat dit Akkoord voorbijgaat aan de echte vraagstukken op de woningmarkt en in de stedelijke herstructurering.
De Neprom is van mening dat het Nationaal Akkoord Wonen te eenzijdig is gericht op de sociale huurwoningenmarkt en te eenzijdig de rol van woningcorporaties en gemeenten belicht. Om de stevige ambities van de Nota Wonen te kunnen realiseren zullen gemeenten, corporaties en marktpartijen alle zeilen bij moeten zetten, zeker gezien de huidige produktiecijfers. Partijen zullen moeten samenwerken om deze ambities te bereiken. In veel gevallen werken marktpartijen al op gelijkwaardige wijze samen met gemeenten en corporaties, zowel in de uitleglocaties als in de stedelijke vernieuwing en in de herstructurering. Het Akkoord biedt hierbij geen toegevoegde waarde.
Het Nationaal Akkoord biedt geen oplossing voor de teruglopende nieuwbouwproduktie op de woningmarkt. Er zou moeten worden gezorgd voor meer doorstroming, zodat zittende bewoners uitzicht hebben op een woning die meer voldoet aan hun woonwensen en er in de bestaande voorraad meer lager geprijsde woningen beschikbaar komen. Over het algemeen zal dit betekenen dat er met name grote woningen in het duurdere prijssegment moeten worden bijgebouwd. Naar de mening van de Neprom zouden de betrokken partijen zich moeten committeren aan een dergelijke bevordering van de doorstroming op de woningmarkt.
Het Nationaal Akkoord geeft daarnaast geen antwoord op het vraagstuk van de stedelijke herstructurering. Stedelijke herstructurering is veel meer dan het opknappen van woningen en het verkopen van corporatiebezit aan zittende huurders. Stedelijke herstructurering is een ingrijpend proces dat over vele jaren loopt, waarbij rekening moet worden gehouden met de belangen van bewoners, ondernemers, culturele instellingen, scholen etc. Stedelijke herstructurering vereist managementervaring, marktkennis op het gebied van wonen, werken en winkelen, kennis van langlopende en ingewikkelde samenwerkingsverbanden met financiële overeenkomsten en risicodragende participatie. Vastgoedontwikkelaars bezitten dergelijke kennis en ervaring. Het Nationaal Akkoord heeft echter geen toegevoegde waarde voor de betrokkenheid van de ontwikkelaars.
Het Nationaal Akkoord is daarbij zorgeloos waar het gaat om de verkoop van 50.000 huurwoningen per jaar alsmede de negatieve werking op het functioneren van de woningmarkt en de belemmering van de stedelijke herstructurering die daarvan het gevolg kunnen zijn.
Bovendien geeft het Nationaal Akkoord geen aanzet tot het oplossen van het mobiliteitsvraagstuk in stedelijke gebieden, terwijl mobiliteit een onlosmakelijk onderdeel van de stedelijke (her)ontwikkeling en de woonbeleving uitmaakt.
De Neprom ziet tenslotte niet de toegevoegde waarde van het Nationaal Akkoord Wonen ten opzichte van het Kwaliteitshandvest en het nog te sluiten Convenant Duurzaam Bouwen voor de particuliere sector.