Actueel

Verdachten Content-zaak veroordeeld

Bron: Rechtbank Amsterdam

Datum actualiteit: 12-07-2001

Arrondissementsrechtbank Amsterdam
11 juli 2001

PERSBERICHT

De rechtbank is tot veroordeling gekomen van de verdachten A.M., F.O.G. van M. en R. K. in de zogeheten Content II zaak. Aan alle verdachten is een voorwaardelijke geldboete opgelegd van 20.000 gulden.

De rechtbank heeft het volgende overwogen:

Het toekennen en accepteren van personeelsopties Wanneer sprake is van een bestendige gedragslijn mag een vennootschap opties toekennen in het kader van een personeelsregeling, ook in een situatie van voorwetenschap.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat bij Content sprake was van: a. een situatie van voorwetenschap - wat niet door de verdachten is ontkend -,
b. toekenning van opties in het kader van een personeelsregeling, c. en een bestendige gedragslijn. Er waren wel enige wijzigingen ten opzichte van voorgaande jaren, maar deze wijzigingen doorkruisen in dit geval niet het door de wetgever bedoelde begrip "bestendige gedragslijn".
Optietoekenning was in dit geval derhalve toegestaan en de toegekende opties mochten worden geaccepteerd.

Inkoop van eigen aandelen
De wijze waarop een vennootschap verkiest dekking te regelen voor de toegekende personeelsopties maakt volgens de rechtbank geen deel uit van het begrip bestendige gedragslijn, zodat een vennootschap daarin in beginsel vrij is. Maar indien voor inkoop van eigen aandelen wordt gekozen als dekkingsmethode is in een voorkennissituatie slechts inkoop toegestaan voor reeds toegekende opties. De rechtbank verwijt de vennootschap dat er in dit geval te vroeg en teveel aandelen zijn ingekocht: een al bestaand depot is over het hoofd gezien en er is ingekocht ter dekking van op dat moment nog niet toegekende opties. Op het moment van de aandeleninkoop beschikten alle verdachten over voorwetenschap, zodat van hen bij die inkoop de uiterste zorgvuldigheid en behoedzaamheid mocht worden verwacht.

Verwijtbaarheid
De rechtbank acht deze fouten verwijtbaar en beschouwt alle drie verdachten als feitelijk leidinggever van de verboden gedraging van de vennootschap. Omdat het verwijt beperkt blijft tot te snel en teveel inkopen op basis van rekenfouten en omdat persoonlijk gewin geen rol heeft gespeeld, zijn aan de verdachten geheel voorwaardelijke boetes opgelegd van 20.000 gulden, met een proeftijd van twee jaar.

Zie uitspraak AB2605 en AB2606

Ga naar betreffende uitspraak met nummer: AB2604
(Zie het originele bericht)