Monitoring kalveren en schapen en geiten
10 juli 2001 - Om bij een eventuele besmetting met mond- en klauwzeer snel in te kunnen grijpen zijn regels vastgesteld voor het monitoren van deze dierziekte bij kalveren, schapen en geiten. Bij deze diersoorten is de ziekte minder goed en snel herkenbaar. De verplichtingen van de regeling gelden voor iedereen die twee of meer vleeskalveren heeft en iedereen die vijf of meer schapen of geiten heeft. De regeling houdt het volgende in:
Kalveren
* vleeskalveren worden eens in de vier weken klinisch onderzocht.
* uit het buitenland aangevoerde vleeskalveren worden op het bedrijf van aanvoer in Nederland serologisch onderzocht op mkz.
* op het bedrijf dient steeds een verklaring van een praktiserend dierenarts aanwezig te zijn dat deze onderzoeken zijn uitgevoerd.
* als zo'n verklaring niet op het bedrijf aanwezig is, is het verboden de dieren te houden en van het bedrijf af te voeren.
Schapen en geiten
* schapen en geiten worden eens in de vier weken klinisch onderzocht.
* schapen en geiten die zijn verplaatst naar een ander bedrijf worden binnen twee weken na aanvoer aldaar serologisch onderzocht op mkz.
* op het bedrijf dient steeds een verklaring van een praktiserend dierenarts aanwezig te zijn dat deze onderzoeken zijn uitgevoerd.
* als zo'n verklaring niet op het bedrijf aanwezig is, is het verboden de dieren te houden of van het bedrijf af te voeren.
* vervoer van schapen en geiten moet van te voren worden gemeld bij de Gezondheidsdienst voor dieren (in verband met het ontbreken van een volledige I&R voor schapen en geiten).
Inwerkingtreding
Deze regeling is 6 juli 2001 geplaatst in de Staatscourant en is formeel 8 juli in werking getreden.
Echter:
* Het verbod om deze dieren op een bedrijf te houden zonder in het bezit te zijn van een mkz- verklaring, geldt vanaf 5 augustus.
* Het verbod om deze dieren van een bedrijf af te voeren, geldt met ingang van 15 juli. Daarna is afvoer dus enkel toegestaan als men in het bezit is van een mkz verklaring.