Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Antwoorden op kamervragen over de politiecapaciteit in Den Haag
Een parlementair stuk bij het onderwerp Politie 10 juli 2001
Het Tweede-Kamerlid Rietkerk (CDA) heeft op 14 juni 2001 vragen gesteld aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de politiecapaciteit in Den Haag. Deze zijn op 10 juli beantwoord.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht over de sterke toename van het aantal demonstraties in Den Haag? 1)
Antwoord
Ja.
Vraag 2
Bent u het eens met de stelling van de burgemeester van Den Haag, dat uitbreiding van de politiesterkte in de regio Haaglanden noodzakelijk is als gevolg van deze toename van het aantal demonstraties? Zo ja, met hoeveel BVEs zou die naar uw mening moeten worden uitgebreid?
Vraag 3
Herinnert u zich uw mededeling, dat er met het korps Haaglanden een discussie gaande was over de vraag of de sterkte moet worden opgevoerd? 2) Heeft deze discussie inmiddels tot een uitkomst geleid?
Vraag 4
In hoeverre heeft de gesignaleerde toename van het aantal demonstraties in Den Haag op de reguliere werkzaamheden van het korps Haaglanden, zoals de politiezorg in de wijken en de recherche?
Antwoord vraag 2, 3, 4
Het bericht in Metro d.d. 11 juni j.l. heeft betrekking op een brief van de korpsbeheerder van de regiopolitie Haaglanden, de heer Deetman, aan de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, d.d. 23 april j.l., waarin de korpsbeheerder mij heeft verzocht te bevorderen dat de sterkte van het Hofstadcontingent wordt uitgebreid.
Het Hofstadcontingent is een regiospecifieke voorziening (in politie-sterkte) die aan de regiopolitie Haaglanden is toegekend met het oog op de taken die het korps heeft met betrekking tot de bewaking van regeringsgebouwen, diplomatieke instellingen en het Koninklijk Huis, en het in goede banen leiden van demonstraties die hiermee in verband staan. Het Hofstadcontingent bestaat thans uit 299 bves.
Het verzoek is gedaan door de korpsbeheerder met het oog op het toenemend aantal demonstraties, en het groeiend aantal organisatorische problemen dat daarbij ontstaat. Te denken valt aan het niet aankondigen van demonstraties, het niet kunnen komen tot goede werkafspraken met de leiding van de demonstratie en het probleem om de omvang van de demonstratie vooraf goed in te kunnen schatten. Volgens de korpsbeheerder nopen deze ontwikkelingen tot extra politie-inzet en, in relatie tot de toegenomen onduidelijkheid rond demonstraties, ook tot het achter de hand houden van mobiele eenheid voor het geval er zich (grootschalige) verstoringen van de openbare orde voordoen.
Ik ben al geruime tijd in gesprek met de regio over de eventuele noodzaak van een sterkteuitbreiding. Er is afgesproken dat het korps Haaglanden op basis van intern onderzoek in kaart zal brengen de inzet die door het korps wordt gepleegd op de terreinen die als de kerntaken van het Hofstadcontingent worden gerekend, mede om een goede vergelijking met de inzet van andere grote steden te kunnen maken. Daarbij zal worden uitgegaan van een structurele inzet van het korps, waarbij gecorrigeerd wordt voor de omvangrijke politie-inzet bij een incidentele, grootschalige gebeurtenis (zoals bij de klimaatconferentie in 2000). In het onderzoek zal worden meegenomen de invloed van deze werkzaamheden op de reguliere werkzaamheden van het korps, waaronder de politiezorg in de wijken en de recherche.
Op deze wijze zal meer duidelijkheid ontstaan omtrent de huidige belasting van het korps in relatie tot de taken die verband houden met het Hofstadcontingent en de mate dat deze gedekt worden uit de huidige toegekende sterkte. Met de regio is afgesproken dat deze analyse op een dusdanig moment zal zijn afgerond (vóór medio 2002), dat het onderdeel kan zijn van de besluitvorming over de verdeling van de sterkte van de Nederlandse politie vanaf het nieuwe regeerakkoord.
Overigens wijs ik er op dat het korps eventuele extra werkdruk kan opvangen met behulp van de sterkte-uitbreiding met ruim 8% ten opzichte van het niveau 2000 als gevolg van het nieuwe bekostigingsstelsel (STIMP). Deze verhoging biedt ruimte voor het versterken van de basispolitiezorg, die als gevolg van de demonstraties juist onder druk staat.
Voorts zijn er mogelijkheden voor capaciteitsuitbreiding door het benutten van de huidige vacature-ruimte die het korps heeft en door gebruik te maken van de verlenging van de werkweek van 36 naar 38 uur als gevolg van de nieuwe politie-CAO. Vraag 5
Hoe groot is op het ogenblik het aantal vacatures bij het politiekorps Haaglanden (agenten, resp. surveillanten)? Antwoord
Op basis van gegevens van het Project Personeelsvoorziening Politie over het 1e kwartaal 2001 over instroomeisen en vacatures/behoefte blijkt dat Haaglanden een wervingsbehoefte heeft van 40 tot 80 surveillanten en 240 agenten (stand 11 april 2001). Daarbij is overigens ook aangegeven dat Haaglanden haar instroomeisen hoger stelt dan de landelijk vastgestelde basiseisen. Ten opzichte van de in de begroting 2001 voor dat jaar opgenomen formatie van 4203 ftes omvat de wervingsbehoefte derhalve ruim 7% van de formatie.
Vraag 6
Welke maatregelen neemt u om het grote aantal vacatures terug te dringen?
Antwoord
De politieregios dienen primair zelf zorg te dragen voor voldoende instroom en vervolgens behoud van personeel, inclusief het realiseren van de sterkteuitbreiding op basis van het regeerakkoord 1998-2002. Op landelijk niveau worden de politieregios waar mogelijk hierbij ondersteund. Voor de werving kan hierbij verwezen worden naar het Project Personeelsvoorziening Politie waaronder de landelijke Banenlijn, de landelijke wervingscampagnes waar regios bij kunnen aansluiten en de internetsite over werving bij de politie. Tevens wordt jaarlijks een rapportage opgesteld met uitstroomprognoses per korps voor de komende tien jaar, op basis waarvan de vervangingsbehoefte kan worden vastgesteld. Daarnaast kan voor het behoud van het politiepersoneel worden gewezen op de resultaten van de zojuist afgesloten politie-CAO 2001-2003 en het Werkplan diversiteit politie 2001-2005, waarin aanbevelingen zijn opgenomen om tot cultuurverandering te komen en voor de werving en het behoud van vrouwen, allochtonen en homoseksuelen bij de politie.
1) Metro, 11 juni jl.

2) Handelingen TK, 3 april 2001, blz. 4349.