9 juli 2001 Nr. 01/131
Toespraak door staatssecretaris A.E. Verstand-Bogaert van Sociale Zaken en Werkgelegenheid bij de uitreiking van de eerste diploma's van de opleiding voor tussenschoolse opvang, 9 juli 2001 in Den Haag.
Het komt niet zo vaak voor dat een staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aanwezig is bij de uitreiking van diploma's van een nieuwe opleiding. Maar de uitnodiging voor deze bijeenkomst heb ik van harte aanvaard. Omdat professionalisering van de tussenschoolse opvang en emancipatie - mijn speciale taak - veel met elkaar te maken hebben.
Ik zal dat toelichten.
Steeds meer vrouwen in Nederland willen werken. Steeds meer vrouwen
willen niet alleen het huishouden doen en de zorg voor de kinderen
hebben, maar via werk hun horizon verbreden. Een begrijpelijk streven,
want werk geeft je een gevoel van eigenwaarde. Je doet contacten op, je
vermeerdert je kennis. En bovendien ben je, door je inkomen, economisch
meer onafhankelijk van je partner of van de staat.
Werkende moeders zijn, gemiddeld gesproken, gelukkiger dan
niet-werkende moeders, blijkt uit onderzoek.
Maar in de praktijk wordt het vrouwen vaak niet gemakkelijk gemaakt.
Ook als ze werk hebben, komt de verantwoordelijkheid voor de zorg voor
de kinderen en het huishouden in veel gevallen op hun schouders
terecht.
Het kabinet probeert via verschillende maatregelen om de lasten van
werkende moeders te verlichten. Ik zal ze niet allemaal behandelen,
want dan komen we voorlopig niet aan de diploma-uitreiking toe. Maar ik
zal er één maatregel uitlichten die sterk verband houdt met het werk
dat u gaat doen en dat is uiteraard de tussenschoolse opvang.
Ik heb het dan over het project 'Dagindeling' en ik wil u graag uitleggen wat we met dit project willen bereiken. In onze samenleving sluiten bijvoorbeeld openingstijden van winkels, medische voorzieningen, bibliotheken nog niet aan op de moderne arbeids- en levenspatronen van mensen. Zo zijn ook schooltijden nog steeds gebaseerd op het patroon van de kostwinnerssamenleving, waarin de vaders de kost verdienden en de moeders altijd thuis waren. Daardoor zijn ouders van tegenwoordig vaak veel tijd kwijt om hun leven en dat van hun kinderen op een ontspannen manier te organiseren.
In het project 'Dagindeling' zijn we, verspreid over het land, honderdveertig experimenten gestart met als doel een betere afstemming van onderwijs, opvang en vrijetijdsvoorzieningen. Met als uiteindelijk doel het combineren van werk en zorgtaken makkelijker te maken. We willen er naar toe dat er in elke wijk volledige dagarrangementen voor ouders en kinderen beschikbaar komen, afgestemd op hun wensen. De tussenschoolse opvang is een onmisbare schakel in dit geheel.
De tussenschoolse opvang wordt nu nog vaak verzorgd door vrijwilligers, vaak moeders. Maar dat wordt in de toekomst een probleem. Want als de trend zich doorzet, zullen deze moeders vaker kiezen voor een betaalde baan en dus niet meer beschikbaar zijn voor dit vrijwilligerswerk. Daarom staat de professionalisering van de tussenschoolse opvang op de politieke agenda en is dit opleidingstraject ontwikkeld.
En daarom, beste cursisten, hebt u een opleiding met toekomst gevolgd. Het is duidelijk dat alle betrokken partijen belang hebben bij een professionalisering van de tussenschoolse opvang. Immers:
Door de opleiding kunnen overblijfkrachten het werk beter aan en zullen
ze er dus ook meer plezier aan beleven.
De school en de leerkrachten hebben er baat bij dat het overblijven
goed geregeld is, dat het pedagogisch klimaat goed is en de kinderen 's
middags uitgerust weer de klas in gaan.
De ouders. Zij moeten ervan op aan kunnen dat hun kind aan een
deskundig persoon is toevertrouwd met wie zij kunnen overleggen bij
eventuele problemen.
Niet op de laatste plaats de kinderen. Zij verlangen naar een
overblijfplek waar de sfeer goed is, waar ze ontspannen hun boterham op
kunnen eten, kunnen spelen en hun verhalen kwijt kunnen.
Allemaal redenen om de tussenschoolse opvang te professionaliseren en
om gekwalificeerde leidsters aan te stellen. We streven ernaar over de
tussenschoolse opvang eind dit jaar voorstellen naar de Tweede Kamer te
sturen.
Zoals u weet zit de opleiding voor tussenschoolse opvang nog in het
stadium van proef, van uitproberen. Ria Meijvogel heeft daarnet uit de
doeken gedaan hoe spannend het voor u, cursisten, is geweest om dingen
uit te proberen, om de problemen en mogelijkheden van het werk van
leidster van tussenschoolse opvang te verkennen.
Hoe ga je om met moeilijk gedrag van kinderen? Hoe ga je een gesprek
aan met leerkrachten of met de directeur van de school? Wat komt er
allemaal bij kijken om een veilige en fijne plek voor kinderen te
creëren? Geen makkelijke vragen, maar wel spannend en interessant.
Hoe de opleiding voor tussenschoolse opvang in de toekomst precies
eruit zal zien staat, nog niet vast. Daarover moeten we nog overleggen
met de ministeries van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van
Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen. Dàt deze opleiding een toekomst
heeft, staat voor mij buiten kijf. Ik zal me daar ook sterk voor maken.
Waarbij mijn inzet zal zijn dat de regelingen voor de tussenschoolse
opvang zo min mogelijk bureaucratisch moeten zijn en dat de kosten voor
de ouders binnen de perken moeten blijven.
Ook zal de tussenschoolse opvang moeten uitgroeien tot volwaardige,
aantrekkelijke werkplek. Met mogelijkheden om dit werk te combineren
met voorschoolse en buitenschoolse opvang. Of in combinatie met een
kleinschalige buitenschoolse opvang thuis, zodat u als gastouder
functioneert. Deze combinaties liggen zeer voor de hand, ook
geredeneerd vanuit het belang van de kinderen. Zij stellen het immers
op prijs als de opvang in handen is van zo weinig mogelijk mensen en
als hun dag niet al te versnipperd is.
En dan is er voor u nog de mogelijkheid om door te stromen naar de
functie van klassen-assistent en van groepsleidster kinderopvang via
een opleiding van het ROC.
U heeft, om kort te gaan, een opleiding gevolgd waar muziek in zit.
Veelbetekenend is ook dat op meerdere plaatsen in het land
belangstelling is voor deze opleiding. Om aansluiting te zoeken, om te
kijken of er lesmateriaal uitgewisseld kan worden.
Het is een feestelijke dag. Op de eerste plaats natuurlijk voor u,
cursisten. Natuurlijk ook voor de docenten en Ria Meijvogel die er hard
aan getrokken hebben om dit eerste jaar in goede banen te leiden. En
als staatssecretaris van emancipatiezaken deel ik graag mee in de
feestvreugde. Vandaar dat ik het eerste diploma tussenschoolse opvang
met plezier uitreik.
(Om de vaart in deze bijeenkomst te houden, reik ik het diploma uit aan
de, alfabetisch geordend, eerste cursist: Yvette Barth. Mijn
felicitaties gelden vanzelfsprekend voor alle 28 gediplomeerden.
Proficiat!)
- LET OP EMBARGO -
Samenvatting