Actuele berichten >> Persberichten >>
2001-07-09: Gebruik genotmiddelen onder Haagse scholieren ten opzichte
van 1996 gelijk gebleven pag.nr.=7595
Het gebruik van genotmiddelen (roken, alcohol, cannabis en gokken)
onder Haagse scholieren in het voortgezet onderwijs wijkt nauwelijks
af van het landelijk gemiddelde. Dat blijkt uit het onderzoek
genotmiddelengebruik scholieren dat de GGD Den Haag in 1999 heeft
uitgevoerd. Er zijn geen opmerkelijke verschillen in het roken,
cannabisgebruik en gokken tussen Haagse- en Nederlandse scholieren.
Wel drinken minder Haagse scholieren alcohol in vergelijking met de
Nederlandse scholieren. Het gebruik van genotmiddelen onder Haagse
scholieren is ten opzichte van het vorige onderzoek uit 1996 weinig
veranderd. Dit is in overeenstemming met de landelijke bevindingen
waarbij ook nauwelijks wijzigingen ten opzichte van het vorige
landelijke onderzoek zijn gevonden. De resultaten worden aanstaande
vrijdag 13 juli in de gecombineerde commissievergadering Welzijn,
Welzijn, Volksgezondheid en Emancipatie (WVE) en Algemene
Bestuurlijke, Politie en Brandweer aangelegenheden (AB/PB) besproken.
Er wordt onder scholieren vooral gerookt en alcohol gedronken. Ondanks
het feit dat het gebruik niet is toegenomen vindt de GGD Den Haag het
niveau nog zorgwekkend hoog. Omdat scholieren al op jonge leeftijd
beginnen met roken en alcohol drinken is het een aanbeveling van de
GGD om voorlichting met name op de jongere leeftijdsgroepen te
richten.
Het onderzoek is onderdeel van het landelijk onderzoek van het
Trimbos-instituut. Het Trimbos-instituut is een landelijk,
onafhankelijk kenniscentrum op het gebied van de geestelijke
gezondheid van mensen. Ruim 1100 Haagse scholieren uit het voortgezet
onderwijs hebben in de herfst van 1999 aan het onderzoek meegewerkt.
De resultaten van het onderzoek wijken (met uitzondering van het
alcoholgebruik) slechts één tot enkele procenten af van zowel het
landelijk onderzoek als het Haags onderzoek 1996. Een samenvatting van
de bevindingen:
Rookgedrag en alcoholconsumptie
Meer dan de helft van de scholieren heeft wel eens sigaretten of shag
gerookt (53%) en één op de vier scholieren heeft recent (in de laatste
vier weken) gerookt (26%). Bijna twee op de drie scholieren (63%)
heeft wel eens alcohol gedronken en vier op de tien scholieren hebben
recent alcohol gedronken (42%). Dat is minder dan het landelijk
gemiddelde van respectievelijk 75% en 54%, maar evenveel als de
cijfers van het Haags onderzoek uit 1996 (resp. 65% en 42%). Evenveel
jongens als meisjes roken, maar meer jongens dan meisjes drinken
alcohol. Met roken en alcohol wordt op vroege leeftijd begonnen (11-13
jaar), en met de leeftijd stijgt ook het gebruik.
Cannabis en andere stimulerende middelen
Eén op de vijf scholieren heeft wel eens cannabis (hasj of marihuana)
gebruikt (19%). Eén op de tien heeft recent cannabis gebruikt (9%).
Ruim twee keer zoveel jongens als meisjes hebben cannabis gebruikt. De
jongste scholieren (11-13 jaar) gebruiken weinig, het meest wordt
gebruikt door 16-17- jarigen. Het cannabisgebruik is ten opzichte van
1996 gestabiliseerd. In het landelijk onderzoek was tussen 1992 en
1996 nog sprake van een sterke toename (van 14 naar 20%). De overige
stimulerende middelen (paddo's, XTC, amfetamine, cocaïne en heroïne)
worden door weinig scholieren gebruikt.
Gokken
Bij het gokken is in het onderzoek gevraagd naar het spelen op
gokkasten en fruitautomaten. Bijna de helft van alle scholieren heeft
ooit wel eens gegokt (44%). Eé n op de tien heeft recent gegokt (11%).
Veel meer jongens dan meisjes hebben recent gegokt (16% tegenover 6%).
Vooral scholieren van 18 jaar en ouder gokken.
Voorlichting
Het gemeentelijk beleid is erop gericht jongeren zo vroeg mogelijk
voor te lichten over het gebruik van genotmiddelen. Actuele en
effectieve voorlichtingsprogramma's zijn reeds beschikbaar voor de
groepen 7 en 8 uit het reguliere basisonderwijs, voortgezet onderwijs
en buiten de school. De gemeente heeft onlangs een speciale website
geopend (www.drugsweb.nl) waar jongeren informatie kunnen krijgen over
de effecten van het gebruik van genotmiddelen. Omdat goed
voorlichtingsmateriaal voor het Speciaal Basis Onderwijs (SBO) op dit
moment nog ontbreekt gaat de GGD hiervoor een brochure ontwikkelen.
Ook gaat de GGD meer aandacht besteden aan het in kaart brengen van de
behoeften en wensen van scholen en instellingen op het gebied van
voorlichtingsmateriaal om zo effectief mogelijke
voorlichtingsprogramma's te ontwikkelen. Verder gaat de GGD nader
onderzoek doen naar de samenhang tussen het gebruik van genotmiddelen
en verschillende achtergrondkenmerken van scholieren. Deze informatie
is van belang om passende maatregelen te kunnen nemen voor het
voorkomen of terugdringen van het gebruik van genotmiddelen. De
resultaten van dit onderzoek zullen naar verwachting tegen het einde
van 2001 beschikbaar zijn.
Het Trimbos-instituut houdt sinds 1984 elke vier jaar, in samenwerking
met de lokale GGD's, het landelijk onderzoek genotmiddelengebruik
onder scholieren. De GGD Den Haag werkt sinds het onderzoek uit 1996
met een grotere lokale steekproef om ook uitspraken over de eigen
regio te kunnen doen.
9 juli 2001
last update: 9 juli 2001 ;pag.: 7595; auteur: 77