Partij van de Arbeid

Vragen van de leden Witteveen-Hevinga en Crone (beiden PvdA) aan de ministers van Economische Zaken en Financiën

1. Bent u bekend met de berichtgeving in de media omtrent het afgenomen marktaandeel van Gasunie in het geliberaliseerde gedeelte van de gasmarkt, en de afgenomen staatsinkomsten ter waarde van f 1.5 miljard, die hiermee rechtstreeks verband zouden houden?
2. Is het juist dat het bedrag van f 1.5 miljard direct of indirect verband houdt met de liberalisering van de gasmarkt? Zo ja, kunt u dit verband nader toelichten? Zo nee, waaraan is het genoemde bedrag dan toe te rekenen?
3. Hoe is het genoemde bedrag van f 1.5 miljard opgebouwd? 4. Hoe verhoudt een dergelijk hoog bedrag van misgelopen staatsinkomsten zich tot uitspraken van de minister van Economische Zaken tijdens de parlementaire behandeling van de Gaswet, waarin de minister stelde dat de gevolgen voor de staatsinkomsten aanzienlijk geringer zouden zijn, en ook relatief gering in verhouding tot de gevolgen van bijvoorbeeld de wereldolieprijs en de dollarkoers voor deze staatsinkomsten? 5. Hoe verhoudt het bedrag van f 1.5 miljard zich tot de reactie van u op het rapport van de Algemene Rekenkamer, waarin gesteld werd dat de liberalisering van de gasmarkt gemiddeld zo'n f 300 miljoen per jaar zou kosten, met een uitloop naar 2.5 miljard? Is het juist dat de minister van Economische Zaken destijds stelde dat het verlies aan staatsinkomsten door liberalisering als zodanig relatief gering zou zijn ten opzichte van schommelingen als gevolg van de wereldolieprijs en de dollarkoers? 6. Kunt u een, met cijfers onderbouwd, beeld schetsen van de te onderscheiden effecten, zowel op de staatsinkomsten, als op de producentenprijs, en ook op de eindverbruikersprijs, die uitgaan van de wereldolieprijs enerzijds, en de liberalisering als zodanig anderzijds? 7. Waaraan is het teruggelopen marktaandeel van Gasunie in het geliberaliseerde gedeelte van de gasmarkt te wijten? Is het juist dat grote bedrijven en energiedistributiebedrijven elders betrekken? Is het juist dat buitenlandse gasleveranciers c.q. gasproducenten gas goedkoper kunnen leveren doordat zij minder afdrachten betalen in het land van produktie? Acht u een dergelijke concurrentie op mijnbouwklimaat juist? 8. Wat is de ontwikkeling van het gasproduktievolume vanaf 1997 tot en met heden geweest? Hoe zal het gerealiseerde produktievolume , naar uw verwachting , zich dit jaar en de komende jaren ontwikkelen?

Zal, naar uw oordeel , bij de liberalisering van het middensegment, dat per 1 januari 2002 geliberaliseerd zal worden, het martkaandeel van de Gasunie eveneens afnemen? Zo ja, met hoeveel zal dit marktaandeel naar uw verwachting afnemen, en met hoeveel zullen de staatsinkomsten als gevolg daarvan afnemen?