6 juli 2001

Advies Raad voor Cultuur en Amsterdamse Kunstraad
Budget Holland Festival verhogen

AMSTERDAM/DEN HAAG - Het huidige budget van het Holland Festival is niet toereikend om de formule van een internationaal georiënteerd multi- en interdisciplinair festival voldoende waar te maken. Omdat er in Nederland ruimte is voor een internationaal georiënteerd podiumkunstenfestival, moet het budget van het Holland Festival de komende jaren stapsgewijs worden verhoogd tot circa tien miljoen gulden. Dat schrijven de Raad voor Cultuur en de Amsterdamse Kunstraad in een vandaag uitgebracht advies aan wethouder Bruines van Amsterdam en staatssecretaris van der Ploeg.

Naar aanleiding van de kritische adviezen die de Raad voor Cultuur en de Amsterdamse Kunstraad afzonderlijk hebben uitgebracht in het kader van de recente Cultuurnota-procedure en de procedure ter vaststelling van het Amsterdamse Kunstenplan, hebben de Amsterdamse wethouder Bruines en staatssecretaris Van der Ploeg het Holland Festival gevraagd een nieuw beleidsplan op te stellen. Om dit nieuwe beleidsplan te beoordelen, hebben de Raad voor Cultuur en de Amsterdamse Kunstraad gezamenlijk een preadviserende commissie ingesteld. Daarnaast is het beleidsplan getoetst door drie buitenlandse experts.

Ondanks enkele kritische kanttekeningen, hebben de raden op zich vertrouwen in het artistieke beleid van het Holland Festival zoals dat is vastgelegd in het nieuwe beleidsplan. Zij onderstrepen het belang van een spraakmakend, internationaal georiënteerd podiumkunstenfestival. Binnen zo'n festival zouden niet alleen internationale ontwikkelingen getoond moeten worden, of bijzondere internationale producties gepresenteerd, maar zou ook ruimte moeten worden geboden aan vooraanstaande Nederlandse kunstinstellingen voor het in samenwerking met het Holland Festival realiseren van werkelijk bijzondere producties. Een verbreding van de culturele horizon zal voor een nieuwe impuls kunnen zorgen voor de podiumkunsten in Nederland.

De raden constateren dat de huidige artistiek leider het accent minder dan voorheen op muziek en meer op theater en muziektheater legt. Zij betreuren de beperkte aandacht in de programmering voor muziek en constateren een gebrek aan samenhang in de dansprogrammering. De raden benadrukken dat de kennis op het gebied van muziek en dans binnen het Holland Festival tekort schiet en missen een duidelijke visie van het bestuur hoe hij daar in de toekomst in organisatorisch opzicht vorm aan denkt te geven. De raden benadrukken dat het bestuur van het Holland Festival een lange termijn visie dient te ontwikkelen op de inrichting van de organisatiestructuur, waarbij nadrukkelijk aandacht wordt besteed aan het waarborgen van de deskundigheid op de verschillende terreinen van de podiumkunsten.

De raden realiseren zich dat het niet eenvoudig zal zijn voor de overheden de huidige subsidie van 3,2 miljoen gulden op korte termijn aanzienlijk te verhogen en stellen daarom voor het budget van het Holland Festival de komende periode stapsgewijs te verhogen. De verhoging van het budget komt voor rekening van het ministerie van OCenW via de Cultuurnota en de gemeente Amsterdam via het Amsterdamse Kunstenplan.

In de door de raden ingestelde preadviserende commissie hadden zitting: mevrouw H. Rudelsheim en de heren C.S. Alons en J.L. Zekveld. Het beleidsplan is getoetst door drie buitenlandse experts: te weten mevrouw M. Zimmerman en de heren G. Mortier en B. McMaster. Mevrouw W. Sorgdrager is opgetreden als voorzitter.


Noot voor de redactie (