Dit persbericht, nummer 10, is vrijdag 6 juli 2001 na afloop van de ministerraad uitgegeven door de Rijksvoorlichtingsdienst
De ministerraad heeft op voorstel van staatssecretaris Vliegenthart van
Volksgezondheid, Welzijn en Sport ingestemd met het wetsvoorstel gelijke
behandeling op grond van handicap of chronische ziekte. Gehandicapten en
chronisch zieken krijgen op grond van dit voorstel het recht op
aanpassingen die nodig zijn om volwaardig in de maatschappij te
functioneren. Het voorstel zal vooralsnog alleen van toepassing zijn op de
terreinen arbeid, beroepsopleiding en sport. In de toekomst kan dit worden
uitgebreid naar andere terreinen. Overheden, bedrijven en instellingen
zijn hiermee gehouden om doeltreffende aanpassingen te plegen als
gehandicapten en chronisch zieken daar om vragen. Tegelijkertijd mogen
deze aanpassingen geen onevenredige belasting zijn voor degene die ze moet
verrichten.
Met dit wetsvoorstel zet het kabinet een nieuwe stap om de gelijke
behandeling van gehandicapten en chronisch zieken te stimuleren en
discriminatie tegen te gaan. Met de norm 'doeltreffende aanpassing' volgt
het kabinet de invulling van het gelijkheidsbeginsel voor mensen met een
handicap op Europees niveau. Het begrip 'doeltreffende aanpassing' zal in
de rechtspraktijk nadere invulling moeten krijgen. Het wetsvoorstel
spreekt van 'geschikte' en 'noodzakelijke' aanpassingen. Gehandicapten en
chronisch zieken kunnen met klachten over het uitblijven van doeltreffende
aanpassingen terecht bij de Commissie Gelijke Behandeling. Ook is het
mogelijk de burgerlijke rechter in te schakelen.
De Tweede Kamer heeft bij de totstandkoming van de Algemene Wet Gelijke
Behandeling in 1993 om dit wetsvoorstel gevraagd. In het regeerakkoord
wordt aangegeven dat een regeling wordt getroffen om discriminatie van
gehandicapten en chronisch zieken tegen te gaan. De ministerraad heeft
ermee ingestemd dat het wetsvoorstel voor advies aan de Raad van State zal
worden gezonden. De tekst van het wetsvoorstel en van het advies van de
Raad van State worden pas openbaar bij indiening bij de Tweede Kamer.