Faillissementswet zet evenwichten in het economisch leven op de
helling (05/07/01)
Bij de hervorming van de faillissementswet en de wet op het
gerechtelijk akkoord in 1997 nam de wetgever zich voor om na enige
tijd de nieuwe wet te evalueren. Het regeringsontwerp nr. 1132 tot
wijziging van de faillissementswet van 8 augustus 1997, de wet van 17
juli 1997 betreffende het gerechtelijk akkoord en het Wetboek van
Vennootschappen past in deze doelstelling.
De bepalingen die betrekking hebben op de wet gerechtelijk akkoord
werden afgesplitst van de faillissementswet. Ze zullen pas later
besproken worden. De Commissie handelsrecht keurde het sterk
geamendeerde ontwerp goed op 5 juli 2001.
De bedoeling van de regering betond er in hoofdzaak in om een aantal
technische doelstellingen door te voeren zonder aan het huidig
voorgestelde juridische bouwwerk te raken.
Bij aandachtige lezing van het ontwerp bleek het om meer dan
technische aanpassingen te gaan.
Het wetsontwerp strekt er immers toe de verschoonbaarheid van de
gefailleerde en zelfs van de borg ernstig te vergemakkelijken.
Verschoonbaarheid betekent dat een gefailleerde niet meer kan vervolgd
worden door zijn schuldeisers. Het ontwerp stapt over naar een vrijwel
automatische verschoonbaarheid van de gefailleerde. De VU-kamerleden
Bourgeois en Van Hoorebeke hebben zich verzet tegen een (quasi)
automatische verschoonbaarheid. Zij hebben gewezen op het feit dat de
verschoonbaarheid een gunst moet zijn, die facultatief kan verleend
worden aan de gefailleerde die deze gunst vraagt en verdient. In het
economisch leven moeten de evenwichten in acht genomen worden: een
ongelukkige gefailleerde te goeder trouw verdient onmiskenbaar een
tweede kans, maar ook de belangen van de schuldeisers moeten
gevrijwaard worden. De (quasi-automatische) verschoonbaarheid van de
gefailleerde betekent bovendien het faillissement van de wet op het
gerechtelijk akkoord. Welke handelaar zal bereid zijn om de zware
procedure van het gerechtelijk akkoord te doorlopen, als hij,
verschoonbaar verklaard na faillissement, opnieuw kan starten zonder
lasten uit het verleden?
Bourgeois en Van Hoorebeke wezen erop, hierin gesteund o.m. door
Unizo, dat een automatische verschoonbaarheid van de borg ongewenste
effecten op het economisch leven zou hebben.
Een borg uit vrijgevigheid zal voortaan door de rechtbank van zijn
resterende schulden ontslagen worden, behalve wanneer hij zijn
onvermogen op bedriegeijke wijze heeft geregeld. De bezwaren van de
VU-kamerleden blijven overeind. Een dergelijke bepaling is niet
opportuun. De kredietmarkt zal lijden onder deze nieuwe bepaling. In
de praktijk zal de borgtocht bovendien gemakkelijk omzeild worden door
een overeenkomst te sluiten met twee hoofdelijke schuldenaars in
plaats van met een schuldenaar en een borg, of door een abstracte
garantie te bedingen. De regering ging in op de argumentatie van de
VU-kamerleden dat de verschoonbaarheid van de rechtspersoon een
absurditeit is, o.a. omdat de bestuurders van een verschoonbaar
verklaarde rechtspersoon van meet af aan geconfronteerd worden met een
ontoereikend maatschappelijk kapitaal.
Dit neemt niet weg dat de VU-kamerleden een aantal technische
innovaties toejuichen:
1. De onafhankelijkheid van de curator wordt versterkt..
2. Formaliteiten worden afgeschaft of vereenvoudigd. De curator legt
nog slechts één keer de eed af, m.n. bij de inschrijving op de lijst
van de curatoren, en hij moet minder frequent rapporteren, zodat zijn
administratieve taak verlicht wordt.
3. De realisatie van de activa kan vlotter gebeuren. Door een
VU-amendement werd de mogelijkheid om over te gaan tot een
onmiddellijke realisering van de activa uitgebreid. Een ander
VU-amendement ligt aan de basis van de vereenvoudiging van de
realisatie. De curator zal voortaan kunnen verkopen na de sluiting van
het proces-verbaal van verifikatie, zonder dat een machtiging van de
rechtbank vereist is.
4. Door de inbreng van regeringscommissaris Zenner zal de fraude
doeltreffender aangepakt kunnen worden.
Andere kansen tot modernisering werden echter gemist.
Een amendement van de VU-kamerleden om het monopolie van de Deposito- en Consignatiekas af te schaffen werd niet aanvaard. Het amendement stelde voor de curatoren toe te laten de gelden op een rubriekrekening bij een erkende bank te storten. Bourgeois en Van Hoorebeke stelden de onaangepaste dienstverlening van de Deposito- en Cosignatiekas aan de kaak, die absoluut niet modern functioneert en die ondoorzichtige valutadata toepast. Een hoorzitting met personeeelsleden van de Deposito-en Consignatiekas illustreerde dat ten overvloede. De pijnlijke discrepantie tussen deze oubollige instelling en de noden van de praktijk ontlokte bij een commissie-lid die tot de meerderheid behoort, de bedenking dat hij het amendement erg genegen was, maar dat hij zich moest neerleggen bij de stelling van de regering.
Geert Bourgeois en Karel Van Hoorebeke stelden voor de verplichting in
hoofde van de curator om de bijzonder omslachtige procedure bij
ontslag van beschermde werknemers af te schaffen. Het amendement
beoogde op die manier de ontolereerbare discriminatie van
niet-beschermde werknemers in geval van collectief ontslag af te
schaffen. Een dergelijke ongelijke behandeling van werknemers heeft
immers geen enkele reden van bestaan wanneer alle werknemers
tezelfdertijd ontslagen worden. Wellicht verkoos de meerderheid het
Arbitragehof te horen zeggen dat de bestaande regeling ongrondwettig
is.
Auteur:
VU-kamerfractie
Geert Bourgeois, Karel Van Hoorebeke, kamerleden
Meer informatie:
Contactpersoon: Ben Weyts, woordvoerder
Telefoon: 02/219.49.30
Fax: 02/217.35.10
E-post: ben.weyts@vu.be
Url: www.vu.be