Partij van de Arbeid

PERSBERICHT PVDA

Den Haag, 5 juli 2001

INITIATIEF PVDA: INBURGERINGSBELEID VOOR OUDKOMERS WORDT 'GROOT PROJECT' VAN DE TWEEDE KAMER

De Tweede Kamer heeft op donderdag 5 juli besloten het inburgeringsbeleid oudkomers als zogenaamd groot project aan te merken. Dat betekent dat over de voortgang van het inburgeringsbeleid oudkomers volgens een vaste procedure periodiek aan de Kamer moet worden gerapporteerd. Daarmee heeft de Kamer een krachtig instrument in handen om de bereikte resultaten en de doelmatigheid van de besteding van middelen op de voet te volgen en indien nodig bij te sturen.

De PvdA-fractie heeft in het debat over onder meer de Oudkomersnotitie en de rapportage Taskforce Inburgering op 19 juni in de Tweede Kamer, bij monde van Judith Belinfante, onder andere vraagtekens gezet bij de doelmatigheid van de besteding van de middelen, gezien het zeer hoge uitvalspercentage bij inburgeringscursussen oudkomers. Dat was voor de PvdA-fractie met steun van de VVD, naast het feit dat inburgering van groot maatschappelijk belang is, een belangrijke reden om ook als Kamer een grotere verantwoordelijkheid te nemen en een groot projectprocedure te starten. Na uitwerking van de werkwijze en de eisen die aan een dergelijk project gesteld worden kon het voorstel op brede steun rekenen.

Tijdens het algemeen overleg op 19 juni heeft de PvdA tevens gevraagd om een geïntegreerd Investeringsplan voor de aanpak van de totale wachtlijstproblematiek in de inburgering oudkomers. Uitgangspunt is daarbij om tot 2007 jaarlijks 10% van de oudkomers, alsmede alle nieuwkomers in dat jaar een inburgeringcursus aan te bieden. Om ook de rijksregie over de kwaliteit van de trajecten te verbeteren, presenteerde Belinfante een plan tot oprichting van een expertisecentrum NT2. (Nederlands als tweede taal). Om de effectiviteit van de opleidingen te vergroten, en er zo voor te zorgen dat de cursist voldoende basis heeft mee om te kunnen komen in de Nederlandse samenleving, moet de kwaliteit van de opleidingen omhoog. Het expertisecentrum, dat in samenwerking met de Nederlandse Taalunie zou kunnen worden opgezet, beoogt kennis en ervaring omtrent lesmethoden, duale trajecten (taal en werk) samen te brengen. Dit is overeenkomstig het uitgangspunt van het sociaal taalbeleid zoals dat door de Interparlementaire Commissie van de Nederlandse Taalunie is geformuleerd, taalbeleid dat gebaseerd is op taal als sociaal communicatiemiddel en niet als een vanzelfsprekendheid zoals een moedertaal.

Zowel het investeringsplan als nader onderzoek naar de oprichting van het expertisecentrum werden door respectievelijk minister Hermans (OCW) en minister Van Boxtel (GSI) toegezegd.

Voor nadere informatie: Judith Belinfante 070-318 2778 of j.belinfante@tk.parlement.nl