05 jul 2001
Nummer 99 5 juli 2001
Friese taal goed voor Friese economie
De tweetaligheid in Fryslân (Friesland) werkt in een aantal
gevallen positief voor de Friese economie, concludeert onderzoeker
Ab van Langevelde in het proefschrift waarop hij 17 mei 2001 aan de
Rijksuniversiteit Groningen promoveerde*. Bij die voordelen gaat
het om zaken als klantenbinding en saamhorigheid op de werkvloer.
Ook kunnen horecabedrijven en ondernemingen in de toeristische
sector baat hebben bij het voeren van een naam in het Fries. Van
het taalbeleid dat de Friese provincie en gemeenten voeren, hebben
ondernemers in Fryslân meestal geen nadeel, maar ook geen voordeel.
Van Langevelde onderzocht de relatie tussen tweetaligheid en economische ontwikkeling in Fryslân. Dat Fryslân voor bedrijven een factor is die meetelt, blijkt uit de inventarisatie die Van Langevelde maakte van regionale identiteit in bedrijfsnamen. In Nederland zijn verwijzingen naar de provincienaam betrekkelijk veel te vinden in Zeeland, Fryslân, Flevoland en Twente (respectievelijk 2,0, 1,8, 1,8 en 1,6 procent van alle bedrijfsnamen in die gebieden). Noord- en Zuid-Holland scoren het laagst. Ook onderzocht Van Langevelde hoe vaak een bedrijfsnaam in Fryslân en Zeeland in de streektaal is gesteld (bijvoorbeeld: Hotel It Skûtsje). Dit komt in Fryslân vaker voor dan in Zeeland; bijna negen procent van alle horecabedrijven en campings in Fryslân draagt een Friestalige naam.
Internationale context
"De context van dit onderzoek is breder dan alleen het Fries", zegt
Van Langevelde. "Het onderwerp past in een nieuwe manier van denken
over economische ontwikkelingen in verschillende regio's. Eigenlijk
gaat het over de vraag hoe bedrijven zijn ingebed in de samenleving
van een bepaald gebied. Een minderheidstaal als het Fries kan
daarbij als integrerend element een wezenlijke rol spelen,
bijvoorbeeld bij het totstandkomen van netwerken tussen
organisaties." "Discussies over meertaligheid spelen op veel
plaatsen in de wereld", zo schetst Van Langevelde het
internationaal belang van het onderzoek. "Vergeet niet, dat
meertalige situaties in landen eerder regel zijn dan uitzondering.
Québec in Canada is natuurlijk een goed voorbeeld, maar ook in
Ierland, Zwitserland en Spanje is het een item. Eigenlijk is het
verbazingwekkend dat er nog maar zo spaarzaam onderzoek naar de
relatie tussen meertaligheid en economie is verricht. Economie gaat
over ruilen en om te kunnen ruilen zul je met elkaar moeten
communiceren. Dan komt taal direct om de hoek kijken."
Goed voor de omzet
Uit het internationaal onderzoek dat al wél is gedaan, blijkt dat
aan het stimuleren van een minderheidstaal positieve effecten
kunnen zijn verbonden. "De arbeidsproductiviteit neemt in sommige
bedrijven toe vanwege het grotere respect voor de eigen
minderheidstaal. Onderzoek in Québec wijst in die richting. Er zijn
nog meer gevallen, vooral in de horeca, waarin het goed is voor de
omzet. Bij hotels in Ierland blijkt dat toeristen het leuk vinden
om opschriften in deze Keltische taal te zien."
Grotere overtuigingskracht
Op zoek naar positieve en negatieve effecten interviewde Van
Langevelde managers van 24 bedrijven in Fryslân. In die gesprekken
hoorde hij regelmatig dat de Friese taal belangrijk kan zijn in het
contact met klanten. "Een bank wilde bijvoorbeeld klanten
telefonisch benaderen met het aanbod de verzekeringsportefeuille
bij te werken. De helft ging via een call center uit de Randstad,
de andere helft werd door eigen medewerkers gebeld, die Friestalige
klanten in het Fries aanspraken. De mensen van het call center
hadden vooraf gezegd dat ze het door hun ervaring en expertise
beter zouden doen, maar het bleek net omgekeerd. Volgens de
directeur van de bank speelde het Fries hierbij een grote rol. Het
is commercieel aantrekkelijk om de mensen in hun eigen taal te
benaderen."
Officiële Friestalige plaatsnamen niet altijd positief
In de interviews kwam echter ook een schaduwzijde naar voren. Als klein minderheidstaalgebied heeft Fryslân het moeilijk omdat emigratie van Friezen en immigratie van niet-Friezen voor een aantasting van de positie van het Fries kunnen zorgen. Ook blijkt het Fries steeds verder te vernederlandsen. Het taalbeleid waarmee provincie en gemeenten deze tendensen willen stoppen, roept bij ondernemers gemengde gevoelens op. Van Langevelde: "Managers in Fryslân vinden het in het algemeen jammer als het Fries zou verdwijnen en daarom is er in het bedrijfsleven ook wel een draagvlak voor het voeren van een taalbeleid. Maar dat wil niet zeggen dat ze altijd enthousiast zijn over het beleid dat nu gevoerd wordt. Vooral de officieel Friestalige plaatsnamen van sommige gemeenten moeten het ontgelden. Managers blijken daardoor zeer geïrriteerd te kunnen raken. Niet dat de bedrijven in Fryslân hier nu direct veel last van hebben in hun bedrijfsvoering, maar het blijkt vanwege emotie en beeldvorming wel degelijk invloed te kunnen hebben op hun vestigingsplaatskeuze. Ondernemers mijden in bepaalde gevallen liever een gemeente met een expliciet Fries taalbeleid, zoals met officieel Friestalige plaatsnamen. En het is, denk ik, goed dat overheden zich dat terdege realiseren."
Curriculum vitae
Ab van Langevelde (Goes, 1954) studeerde economie aan de Vrije
Universiteit, Amsterdam. Hij werkte voor de Friese Kamer van
Koophandel, het Economisch-Technologisch Instituut voor Friesland
en voor de onderzoeksafdeling van de Provincie Fryslân. Het
promotie-onderzoek werd opgezet door het Berie foar it Frysk, de
provinciale adviescommissie voor Friese taalaangelegenheden, op
verzoek van het Provinciaal Bestuur van Fryslân. Het onderzoek werd
betaald door NWO, de Provincie Fryslân, het Berie foar it Frysk en
de Faculteit der Ruimtelijke Wetenschappen, waar Van Langevelde
vijf jaar heeft gewerkt aan zijn proefschrift. Aan laatstgenoemde
Faculteit hij is ook op dit moment werkzaam. De titel van het
proefschrift luidt: Bilingualism and Regional Economic Development,
A Dooyeweerdian Case Study of Fryslân. Promotores waren prof.dr.
P.H. Pellenbarg en prof.dr. H.G. Geertsema.
Noot voor de pers
* Meer informatie: dr. A.P. van Langevelde, tel. (050)363 82
91/3896, fax (050)363 3901,
e-mail: a.p.van.langevelde@frw.rug.nl (werk)
* Een handelseditie verschijnt in de reeks Nederlandse Geografische
Studies van het Koninklijk Nederlands Aardrijkskundig Genootschap.
Prijs: fl. 40,-. ISBN: 90-367-1114-2. Het is ook verkrijgbaar via
de Fryske Akademy in Leeuwarden.
* Van Langevelde promoveerde in mei, maar kon vanwege
privé-omstandigheden de pers toen niet te woord staan.