Pers- en Nieuwsberichten
5 juli 2001
STE waarschuwt beleggers tegen World Investment & Trading Group Inc.
De Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) waarschuwt beleggers niet
in te gaan op aanbiedingen van effecten door de firma World
Investment&Trading Group Inc.
Bij de STE is bekend geworden dat World Investment&Trading Group Inc.,
gevestigd te Nassau (Bahamas), in Nederland effecten aanbiedt in de
vorm van rechten van deelneming in beleggingsfondsen, zonder daarvoor
een prospectus beschikbaar te stellen. Op grond van de Wet toezicht
effectenverkeer 1995 is het verboden om zonder prospectus buiten
besloten kring effecten aan te bieden. World Investment&Trading Group
Inc. is niet vrijgesteld van dit verbod. De STE heeft van dit verbod
ook geen ontheffing verleend.
De firma heeft een brochure uitgegeven onder de naam "De Balans tussen
Risico en Rendement", maar deze brochure kwalificeert niet als
prospectus. Een prospectus geeft de belegger informatie over onder
meer de financiële positie en de vooruitzichten van de onderneming.
Ook beschrijft een prospectus welke rechten en verplichtingen aan
effecten zijn verbonden. Verder moet een prospectus een mededeling
bevatten van een (externe) accountant waarin staat dat het voldoet aan
de wettelijke vereisten uit de Wte 1995.
World Investment&Trading Group Inc. biedt in haar brochure
particulieren en rechtspersonen de mogelijkheid te beleggen in eigen
beleggingsfondsen: het 40 Parts Fund, het Dow Fund, het Valuta fund,
het Stock Index Funds en het Euro-American Hedge Funds. Het beleggend
publiek wordt dringend geadviseerd niet op deze aanbiedingen in te
gaan.
De STE is belast met het toezicht op het effectenverkeer in Nederland.
De STE oefent op grond van de Wet toezicht effectenverkeer 1995
toezicht uit op effecteninstellingen en aanbieders van effecten. In de
wet is vastgelegd waar effecteninstellingen en aanbieders van effecten
aan moeten voldoen. De STE heeft daarbij tot doel de belegger te
beschermen tegen kapitaalvragers, tegenintermediairs en tegen andere
beleggers. Daarnaast is het de taak van de STE om toe te zien op een
eerlijke, transparante en efficiënte marktwerking.
In de Wet toezicht effectenverkeer 1995 is onder artikel 3 lid 1 en
lid 2 de volgende bepaling opgenomen: het is verboden in of vanuit
Nederland buiten een besloten kring bij uitgifte effecten aan te
bieden dan wel zodanige aanbieding door middel van advertenties of
documenten in het vooruitzicht te stellen. Dit verbod is niet van
toepassing indien ter zake van een aanbod een prospectus algemeen
verkrijgbaar is dat voldoet aan bij of krachtens algemene maatregel
van bestuur te stellen regels.
De STE adviseert beleggers die willen ingaan op aanbiedingen van
effecten die niet aan de Nederlandse effectenbeurs Euronext Amsterdam
zijn genoteerd, vóóraf bij de STE te informeren of de desbetreffende
onderneming bekend is bij de STE. Beleggers kunnen daartoe contact
opnemen met de STE Toezichtslijn (0900-540 0540).
Voor nadere informatie kunt u bellen met
Werner van Bastelaar (020) 553 55 41
Berber
Kroon (020) 553 55 7
Afdeling
Voorlichting en Communicatie
27 juni 2001
Internationale internet surfdag effectentoezichthouders
IOSCO, de internationale organisatie van effectentoezichthouders,
heeft op 23 april jongstleden de tweede jaarlijkse internet surfdag
georganiseerd. Door medewerkers van 41 effectentoezichthouders zijn in
34 landen ongeveer 27.000 websites bekeken. Er is onder andere gekeken
naar misleidende reclame op het gebied van effectendiensten en het
aanbieden van effectendiensten zonder vergunning. De internet surfdag
is erop gericht om bescherming van beleggers en vertrouwen in de markt
te bevorderen door misbruik van het internet op effectengebied tegen
te gaan.
De Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) heeft, net als vorig jaar,
deelgenomen aan de internationale internet surfdag van IOSCO. In
totaal werden door 5 medewerkers 2016 websites bekeken, waarvan 60
websites aanleiding geven tot nader onderzoek. Het onderzoek naar het
aanbieden van effectendiensten via het internet maakt deel uit van de
reguliere toezichtstaken van de STE.
Stichting Toezicht Effectenverkeer
Persvoorlichting:
Werner van Bastelaar 020-55 35 541, Berber Kroon 020-55 35 573
Voor meer informatie over de IOSCO International Internet Surf Day
kunt u contact opnemen met Peter Clark, IOSCO Secretary General,
Madrid: 00-34 6 50 37 88 98
Hieronder volgt het originele persbericht van IOSCO.
IOSCO TECHNICAL COMMITTEE
SECOND INTERNATIONAL
INTERNET SURF DAY
The Chairman of the Technical Committee of the International
Organisation of Securities Commissions (IOSCO), David Brown, announced
today that IOSCO members conducted their second annual International
Internet Surf Day aimed at increasing investor protection and market
confidence. An expanded number of regulators from IOSCOs membership
participated in this second annual Surf Day.
The surf coordinated the efforts of 41 securities and futures
regulators from 34 countries around the world. Regulators concentrated
on fraudulent solicitation of investors, manipulation, the circulation
of false or misleading information and insider trading.
During the Surf Day, approximately 300 individuals from the 41
participating authorities visited more than 27,000 websites, totalling
approximately 1,200 hours of global participation. Of these sites,
more than 2,400 were identified for follow-up review on the basis of
possible fraud, market abuse and unauthorised financial activities,
including approximately 300 sites that involved cross-border activity.
That review is now under way and could result in further investigation
and possible enforcement action.
Commenting on the second annual International Internet Surf Day, David
Brown said: " IOSCO is continuing its co-operative enforcement efforts
to combat the use of the Internet as a means to defraud potentially
millions of people. Last year, the IOSCO International Surf Day proved
to be a creative and effective technique for jointly monitoring and
detecting illegal activity on the Internet. This year, the number of
regulators participating in the Surf Day increased significantly,
demonstrating the international regulatory communitys commitment to
work together to address the challenges posed by the Internet."
Notes for Editors
For further information about IOSCO International Internet Surf Day,
contact Peter Clark, IOSCO Secretary General, in Madrid, at +34 6 50
37 88 98
14 juni 2001
STE waarschuwt beleggers voor effectenbemiddelaars Graves, Stanley & Peabody en Liberty Capital International Limited
Effectenbemiddelaars zonder vergunning benaderen beleggers ongevraagd
en agressief met effectendiensten
De Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) waarschuwt beleggers tegen
aanbiedingen van effectendiensten van de volgende twee
effecteninstellingen:
* Graves, Stanley & Peabody Limited (GSP) gevestigd op de Bahamas
* Liberty Capital International Limited (LIBERTY) gevestigd op
Antigua.
Bij de STE is bekend geworden dat genoemde instellingen
effectendiensten aanbieden in Nederland zonder dat zij daar de
wettelijk verplichte vergunning van de STE voor hebben. Tevens
benaderen zowel GSP als LIBERTY beleggers ongevraagd en agressief per
telefoon om effectendiensten aan te bieden (zogenaamd "cold calling").
GSP en LIBERTY overtreden daarmee de Wet toezicht effectenverkeer 1995
(Wte 1995).
De STE heeft van beleggers meerdere klachten en meldingen over GSP en
LIBERTY gekregen. Beleggers zijn naar de mening van de STE meermalen
en agressief benaderd met het verzoek om via genoemde instellingen te
beleggen. Ook de Belgische effectentoezichthouder, de `Commissie voor
het Bank- en Financiewezen', heeft het publiek gewaarschuwd voor
Liberty wegens het aanbieden van financiële diensten zonder de daartoe
vereiste vergunningen.
Liberty heeft niet gereageerd hebben op schriftelijke waarschuwingen
van de STE. De reactie van GSP is voor de STE evenmin aanleiding om
van een publieke waarschuwing af te zien.
De STE ontraadt het beleggend publiek - gelet op de geconstateerde
overtredingen - met deze partijen in zee te gaan.
De STE raadt beleggers aan om, alvorens gebruik te maken van de diensten van effecteninstellingen en aanbieders van effecten, bij de STE te informeren of een instelling een vergunning heeft om effectendiensten in Nederland aan te mogen bieden, of onder een vrijstelling valt. Het telefoonnummer van de Toezichtslijn van de STE is : 0900 - 540 0540. Het register met vergunninghouders (Wte-register) is ook te raadplegen op deze website. De STE oefent op grond van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 toezicht uit op effecteninstellingen en aanbieders van effecten. In de wet is vastgelegd waar effecteninstellingen en aanbieders van effecten aan moeten voldoen. De STE heeft daarbij tot doel de belegger te beschermen tegen kapitaalvragers, tegen intermediairs en tegen andere beleggers. Daarnaast is het de taak van de STE om toe te zien op een eerlijke, transparante en efficiënte marktwerking.
Nadere informatie: Werner van Bastelaar (020) 553 5541, Berber Kroon
(020 ) 553 5573
14 mei 2001
Persbericht jaarverslag Raad van Financiële Toezichthouders
'De werkzaamheden van de Raad van Financiële Toezichthouders (RFT)
strekken zich inmiddels uit over een breed front. Naast de directe
betrokkenheid bij abstracte onderwerpen als de solvabiliteitsnormen
voor financiële conglomeraten heeft de Raad concrete consumentenzaken
ter hand genomen, zoals het realiseren van een centraal aanspreekpunt
voor consumenten, de zogeheten Toezichtslijnen. De consument kan
bovendien de invoering van financiële bijsluiters bij complexe
financiële producten tegemoet zien. Zonder naar volledigheid te
streven, noem ik nog de integriteitsbewaking. Ook op dat terrein heeft
de Raad de nodige activiteiten ontplooid.
Al met al constateer ik dat de Raad in haar nog korte bestaan tot
volle tevredenheid functioneert. Voor een groeiend aantal onderwerpen
is de Raad een vaste gesprekspartner geworden voor de belangrijkste
partijen in de financiële sector'.
Deze woorden sprak prof. dr. A. Schilder RA, voorzitter van de Raad
van Financiële Toezichthouders, naar aanleiding van het eerste
jaarverslag van de Raad dat hij samen met de andere bestuursleden,
mr.A.W.H. Docters van Leeuwen en mr. D.E. Witteveen, op dinsdag 15 mei
heeft gepresenteerd.
Het RFT-jaarverslag in het kort:
De RFT heeft in de verslagperiode (augustus 1999 - december 2000)
onder meer de volgende activiteiten ondernomen:
Consumentenzaken
· Er is een centraal aanspreekpunt voor consumenten gerealiseerd. Dit
centrale aanspreekpunt heeft onder de naam Toezichtslijnen vorm
gekregen door middel van een intensieve samenwerking van de
individuele helpdesks bij de Pensioen- & Verzekeringskamer, De
Nederlandsche Bank en de Stichting Toezicht Effectenverkeer en is in
het najaar 2000 van start gegaan.
· In de verslagperiode zijn voorbereidingen getroffen voor de
invoering van een financiële bijsluiter voor complexe financiële
producten. Deze bijsluiter die per 1 januari 2002 moet zijn ingevoerd,
beoogt de consument in staat te stellen een goede afweging te maken of
het product bij diens wensen past. Een zogenoemde risico-indicator,
een beschrijving van het te verwachten rendement en de bijkomende
kosten maakt onderdeel uit van de financiële bijsluiter.
Groepstoezicht
· De Raad heeft in januari 2000 de 'Contourennota inzake een
veranderend toezicht op financiële conglomeraten' aan het Ministerie
van Financiën toegezonden. Deze nota bevat voorstellen om het
aanvullend toezicht op financiële conglomeraten te versterken.
Vervolgens hebben consultatiegesprekken plaatsgevonden tussen de Raad
en vertegenwoordigers van het bank- en verzekeringswezen. Uitkomst van
deze gesprekken was het besluit om een extern onderzoek te laten
uitvoeren naar de op te stellen solvabiliteitsnormen voor financiële
conglomeraten. Dit onderzoek, uitgevoerd door het consultancybureau
Oliver, Wyman & Company, is vorige week voor publicatie
vrijgegeven.
· De Raad heeft in november 2000 advies aan de Minister van Financiën
uitgebracht over de wijze waarop het beleid en de uitvoering terzake
van verklaringen van geen bezwaar voor deelnemingen in en van
financiële instellingen kan worden vereenvoudigd en verduidelijkt.
Integriteitstoezicht
· De Raad heeft samen met het Ministerie van Financiën een
Beleidsregel voor de toetsing van de betrouwbaarheid van
beleidsbepalers opgesteld. De Beleidsregel, die op 21 april 2000 in
werking is getreden, geeft inzicht in de elementen (persoonlijke
eigenschappen, financiële en criminele antecedenten) die een
toezichthouder in zijn afweging betrekt bij het vaststellen van de
betrouwbaarheid van een kandidaat-beleidsbepaler.
· Voorts heeft de Raad advies aan de Minister van Financiën
uitgebracht over het concept-wetsvoorstel Actualisering en
Harmonisatie van Financiële Toezichtswetten. Deze wet moet het
integriteitstoezicht een bredere wettelijke basis geven.
Effectentypisch toezicht
· De Raad heeft de Minister van Financiën geadviseerd over de
reikwijdte van het begrip 'effectentypisch toezicht' en de raakvlakken
met het sectorale toezicht.
Bemiddeling bij financiële diensten
· De Raad heeft een eerste inventarisatie gemaakt van het veld waarop
personen en instellingen actief zijn die bemiddelen bij financiële
diensten. Inmiddels loopt een aanvullend extern onderzoek. Het
onderzoek dient als basis voor het advies dat de Minister van
Financiën aan de Raad heeft gevraagd over mogelijke verbeteringen van
het regelgevend kader inzake financiële bemiddeling.
De RFT, bestaande uit de Pensioen- & Verzekeringskamer, De
Nederlandsche Bank en de Stichting Toezicht Effectenverkeer, is met
ingang van 1 augustus 1999 operationeel. De Raad beoogt het beleid en
de regelgeving op niet-sectorspecifieke terreinen van het financiële
toezicht intensiever te coördineren. Het voorzitterschap rouleert
jaarlijks in de volgorde PVK, DNB, STE. Dientengevolge neemt op 1
augustus mr. A.W.H. Docters van Leeuwen het voorzitterschap van prof.
dr. A. Schilder RA over.
Voor vragen en nader informatie kunt u zich wenden tot Benno van der
Zaag, woordvoerder namens de RFT. Telefoon: 020 - 524 2900. Ook kunt u
dit nummer bellen indien u een exemplaar van het jaarverslag wilt
bestellen.
Het jaarverslag is te raadplegen op de volgende websites: www.pvk.nl,
www.dnb.nl, www.ste.nl en op onze downloadpagina.
Onderzoeksrapport over financiële conglomeraten gepubliceerd
Vandaag is een onderzoeksrapport over het risicoprofiel en de
kapitaaltoereikendheid van financiële conglomeraten door de vijf
opdrachtgevers, de Pensioen- & Verzekeringskamer, De Nederlandsche
Bank, de Stichting Toezicht Effectenverkeer, de Nederlandse Vereniging
van Banken en het Verbond van Verzekeraars, voor publicatie
vrijgegeven.
Het rapport `Study on the risk profile and capital adequacy of
financial conglomerats' is uitgevoerd door het consultancybureau
Oliver, Wyman & Company (OWC). Op de websites van de vijf
opdrachtgevers valt het rapport te raadplegen.
De resultaten van het onderzoeksrapport zullen een rol spelen bij de
verdere discussie over het toezicht op financiële conglomeraten.
De opdracht tot het onderzoek is een vervolg op het overleg tussen de
vijf opdrachtgevers over de `Contourennota inzake een veranderend
toezicht op Financiële Conglomeraten' van de Raad van Financiële
Toezichthouders (januari 2000) en een nota van het Ministerie van
Financiën aan de Tweede Kamer `Toezicht op Financiële Conglomeraten'
(juli 2000). De Raad van Financiële Toezichthouders (RFT) is het
overlegorgaan van de Pensioen- & Verzekeringskamer, De Nederlandsche
Bank en de Stichting Toezicht Effectenverkeer.
De belangrijkste conclusies naar aanleiding van het rapport
:
* De uitkomsten van het onderzoek bevestigen dat de huidige
behandeling van kapitaaltoereikendheid van financiële
conglomeraten in het Nederlandse toezicht voorshands adequaat is.
Deze behandeling heeft gestalte gekregen in het Protocol van De
Nederlandsche Bank en de Pensioen- & Verzekeringskamer. Het
OWC-rapport biedt daarnaast nuttige aanknopingspunten voor
onderzoek naar de verdere ontwikkeling van het groepsbrede
toezicht. Daarbij zullen verdere internationale ontwikkelingen
worden bezien, zoals de totstandkoming van een EU-richtlijn inzake
financiële conglomeraten, de herziening van het Bazelse Kapitaal
Akkoord en een mogelijke herziening van kapitaalseisen in de
verzekeringssector in EU-verband.
* Nader onderzoek is gewenst naar het gebruik van
kapitaalallocatiemodellen bij financiële conglomeraten, zowel in
technische als in beleidsmatige zin, en de mogelijke functie
daarvan in het toezicht. Dit onderzoek dat een lange termijn
karakter heeft, zal door de toezichthouders en de representatieve
organisaties gezamenlijk ter hand worden genomen.
* Nader onderzoek is gewenst naar de impact van niet onder toezicht
staande werkmaatschappijen op het risicoprofiel van de holding van
het financiële conglomeraat. De opdrachtgevers zijn voornemens
hiervoor externe expertise in te schakelen. Dit onderzoek zou over
circa één jaar moeten zijn afgerond.
* De uitkomsten van het onderhavige OWC-onderzoek zullen verder
worden besproken in een dit najaar te organiseren seminar.
Het rapport is opgenomen op de websites van de vijf opdrachtgevers:
www.pvk.nl, www.dnb.nl, www.ste.nl, www.nvb.nl, www.verzekeraars.nl
Voor vragen kunt u zich wenden tot:
Hein Blocks, namens de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) 020 -
550 2888
Hennie Zoontjes, namens het Verbond van Verzekeraars 070 - 333 8698
Benno van der Zaag, namens de Raad van Financiële Toezichthouders
(RFT) 020 - 524 2900
STE PAKT MISLEIDENDE RECLAME-UITINGEN BIJ AANDELENLEASEPRODUCTEN AAN
De Stichting Toezicht Effectenverkeer(STE)gaat hard optreden tegen
misleidende reclame-uitingen door aanbieders van
aandelenleaseproducten. De STE heeft bij de presentatie van haar
jaarverslag reeds laten weten hoge prioriteit te geven aan het
toezicht op reclame-uitingen(1). De toezichthouder laat nu weten dat
reclame-uitingen over aandelenleaseproducten het komende half jaar
intensief onder de loep genomen worden.
De STE constateert dat aanbieders van aandelenleaseproducten door de
aard van deze producten soms onvoldoende invulling geven aan de
zorgplicht die zij als financiële instelling dienen te vervullen(2).
Aandelenleaseproducten zijn samengestelde producten waarbij aandelen
gefinancierd worden door middel van een geldlening. Deze constructie
brengt met zich mee dat de doorzichtigheid van het resultaat op de
belegging voor de belegger aanzienlijk beperkt wordt. De aankoop van
aandelenleaseproducten kan - afhankelijk van het startmoment van de
lease en de daarop volgende ontwikkelingen van de beurskoersen - een
aanzienlijk negatief resultaat opleveren.
Het beleggen via aandelenleaseproducten heeft de laatste jaren een
enorme vlucht genomen. Deze vorm van beleggen geldt op dit moment als
een van de meeste populaire vormen van beleggen met een omvang van
minstens f 10 miljard gulden.
Aan de aanpak van misleidende reclame-uitingen wordt internationaal
gezien hoge prioriteit gegeven. De STE vindt dat Nederland daarbij
gelijke tred dient te houden.
Nadere informatie
Werner van Bastelaar (020) 553 5541 / Berber Kroon (020) 553 5573
(1)De Nadere regeling toezicht effectenverkeer 1999 stelt ten aanzien
van reclame-uitingen onder meer het volgende: Een effecteninstelling
verstrekt haar cliënten op passende wijze de gegevens en bescheiden
die nodig zijn voor de adequate beoordeling van de door de
effecteninstelling aangeboden diensten en de financiële instrumenten
waarop die diensten betrekking hebben. De informatieverstrekking is
inhoudelijk juist en niet misleidend.
(2)De Nadere regeling toezicht effectenverkeer 1999 stelt ten aanzien
van de zorgplicht onder meer het volgende: Een effecteninstelling
handelt in het belang van haar cliënten, geeft bij de uitvoering van
de opdrachten van haar cliënten voorrang boven haar eigen belang en
onthoudt zich van handelingen die de adequate functionering van de
effectenmarkten of het vertrouwen van beleggers daarin kunnen schaden.
16 maart 2001
Publieke waarschuwing STE tegen J.P. Turner & Company
De Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) waarschuwt beleggers niet
in te gaan op aanbiedingen van effectendiensten door de firma J.P.
Turner & Company L.L.C. (JP Turner).
Bij de STE is bekend geworden dat JP Turner, gevestigd te New York
(USA), effectendiensten aanbiedt in Nederland zonder daar de wettelijk
verplichte vergunning voor te hebben van de STE, of onder een
vrijstelling daarvan te vallen. Tevens benadert JP Turner klanten
ongevraagd per telefoon om effectendiensten aan te bieden (zogenaamd
"cold calling"). Hiermee handelt JP Turner in strijd met de Wet
toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995).
Bij de STE zijn meerdere klachten en meldingen over JP Turner
binnengekomen. JP Turner heeft naar de mening van de STE personen
veelvuldig en agressief telefonisch benaderd. Verder blijkt dat JP
Turner effecten heeft aangekocht zonder dat daar een overeenkomst voor
was gesloten.
Gezien het feit dat JP Turner niet gereageerd heeft op schriftelijke
waarschuwingen van de STE, vaardigt de STE hierbij een publieke
waarschuwing uit.
Het beleggend publiek wordt dringend geadviseerd om niet met deze
partij in zee te gaan.
De STE raadt beleggers aan om, alvorens gebruik te maken van de
diensten van effecteninstellingen en aanbieders van effecten, bij de
STE te informeren of een instelling een vergunning heeft om
effectendiensten in Nederland aan te mogen bieden, of onder een
vrijstelling valt. Het telefoonnummer van de Toezichtslijn van de STE
is : 0900 - 540 0540. Het register met vergunninghouders
(Wte-register) is ook te raadplegen op deze website.
De STE oefent op grond van de Wet toezicht effectenverkeer 1995
toezicht uit op effecteninstellingen en aanbieders van effecten. In de
wet is vastgelegd waar effecteninstellingen en aanbieders van effecten
aan moeten voldoen. De STE heeft daarbij tot doel de belegger te
beschermen tegen kapitaalvragers, tegen intermediairs en tegen andere
beleggers. Daarnaast is het de taak van de STE om toe te zien op een
eerlijke, transparante en efficiënte marktwerking.
Voor nadere informatie kunt u bellen met Werner van Bastelaar (020) 553 55 41 Afdeling Voorlichting en Communicatie
7 februari 2001
Europese gedragsregels voor bescherming beleggers
Het forum van Europese toezichthouders op effectenverkeer (Forum of
European Securities Commissions, FESCO) heeft met de publicatie van
het document Harmonisatie van de gedragsregels voor bescherming van de
belegger een belangrijke stap voorwaarts gezet naar de harmonisatie
van Europese toezichtregimes. Het document is tot stand gekomen onder
voorzitterschap van STE-bestuurslid Jacob Kaptein en wordt vandaag
middels onderstaand persbericht door FESCO openbaar gemaakt.
Het harmoniseren van gedragsregels die een effecteninstelling in acht
neemt in relatie met klanten heeft hoge prioriteit voor de Europese
Commissie. Het wordt beschouwd als een voorwaarde om te komen tot
verdere ontwikkeling van een Europese markt. Het doel van de
harmonisatie van gedragregels is een goede bescherming aan de Europese
belegger te bieden en tegelijkertijd te komen tot meer concurrentie,
efficiëntie en transparantie. In het document zijn de regels die
binnen de verschillende lidstaten gehanteerd worden, geharmoniseerd.
Voor Nederland betekent dit met name dat de gedragsregels die de
Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) hanteert (beschreven in de
Nadere Regeling toezicht effectenverkeer 1999) meer gedetailleerd zijn
uitgewerkt.
Voor effecteninstellingen heeft de harmonisatie als voordeel dat de
instellingen in alle FESCO-lidstaten met dezelfde regelgeving aan de
slag kunnen.
In alle FESCO-lidstaten worden marktpartijen gevraagd te reageren op
het document. Daar is een periode van drie maanden voor uitgetrokken.
In Nederland zorgt de STE voor deze consultatie. FESCO zal alle
reacties uit de consultatieronde bezien en verwerken om vervolgens met
een definitief document te komen. Lidstaten hebben vervolgens een
inspanningsverplichting om de geharmoniseerde gedragsregels te
implementeren.
Bijgaand treft u het originele FESCO-persbericht.
FESCO Consultative Paper on "the Harmonisation of Core Conduct of Business Rules for Investor Protection" (ref. FESCO/00-124b)
During its last meeting in Vienna, FESCO members decided to start a
consultation process on their proposal for the harmonisation of
conduct business rules for investor protection (ref. FESCO/00-124b)
(see www.europefesco.org, section "Consultative Papers").
The area of investor protection and particularly the harmonisation of
article 11 of the Investment Services Directive (ISD) are considered
by FESCO members one of the major obstacles to the effective
cross-border provision of investment services. Conduct of business
regimes adopted at domestic level are still different throughout the
European Economic Area (EEA). The harmonisation of conduct of business
rules has been considered by the Financial Services Action Plan and by
a recent Communication from the European Commission on upgrading the
ISD, as a priority for the achievement of an integrated securities
market and an effective passport for investment firms.
A FESCO expert group, chaired by Jacob Kaptein, Commissioner of the
Dutch STE, has worked intensively in this area and, after a comparison
of different regimes throughout FESCO members, FESCO has:
- adopted in March 2000 a paper on the "Implementation of article 11
of the ISD: Categorisation of investors for the purpose of conduct of
business rules" (00-FESCO-A) following an intense period of
consultation. It provides criteria and procedures to implement an
appropriate differentiation between categories of investors; among
others, these criteria were endorsed by the European Commission in its
recent Communication on the interpretation of article 11 of the ISD,
which was widely welcomed by FESCO members;
- and agreed to start a consultation on an new paper on "The
harmonisation of core conduct of business rules for investor
protection" (ref. FESCO/00-124b).
These two documents are intended to be complementary and part of the
same exercise, aimed at providing a harmonised framework for the
provision of investment services throughout EEA. First, intermediaries
have to categorise their clients on the basis of the criteria laid
down in the FESCO document; then, depending on the outcome, either the
retail or the professional regime will apply.
The elaboration of these documents is a significant contribution to
the EU Action Plan for Financial Services developed by the European
Commission. In line with the conclusions of the Lisbon European
Council, this will contribute to enhancing investor confidence and,
therefore, to the implementation of efficient and transparent
financial markets in Europe.
The today's consultative paper is intended to be exhaustive: it covers
the provision of services to non-professional clients, as well as the
services rendered to professional investors. Furthermore, it provides
principles and rules on all aspects of the provision of the investment
services, as defined in Section A of the Annex to the ISD, but, where
appropriate, it covers non-core services.
The document is open to public consultation for a period of 3 months.
Toezichthouders Euronext sluiten overeenkomst
2 februari 2001
Stichting Toezicht Effectenverkeer / De Nederlandsche Bank
MEMORANDUM OF UNDERSTANDING ON REGULATION, SUPERVISION AND OVERSIGHT
OF THE EURONEXT GROUP
The Belgian, Dutch and French authorities involved in the regulation,
supervision and oversight of Euronext, the merger of the exchanges of
Amsterdam, Brussels and Paris, have agreed on a Memorandum of
Understanding that will ensure a co-ordinated approach of their
respective powers and responsibilities. This approach provides a
common and efficient regulatory framework for the progressive
integration of Euronext.
It is the first multilateral Memorandum of Understanding designed to
regulate a multi-jurisdictional cash and derivatives exchange. The
memorandum is open to additional national authorities, should Euronext
be enlarged to other exchanges.
The Memorandum of Understanding echoes a common letter of the
Ministers of Finance of Belgium, France and the Netherlands of 19
January 2001 on the regulation of Euronext and establishing a dialogue
between the Ministries.
The memorandum comprises two parts. The first part deals with the
regulation and supervision of the regulated markets operated by
Euronext. The main objective of this part is that the signatory
authorities agreed to co-operate in order to set up a coherent
regulatory framework that will foster the efficiency of the regulatory
system on the securities markets involved. Such is of importance to
maintain the integrity of Euronext's regulated markets and thereby
ensure the confidence of investors.
The second part deals with the clearing activities of Euronext,
handled by Clearnet. The basic objective of this part of the
memorandum is to ensure that the competent authorities involved in the
clearing will closely work together in the supervision and oversight
of the clearing house and its systems, based upon a common adequate
and effective supervisory and oversight framework as well as
co-ordinated action-plans.
For co-ordinating the activities coming from both parts of the
memorandum, two Committees will be set up.
The memorandum will take effect in February 2001.
Dit is een gezamenlijk persbericht van de verantwoordelijke Belgische,
Franse en Nederlandse financiele toezichthouders betrokken bij
Euronext.
Voor meer informatie:
Stichting Toezicht Effectenverkeer
Persvoorlichting drs. Berber Kroon / Werner van Bastelaar
Telefoon 020 - 55 35 200
03 januari 2001
De STE benoemt de heer Henk Bruggeman als projectleider risicomanagement en
de heer Ed Broekhuizen als controller
De heer mr. drs. H. (Henk) F.W. Bruggeman (1956) is per 1 januari in dienst getreden bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) als projectleider risicomanagement. Bruggeman komt van KPMG Financial Services in Amsterdam waar hij adviseur was op het gebied van financieel risicomanagement. Hij begon zijn loopbaan in 1980 bij Bank Mees & Hope (later MeesPierson) en stapte in 1995 over naar KPMG. Bruggeman werkte ook twee jaar als risicomanager voor ABP/Treasury.
De heer T.E. (Ed) Broekhuizen (1960) is per 1 januari bij de STE in dienst getreden als controller. Broekhuizen komt van F. van Lanschot Bankiers NV. waar hij werkzaam was als controleleider Interne Accountantsdienst. Broekhuizen werkte van 1986 tot 2000 bij F. van Lanschot Bankiers NV. Voor die periode werkte hij van 1978 tot 1986 als assistent accountant bij Dijker & Doornbos Accountants.
Nadere informatie:
Werner van Bastelaar - tel. (020) 55 35 541
Communicatie & Voorlichting
20 december 2000
Waarschuwing tegen het aanbieden van effecten zonder prospectus door FinResult BV
De Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) waarschuwt beleggers niet in te gaan op aanbiedingen van effecten door FinResult BV (FinResult) uit Middelburg. De STE constateert dat FinResult schuldbrieven in Nederland aanbiedt zonder dat er een prospectus is. Op grond van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) is FinResult daartoe wel verplicht.
Een prospectus geeft de belegger informatie over onder meer de financiële positie en de vooruitzichten van de onderneming. Ook beschrijft een prospectus welke rechten en verplichtingen aan effecten zijn verbonden. Verder moet een prospectus een mededeling bevatten van een (externe) accountant waarin staat dat het voldoet aan de wettelijke vereisten uit de Wte 1995.
De STE is belast met het toezicht op het effectenverkeer in Nederland. Dat is vastgelegd in de Wte 1995. Deze wet stelt als doel het goed functioneren van de effectenmarkten alsmede het beschermen van beleggers op deze markten.
In het kader van die bescherming geeft de STE informatie aan beleggers over instellingen die in of vanuit Nederland effecten aanbieden. Op grond van de Wte 1995 heeft de STE de bevoegdheid beleggers te waarschuwen tegen instellingen die handelen in strijd met deze wet. De STE adviseert beleggers die willen ingaan op aanbiedingen van effecten die niet aan de Nederlandse effectenbeurs Euronext Amsterdam (voorheen AEX) zijn genoteerd, vóóraf bij de STE te informeren of de desbetreffende onderneming bekend is bij de STE. Beleggers kunnen daartoe contact opnemen met de Toezichtslijn STE (0900-54000540).
Nadere inlichtingen:
Werner van Bastelaar (020) 553 55 41
Communicatie & Voorlichting
12 december 2000
Waarschuwing tegen het aanbieden van effecten zonder prospectus door Stichting World United
De Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) heeft geconstateerd dat de Stichting World United, gevestigd in Den Haag, in Nederland schuldbrieven aanbiedt zonder dat zij een prospectus algemeen verkrijgbaar heeft gesteld. Evenmin heeft zij een prospectus gedeponeerd bij de STE. Een prospectus dient te voldoen aan de eisen van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) en voorziet de belegger van informatie over onder meer de solvabiliteit van de onderneming, de vooruitzichten en over de rechten en verplichtingen die aan de effecten zijn verbonden. Voorts dient het prospectus een mededeling te bevatten van een (externe) accountant dat het voldoet aan de wettelijke vereisten.
De STE adviseert (potentiële) beleggers niet in te gaan op aanbiedingen van effecten door de Stichting World United Inc. De STE is belast met het toezicht op het effectenverkeer in Nederland uit hoofde van de Wte 1995. De Wte 1995 heeft tot doel de goede functionering van de effectenmarkten en de positie van de belegger op deze markten te waarborgen. In het kader van laatstgenoemde doelstelling verstrekt de STE ook informatie aan het publiek over instellingen die zich bedrijfsmatig bezighouden met het aanbieden van effecten in of vanuit Nederland.
Op grond van de Wte 1995 heeft de STE de bevoegdheid om beleggers te waarschuwen tegen instellingen die in strijd handelen met de Wte 1995. De STE raadt een ieder aan die wil ingaan op aanbiedingen van effecten die niet aan Euronext Amsterdam zijn genoteerd, vóóraf bij de STE te informeren of de desbetreffende onderneming bekend is bij de STE. U kunt daartoe contact opnemen met de STE Beleggers Informatie (0900-54000540; f 0,75 per gesprek).
Nadere inlichtingen:
Werner van Bastelaar (020) 553 55 41 Communicatie & Voorlichting
8 december 2000
De STE benoemt de heer Jaap Koelewijn bij Research
De heer dr. J. (Jaap) Koelewijn (1956) treedt per 1 januari a.s. in
dienst bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) als
eerstverantwoordelijke voor research. De heer Koelewijn studeerde
economie aan de Vrije Universiteit te Amsterdam. Na enige jaren in het
onderwijs gewerkt te hebben werd hij wetenschappenlijk medewerker bij
de vakgroep financiering en belegging van de economische faculteit van
de VU. Hij promoveerde in 1992 op een dissertatie over het
bedrijfseconomisch toezicht op banken. In 1992 trad Koelewijn in
dienst bij Pierson, Heldring en Pierson als senior aandelenanalist
Europese financiële waarden. Van juli 1996 tot eind 1999 was hij hoofd
strategie, respectievelijk hoofd research bij IRIS, het
samenwerkingsverband van Robecogroep en Rabobank. In het afgelopen
jaar werkte hij als zelfstandig adviseur.
Nadere informatie:
Werner van Bastelaar - tel. (020) 55 35 200
Communicatie & Voorlichting
7 december 2000
De STE benoemt de heer Werner van Bastelaar bij Communicatie & Voorlichting
De heer W. (Werner) P.J. van Bastelaar (1963) is per 1 december jl. in dienst getreden bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer, als woordvoerder van de STE en eerstverantwoordelijke voor Communicatie & Voorlichting. De heer Van Bastelaar was werkzaam bij het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) te Rijswijk (Z-H). Bij het COA werkte hij van 1995 tot 1999 als persvoorlichter, van 1999 tot 1 december jl. als hoofd van de afdeling Communicatie & Voorlichting. Voordien was de heer Van Bastelaar in diverse functies werkzaam in de journalistiek. Hij werkte onder meer bij het Algemeen Nederlands Persbureau (ANP) in Amsterdam, als parlementair verslaggever voor de regionale omroepen en bij het juridisch persbureau Cerberus in Den Haag.
Nadere informatie:
Harman Korte - tel. (020) 55 35 200
29 november 2000
Benoeming van de heer P.P.F. van der Linde bij Toezicht Markten bij de STE
De heer P. (Peter) P.F. van der Linde (1949) is per 1 november jl. in dienst getreden bij de Stichting Toezicht Effectenverkeer, bij de Afdeling Toezicht Markten. De heer Van der Linde was werkzaam bij het Philips Pensioenfonds op de afdeling Effecten en Leningen/Beheer Vastrentende Waarden. Voordien was hij in diverse functies werkzaam bij de toenmalige AMRO bank. De heer Van der Linde was Voorzitter en is inmiddels erelid van de Commissie Vastrentende Waarden van de Vereniging van Beleggingsanalisten (VBA). Daarnaast was hij lid, en is hij inmiddels waarnemend lid van de European Bond Commission van de European Federation of Financial Analysts' Societies. De heer Van der Linde was tevens lid van de Commissie Goslings, die werd ingesteld door de Optiebeurs.
Nadere informatie:
Harman Korte - tel. (020) 55 35 200
21 november 2000
De Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) heeft vastgesteld dat centra, die in Nederland faciliteiten aanbieden voor daghandel in effecten, de zogenoemde 'day trading centers', onder de vergunningplicht vallen. Een `day trading center' (DTC) treedt volgens de STE op als tussenpersoon (effectenbemiddelaar) bij de totstandkoming van transacties in effecten als bedoeld in artikel 1, onder b, eerste lid van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995). De klanten van een DTC, de `day traders' zelf , vallen als zij voor zichzelf handelen niet onder de vergunningsplicht. Aanleiding voor de bekendmaking van dit standpunt zijn enkele recente initiatieven om binnenkort dergelijke centra in Nederland te openen. In de VS, alsmede in enkele andere Europese landen, is eveneens een vergunningplicht voor DTC's van kracht.
'Day trading' is een fenomeen dat zijn oorsprong heeft in de VS en voortkomt uit de mogelijkheden die door het internet en specifiek ontwikkelde software geboden worden. Daghandelaren ('day traders') kunnen met behulp van professionele handels- en informatiesystemen, die door of namens een effecteninstelling ter beschikking wordt gesteld, vrijwel rechtstreeks op geselecteerde effectenbeurzen transacties verrichten. Zij hanteren hierbij een handelsstrategie die in de regel is gericht op het regelmatig behalen van kleine winstmarges door het frequent kopen én verkopen van effecten. In principe worden na het sluiten van de markt geen posities ingenomen. Door middel van een elektronisch handels- en informatiesysteem kan een `day trader' voor eigen rekening effectenorders rechtstreeks ter uitvoering inbrengen. Een 'day trading centre' (DTC) stelt, tegen een financiële vergoeding deze software ter beschikking, in de regel in combinatie met een werkplek. Door het aanbieden of verrichten van deze diensten treedt een DTC op als effectenbemiddelaar. Volgens de Wte 1995 is een effectenbemiddelaar degene die als tussenpersoon 'beroeps- of bedrijfsmatig werkzaam is bij de totstandkoming van transacties in effecten'. Deze begrippen staan centraal als toetsingcriteria of er sprake is van een vergunningplichtig DTC.
`Day trading' brengt grote financiële risico's met zich mee. Onderzoek in de VS, waar ruim 130 DTC's actief zijn, heeft aangetoond dat het merendeel van de klanten van DTC's structureel verliezen leiden. De STE zal daarom aandacht besteden aan dit risico. DTC's zullen potentiële klanten op de risico's van daghandel dienen te wijzen. Ook zal de STE zelf de Nederlandse beleggers waarschuwen voor de risico's van day trading
Nadere informatie:
Anitha Berntsen - telefoon (020) 55 35 205 / 06 - 533 24 946
7 november 2000
PERSBERICHT VAN DE RAAD VAN FINANCIËLE TOEZICHTHOUDERS (RFT)
DNB, STE en VK stroomlijnen informatievoorziening aan consument
De Nederlandsche Bank (DNB), de Stichting Toezicht
Effectenverkeer (STE) en de Verzekeringskamer (VK) hebben drie
Toezichtslijnen geopend. Vragen van consumenten over financiële
producten, diensten of instellingen komen voortaan altijd op de juiste
plek terecht. Ook als in eerste instantie naar het verkeerde adres is
gebeld. En
.de Toezichtslijn zorgt natuurlijk voor een antwoord.
De huidige drie helpdesks blijven, elk met een eigen telefoonnummer,
bestaan maar zij gaan nauwer samenwerken en opereren onder de
gezamenlijke noemer 'Toezichtslijn'. Een consument die met
vragen zit, kan deze uiteraard ook schriftelijke of per mail stellen.
De Toezichtslijnen zijn bestemd voor een breed publiek. Iedereen in
Nederland die spaart, leent, belegt, een verzekering of een pensioen
heeft, kan er met vragen of opmerkingen terecht. Zij verschaffen
globale informatie over financiële producten en diensten. DNB richt
zich daarbij op banken, beleggingsinstellingen of wisselkantoren, de
STE op het effectenverkeer en de VK op verzekeraars en
pensioenfondsen. `Als ik een rekening open bij bank X, wat gebeurt er
dan met mijn geld als die bank failliet gaat?', is bijvoorbeeld een
veelgestelde vraag aan de helpdesk van DNB. De STE wordt gevraagd naar
regels over effectenbemiddeling en krijgt een vraag als ` Iemand wil
voor mij gaan beleggen. Kan dat en waar moet ik op letten?'. Bij de
helpdesk van de VK komen vragen aan de orde als ` Ik heb een oude
polis. Met welke verzekeraar moet ik daarvoor contact opnemen?' of `
Vroeger heb ik pensioen opgebouwd via bedrijf X. Waar kan ik nu
terecht voor mijn pensioen?'. De helpdesks zijn nog relatief jong,
maar gezien het grote aantal vragen voorzien zij in een behoefte bij
een breed publiek (consumenten, notarissen, adviesbureaus etc).
De Toezichtslijnen geven geen advies bij het maken van een keuze voor
een concreet financieel product. Evenmin spreken zij een waardering
uit over de instellingen die onder hun toezicht staan. Een consument
die een klacht heeft over een instelling die onder toezicht staat,
wordt geadviseerd zich te richten tot de desbetreffende
geschillencommissie of ombudsman. De toezichthouders gebruiken de
klachten voor de uitvoering van hun toezichthoudende taak, maar treden
niet op als geschillenbeslechters. Zij spelen geen bemiddelende rol,
maar wijzen wel de weg.
DNB VK STE
Toezichtslijn* 0900-520-0520 0900-530-0530 0900-540-0540
Website www.dnb.nl www.pvk.nl www.ste.nl
e-mail toezichtslijn@dnb.nl toezichtslijn@pvk.nl toezichtslijn@ste.nl
Adres Postbus 98
1000 AB Amsterdam Postbus 929
7301 BD Apeldoorn Postbus 11723
1001 GS Amsterdam
* De Toezichtslijnen kunnen op werkdagen worden gebeld van 09.00 tot
17.00 uur. De kosten bedragen 75 cent per gesprek.
Amsterdam, 14 juli 2000
Waarschuwing tegen aanbieden effectendiensten in Nederland zonder vergunning
Op 15 mei jl. heeft de STE in het algemeen gewaarschuwd tegen het beleggen via speciale constructies zoals maatschap, commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma.
Het is gebleken dat ondanks deze waarschuwing één van de aanbieders nog steeds aanbiedt om met particuliere beleggers een commanditaire vennootschap (c.v.) aan te gaan om daarmee gelden te gaan beleggen. Het betreft de heer L.A. Niemantsverdriet, geboren te Vlaardingen op 1 april 1949. Bij een dergelijke constructie is geen sprake van een vermogensscheiding en lopen de beleggers een risico. De heer Niemantsverdriet heeft dan ook niet de vereiste vergunning op grond van de Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995). Bekend is dat de heer Niemantsverdriet zijn product, dat hij een vermogensadvies c.v. noemt, in ieder geval aanbiedt via de Stichting Beleggingen Via Structurele Vermogensadvisering. De STE adviseert het beleggend publiek niet met de heer Niemantsverdriet of de genoemde instelling in zee te gaan.
De STE is belast met het toezicht op het effectenverkeer in Nederland. De Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995) heeft tot doel de effectenmarkten zo goed mogelijk te laten functioneren en de positie van de belegger te beschermen. In het kader van laatstgenoemde doelstelling verstrekt de STE ook publieke informatie over instellingen die zich bezig houden met effectenbemiddeling en vermogensbeheer.
De STE raadt een ieder aan, die met een instelling in zee wil gaan, vóóraf bij haar te informeren of de betreffende instelling is opgenomen in het register dat de STE houdt van de instellingen die in Nederland hun diensten op het effectengebied mogen aanbieden. Het speciale telefoonnummer van de STE voor consumenten is 020-5535535. Het register kan overigens ook worden geraadpleegd via deze website
Nadere inlichtingen:
Anitha Berntsen - telefoon 020-5 35 205 / 06 - 533 24 946
Amsterdam, 7 juli 2000
Benoeming J. Vroegop tot bestuurslid van de STE
De minister van Financiën heeft ingestemd met de tijdelijke benoeming
van de heer J. Vroegop (62) tot bestuurslid van de Stichting Toezicht
Effectenverkeer (STE), in verband met de vacature die is ontstaan door
het overlijden van drs A.L. Touw RA.
De heer Vroegop heeft eerder deel uitgemaakt van het bestuur en wel in
de periode 1 februari 1998 tot 15 september 1999. Daarna trad hij toe
tot de Raad van Toezicht van de STE, welk college hem thans uit zijn
midden heeft voorgedragen.
Nadere informatie:
Anitha Berntsen - tel. (020) 55 35 205
06-53324946
Amsterdam, 5 juli 2000
De Stichting Toezicht Effectenverkeer (STE) heeft kennis genomen van de uitspraak van het Hof d.d. 30 juni 2000 inzake de klacht van de STE ex artikel 12 Strafvordering betreffende de uitoefening van personeelsopties door een Philips-bestuurder. De STE stelde daarbij aan de orde de vragen:
* of het vertrek van de heer Pieper bij Philips als een bijzonderheid in de zin van artikel 46 Wet toezicht effectenverkeer 1995 (Wte 1995, verbod gebruik voorwetenschap) zou moeten worden aangemerkt;
* of die bijzonderheid als koersgevoelig is aan te merken.
De STE vond het instellen van deze procedure nodig omdat zij op die twee punten volledige duidelijkheid nastreeft.
De uitspraak van het Hof draagt bij tot de gewenste duidelijkheid daar waar het vertrek van de heer Pieper als een bijzonderheid in de zin van de wet wordt aangemerkt.
Ten aanzien van de koersgevoeligheid kan aan de hand van deze uitspraak worden vastgesteld dat deze naar het oordeel van het Hof afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. In de onderhavige kwestie heeft het Hof het vertrek van de bestuurder niet als koersgevoelig aangemerkt, omdat:
* het hier niet ging om een bestuursvoorzitter noch om een bestuurslid met een overwegende positie en, in samenhang daarmee,
* over het vertrek van de heer Pieper al enige bekendheid bestond; naar het oordeel van het Hof was alleen het tijdstip van vertrek nog onzeker.
Nadere informatie:
Drs. Harman Korte - 020 5535200
16 mei 2000
De Europese effectentoezichthouders hebben tijdens hun vergadering in Napels (Italië) op 4 en 5 mei 2000 een document aanvaard waarin de wederzijdse erkenning van prospectussen in de Europese landen verder wordt vergemakkelijkt. Hierdoor wordt het voor uitgevende instellingen mogelijk om in Europees verband serie-uitgiftes te doen. Het is de bedoeling dat dit rapport een bijdrage levert aan de discussie rond de modernisering van de Europese prospectus richtlijn (80/390/EC)
Het persbericht van FESCO is bij dit persbericht gevoegd. Het rapport is op te vragen via de website van FESCO, www.europefesco.org