Minister Van Boxtel: meer aandacht voor preventiebeleid
allochtonen
Een persbericht bij het onderwerp Integratie
4 juli 2001
Met heel veel jongeren uit etnische minderheidsgroepen gaat het
steeds beter. Helaas heeft een deel van de jongeren moeite om op
het rechte pad te blijven. School en werk zijn de sleutelwoorden
voor succes. Om te voorkomen dat allochtone jongeren hun school
niet afmaken of na hun schoolperiode geen baan kunnen vinden, is
het van belang dat gemeenten beter inspelen op de situatie van
allochtone jongeren. Dit blijkt ook uit de CRIEM-pilots die de
afgelopen twee jaar in 8 gemeenten zijn gehouden. Om ook in andere
gemeenten beleid te ontwikkelen dat voorkomt dat allochtone
jongeren tussen wal en schip vallen is voor de periode 2001 - 2004
in totaal f 144 miljoen beschikbaar.
Dit schrijft minister Van Boxtel voor Grote Steden- en
Integratiebeleid vandaag in een brief aan de Tweede Kamer. In de
brief gaat de minister in op het beleid dat moet voortbouwen op de
CRIEM-pilots (Criminaliteit in Relatie tot Integratie Etnische
Minderheden) die in 1999 en 2000 in acht gemeenten zijn
uitgevoerd. De commissie Bandell bracht in februari van dit jaar
een advies uit aan minister Van Boxtel over de CRIEM-pilots.
Van de f 144 miljoen is f 100 miljoen vrijgemaakt voor
preventiebeleid. Het grootste gedeelte daarvan is gereserveerd
voor gemeenten die voorstellen mogen doen om tot een "gesloten
keten" van voorzieningen voor allochtone jongeren te komen. Deze
keten moet ervoor zorgen dat jongeren hun school afmaken en een
baan vinden. De betrokkenheid van vertegenwoordigers uit de
etnische groepen is een absolute voorwaarde om van deze aanpak een
succes te maken. Het nieuwe preventiebeleid moet na vier jaar deel
gaan uitmaken van het reguliere jongerenbeleid.
De minister maakt onderscheid tussen algemeen beleid - bedoeld
voor alle gemeenten - en specifiek beleid dat gericht is op een
aantal gemeenten. Het algemene beleid voorziet gemeenten van
instrumenten, handreikingen en in evaluatie en uitwisseling van
best practices. De minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid
is verantwoordelijk voor de uitvoering van dit beleid. Het
specifieke beleid heeft betrekking op het realiseren van de
gesloten ketenbenadering. De 8 pilotgemeenten hebben de afgelopen
twee jaar al een dergelijk beleid kunnen uitzetten. Zij krijgen de
komende jaren nog extra geld om te optimaliseren en continueren
wat zij in de afgelopen twee jaar hebben bereikt. Daarnaast is er
geld vrijgemaakt voor 16 gemeenten die voorstellen mogen doen hoe
zijn de gesloten ketenbenadering in hun gemeenten willen
realiseren. De steden die onder het grote stedenbeleid vallen en
niet via de bovengenoemde regelingen geld krijgen, mogen plannen
indienen om actuele problemen rond allochtone jongeren en
criminaliteit op innovatieve wijze op te lossen. Minister Van
Boxtel zal uiteindelijk een aantal plannen selecteren.
De f 144 miljoen voor het vervolgbeleid van CRIEM is als volgt
verdeeld:
* f 100 miljoen is gereserveerd voor preventiebeleid, hiervan gaat:
+ f 58 miljoen naar de 16 geselecteerde middelgrote gemeenten
voor nieuwe plannen;
+ f 12 miljoen naar de 8 pilotgemeenten om reeds gerealiseerd
beleid te continueren;
+ f 10 miljoen naar 20 grote steden voor het oplossen van
actuele problemen, en
+ f 20 miljoen naar algemeen beleid waar alle gemeenten van
profiteren.
* f 44 miljoen is inmiddels al bestemd voor:
+ voor- en vroegschoolse opvang (f 20 miljoen);
+ de 7 Antillianengemeenten (f 24 miljoen).
De 16 geselecteerde gemeenten die uitgenodigd worden plannen in te
dienen zijn Alkmaar, Almere, Amersfoort, Capelle a/d IJssel, Delft,
Gouda, Hoorn, Lelystad, Nieuwegein, Oss, Purmerend, Roosendaal,
Spijkenisse, Vlaardingen, Zaanstad, Zoetermeer.
De 8 pilotgemeenten zijn Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Enschede,
Hengelo, Bergen op Zoom, Den Helder, Epe.
De 20 overgebleven gemeenten uit het grote stedenbeleid zijn Den Haag,
Almelo, Arnhem, Breda, Deventer, Dordrecht, Eindhoven, Groningen,
Haarlem, Heerlen, Helmond, Den Bosch, Leeuwarden, Leiden, Maastricht,
Nijmegen, Schiedam, Tilburg, Venlo, Zwolle. De overige vijf steden uit
het grote stedenbeleid - Amsterdam, Utrecht, Rotterdam, Enschede en
Hengelo - krijgen al geld omdat zij pilot-gemeente waren.
Relevante links:
Brief aan de Tweede Kamer over de reactie van minister Van Boxtel op
het advies van de Externe Commissie CRIEM