Rijksuniversiteit Groningen

04 jul 2001

Nummer 96 4 juli 2001

Drentse arbeidsmarkt ontwikkelt zich gunstiger dan landelijk

Groei werkgelegenheid
Kernzones
Werkloosheid en vacatures
Vacatures
Uitkeringen en Arbeidsongeschiktheid
Vooruitzichten Drenthe
Noot voor de pers
BR> De arbeidsmarkt heeft zich in Drenthe het afgelopen jaar verder verbeterd en laat zelfs gunstigere cijfers zien dan landelijk. In 2000 nam de werkgelegenheid met ruim 5.300 banen toe. Dit betekent een groei van 3 procent tegenover 2,5 procent landelijk. De werkloosheid nam af met 3.300 personen, hetgeen een daling betekent van 17,5 procent tegenover een landelijke daling van 11 procent.

Alleen het werkloosheidsniveau ligt traditioneel nog boven het landelijk gemiddelde, maar dit verschil neemt af. Eind 2000 was nog 7,7 procent van de Drentse beroepsbevolking werkloos tegenover 6,7 procent landelijk. Dit concludeert de Rijksuniversiteit Groningen in de vandaag verschenen Arbeidsmarktschets Drenthe 2001, die in opdracht van de Provincie Drenthe en Arbeidsvoorziening Noord-Nederland wordt samengesteld.

Groei werkgelegenheid

Tussen 1 mei 1999 en 1 juni 2000 is in de provincie Drenthe het totaal aantal banen met ruim 5.300 toegenomen tot 185 duizend. Dit betekent een groei van 3,0 procent tegen landelijk 2,5 procent. De laatste vijf jaar was de banengroei in Drenthe ongeveer gelijk aan de nationale trend van gemiddeld 2,9 procent per jaar.

Vooral het aantal vrouwen met een baan sterk is toegenomen. De participatie van vrouwen is in Drenthe dan ook sterker gestegen dan landelijk, al ligt het huidige peil van 49,6 procent nog wel onder het landelijk gemiddelde van 52,9 procent.

De laatste jaren heeft de banengroei vooral in de zakelijke diensten plaats gevonden. Tussen 1996 en 2000 groeide het aantal banen in de zakelijke dienstverlening in Drenthe met gemiddeld bijna 8 procent per jaar tegen 6 procent landelijk. De landbouw en industrie zijn de sectoren waar de werkgelegenheid het minste toeneemt (minder dan 1 procent per jaar).

Kernzones

In de noordelijke kernzones nam de werkgelegenheid de laatste vijf jaar gemiddeld met 2,7 procent toe. De groei in de Drentse kernzone Groningen-Assen ligt iets hoger (3 procent) en in de kernzone Meppel-Emmen iets lager (2,3 procent).

Gemiddeld over de laatste vijf jaar groeide de werkgelegenheid het meest in de gemeente Westerveld (4,4 procent per jaar) en het minst in Midden-Drenthe (0,3 procent per jaar).

Werkloosheid en vacatures

De werkloosheidsdaling in Drenthe is in 2000 vooral sterk geweest voor personen tot 40 jaar en diegenen die korter dan een jaar werkloos waren. Het aandeel van deze groepen in de totale werkloosheid loopt al enige tijd terug. Het resterende werklozenbestand bevindt zich relatief steeds meer in de categorie fase 4 van moeilijk bemiddelbaren. Voor deze groep neemt de werkloosheid slechts langzaam af, waardoor het aandeel fase 4 werklozen thans 45 procent bedraagt tegenover 30 procent twee jaar geleden. Tevens is nu 69 procent van het Drentse werklozenbestand langer dan een jaar werkloos. In 1998 was dat nog 48 procent.

Vacatures

De gunstige arbeidsmarkt is ook zichtbaar bij de ontwikkeling van het aantal vacatures. In 1999 stonden circa 25 procent meer vacatures open dan in het jaar daarvoor. Dat de Drentse arbeidsmarkt steeds krapper wordt, blijkt ook uit het toenemend aantal moeilijk vervulbare vacatures. Het aandeel hiervan nam sterk toe tot 53 procent van het totale aantal vacatures.

Uitkeringen en Arbeidsongeschiktheid

Het aantal personen met een werkloosheids- of arbeidsongeschiktheidsuitkering is in Drenthe nog altijd relatief hoog. In 1999 had 15,4 procent van de Drentse potentiële beroepsbevolking een dergelijke uitkering, tegenover ongeveer 14 procent landelijk. Dit is ongeveer evenveel als het jaar daarvoor. Het aantal WW- en bijstandsuitkeringen is in 1999 wel gedaald met respectievelijk 20 procent en 5 procent.

De belangrijkste groep uitkeringsgerechtigden zijn de personen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering. In Drenthe nam het aantal uitkeringsgerechtigden in deze groep in 1999 met 2,1 procent toe tot meer dan 31.000 personen. Dit is echter een normaal te verwachten toename: als er meer mensen gaan werken, worden er ook meer arbeidsongeschikt. Aangezien de werkgelegenheid sneller is toegenomen loopt het arbeidsongeschiktheidsrisico in Drenthe iets terug, maar minder snel dan landelijk. Thans is nog altijd 10 procent van de potentiële beroepsbevolking in Drenthe arbeidsongeschikt tegenover 8,4 procent landelijk.

Vooruitzichten Drenthe

Overeenkomstig de verwachtingen van de eerder gepubliceerde Regionaal Economische Verkenningen 2001 van de Rijksuniversiteit Groningen zal het aantal banen in Drenthe in 2001 met ca. 1,7 procent toenemen, hetgeen ongeveer gelijk is aan de landelijke trend. Dit is een beduidend lagere groei dan in 2000 is gerealiseerd. De meeste banen zullen wederom in de dienstverlenende sectoren worden gerealiseerd. Naar verwachting blijft de omvang van de beroepsbevolking en de werkloosheid in Drenthe in 2001 ongeveer gelijk.

Noot voor de pers


* Nadere informatie: dr. L. Broersma tel (050) 363 70 53/363 37 40 of drs. T. M. Stelder, tel (050) 363 37 25/ 363 37 40. E-mail: L.broersma@eco.rug.nl of d.stelder@eco.rug.nl
* Exemplaren van de Arbeidsmarktschets Drenthe 2001 zijn te verkrijgen bij Arbeidsvoorziening Noord-Nederland, Hereplein 6-7, 9711GA, Groningen, (050) 317 82 00

* Webversie rapport:
www.eco.rug.nl/ruimteco/arbeidsmarktschets-Drenthe2001.pdf Problemen met PDF? Klik hier.