Bukman: meer aandacht voor partnership en particulier initiatief bij
ontwikkelingssamenwerking
Meer aandacht voor partnership ("partnerschap") en voor de ontwikkeling van
verantwoordelijke samenlevingen in ontwikkelingslanden via particulier
initiatief. Dat zijn, volgens Piet Bukman, voorzitter van de Commissie
Buitenland van het CDA, de belangrijkste aanbevelingen in het rapport
Ontwikkelingssamenwerking in de 21e eeuw. Bukman zei dit tijdens de
perspresentatie van het rapport, op woensdag 3 juli. Bukman bood het eerste
exemplaar van het rapport aan minister Herfkens (Ontwikkelingssamenwerking)
aan.
Partnerschap houdt in dat ontwikkelingslanden en donoren in de dialoog over
beleidsvoorbereiding- en uitvoering een gelijkwaardige inbreng hebben. Zo
ontstaat een ontwikkelingsstrategie die gekenmerkt wordt door hechte
samenwerking en niet door bevoogding of afstandelijkheid.
Particulier initiatief
De ontwikkeling van verantwoordelijke samenlevingen in ontwikkelingslanden
kan en moet door structurele inschakeling van vooral de particuliere sector
- bedrijfsleven en civil society -, zowel in de betrokken landen zelf als in
Nederland, plaatsvinden. Immers, bedrijven zijn de onbetwistbare motor van
economische groei, aldus Piet Bukman. Daarnaast is er meer aandacht nodig
voor bijv. eigendomsverhoudingen en arbeidsomstandigheden in
ontwikkelingslanden.
Het CDA-projectteam Ontwikkelingssamenwerking in de 21e eeuw stelt in zijn
rapport dat het begrip van onderontwikkeling zodanig zou moeten worden
verbreed, dat de situatie waarin een civil society verkeert een reden wordt
om een ontwikkelingsland in aanmerking te laten komen voor officiële
samenwerking. Inschakeling van de civil society in ontwikkelingslanden
betekent dat gezocht moet worden naar mogelijkheden om zowel de armen zelf,
als de organisaties en initiatieven die voor hen en door hen tot stand zijn
gekomen in te schakelen in de economie.
Reactie Herfkens
Minister Herfkens reageerde op het rapport door op te merken dat zij het met
heel veel aanbevelingen in het rapport eens, bijvoorbeeld op het gebied van
enabling environment (geschikt ontwikkelingsklimaat) en conflictpreventie.
De minister sprak over een schijntegenstelling tussen ownership en
partnership, want volgens haar is ownership een voorwaarde voor partnership.
Het eerstgenoemde is volgens haar minstens even belangrijk als het
laatstgenoemde.
Volgens de minister mag verbreding van het begrip onderontwikkeling,
waardoor ontwikkelingslanden met een onderontwikkelde civil society in
aanmerking komen voor officiële ontwikkelingshulp, niet betekenen dat
hiervoor verantwoordelijke regeringen daarvoor beloond worden.
Ten slotte merkte de minister nog op dat niet Nederland, maar de
ontwikkelingslanden zelf moeten (gaan) aangeven hoe zij, samen met donoren,
hun land willen ontwikkelen. De donorcoördinatie moet dan ook niet via
bijvoorbeeld de Europese Commissie plaatsvinden, maar onder leiding van de
ontwikkelingslanden, en de donoren moeten de ontwikkelingstaken (gaan)
verdelen.
Het rapport zal binnenkort 'gedownload' kunnen worden. Tevens kunt u dan het
rapport bestellen. Nadere informatie hierover volgt.