Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij

ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij

Ybema en Faber voor toerisme en recreatie
4 juli 2001 - Ybema en Faber voor toerisme en recreatie Dit is een gezamenlijk persbericht van EZ en LNV.
De staatssecretarissen Ybema van Economische Zaken en Faber van het ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij willen zo'n 2000 kilometer extra voor wandelpaden en 2000 kilometer extra voor fietspaden in 2010. Belangrijk speerpunt is de vergroting van de toegankelijkheid van het agrarisch cultuurlandschap om de grotere woongebieden. Daarnaast willen de staatssecretarissen 90% openstelling van de Nederlandse bos- en natuurgebieden (in 2010) en een omzetgroei van 57 naar 75 miljard NLG (in 2005). Dat schrijven Faber en Ybema in de beleidsbrief Toerisme en Recreatie (PDF-formaat, 174 Kb), die ze vandaag naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. De beleidsbrief is agenda bepalend voor het komende recreatie en toerisme beleid.

ZIE HET ORIGINELE BERICHT VOOR OPHALEN VAN PDF-BESTANDEN

Recreatie en toerisme horen bij de basisbehoeften van de mens. Beweging, ontspanning en natuurbeleving dragen bij aan de gezondheid. Daarom moet de kwaliteit van de woon-, werk- en leefomgeving in en om de stad beter en ook de recreatieve waarde van het landelijk gebied. Specifiek wordt rekening gehouden met de wensen van kinderen, ouderen en allochtonen. Belangrijk is dat recreatie en toerisme samen in een gebied worden aangepakt. Bovendien zijn en worden toeristische en recreatieve aspecten rijksbreed in het beleid geïntegreerd, zoals in het Grote steden beleid, Tweede Structuurschema Groene Ruimte en de Vijfde nota ruimtelijke ordening. De omzet in de toeristisch recreatieve sector is ruim 57 miljard NLG. Dit is 2,5% van het Nederlands bruto nationaal inkomen. Ruim 320.000 mensen zijn er werkzaam wat neerkomt op 5% van de Nederlandse beroepsbevolking. Er is een werkgelegenheidsgroei van circa 3%. Het gaat het dus goed met deze sector. Toch waarschuwen de bewindslieden in de beleidsbrief voor leunstoelgedrag. Ook de toeristisch-recreatieve sector staan fundamentele veranderingen te wachten als gevolg van de technologische vernieuwingen, de introductie van de Euro, en de demografische en culturele veranderingen van de samenleving. Het is essentieel dat de sector tijdig hierop inspeelt om zijn concurrentiepositie te waarborgen. Primaire verantwoordelijkheid hiervoor ligt bij de sector zelf zo stelt de beleidsbrief. Het Rijk is verantwoordelijk voor het scheppen van de juiste voorwaarden en het bevorderen van samenwerking, kennis en innovatie.