Actueel

Rechtbank legt hogere straf op dan door Officier van Justitie geeist
Bron: Rechtbank Arnhem

Datum actualiteit: 4-07-2001

Vonnis van de meervoudige strafkamer van de arrondissementsrechtbank te Arnhem, uitgesproken op 4 juli 2001 inzake de verdachte S. L.

De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het primair tenlastegelegde zal worden veroor-deeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren met aftrek van de tijd in verzeke-ring en voorlopige hechtenis doorge-bracht. Daarnaast heeft de officier van justitie terbeschikkingstelling met verpleging van overheidsoverwege gevorderd.

De rechtbank heeft het primair tenlastegelegde bewezen verklaard, hetgeen oplevert
"moord, gepleegd te Arnhem op 17 december 2000 op H.J. W. (art. 289 Wetboek van Strafrecht)".

De rechtbank heeft in het vonnis voor zover van belang voor dit persbericht het navolgende voor wat betreft de wijze van afdoening van deze zaak overwogen:
Verdachte had al eerder een hamer meegenomen om het slachtoffer te slaan. Op 17 december 2000 heeft hij, zoals ter terechtzitting door hem verklaard, de hamer meegenomen om het slachtoffer te doden. Verdachte heeft met dit voornemen zelf voorgesteld het slachtoffer te masseren op diens bed. Hij heeft toen door middel van het slaan met die hamer tegen het hoofd van het slachtoffer en het steken met een mes in de hals en/of nek, in de rug en in de borst van het slachtoffer het slachtoffer zodanig verwond dat deze als gevolg van die verwondingen is komen te overlijden. De reden hiervoor was dat verdachte zich seksueel misbruikt voelde door het slachtoffer en omdat hij zich gekrenkt voelde omdat het slachtoffer een met hem gemaakte afspraak voor de Kerst had afgezegd.

De geëiste straf van drie jaren doet geen recht aan de ernst van het bewezenverklaarde feit, moord, reden waarom de rechtbank een hogere straf oplegt dan geeïst.

De deskundigen achten de kans op recidive aanwezig/groot en adviseren derhalve betrokkene de maatregel van terbeschik-kingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege op te leggen.

De rechtbank veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van acht jaren met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis gebracht en gelast daarnaast de ter beschikkingstelling van veroordeelde en beveelt dat hij van overheidswege zal worden verpleegd.