Inspectie van het Onderwijs
Werkplek als academische leerplek:
WETENSCHAPPELIJK NIVEAU VAN DE WERKPLEK ONVOLDOENDE GEWAARBORGD
Utrecht, 4 juli 2001
Duaal wetenschappelijk onderwijs, leren op de werkplek, wordt door
studenten, docenten en werkgevers positief gewaardeerd. Men verwacht
dat de duale leerroute, meer dan een reguliere opleiding, de
uitgangspositie en de beroepsmogelijkheden van de studenten vergroot.
De opleidingen en het werkveld leveren een goede inspanning om de
functie van het werkplek-leren tot zijn recht te laten komen.
De aansluiting van het werktraject op het studietraject dient evenwel
in veel gevallen te worden verbeterd; slechts in enkele duale
opleidingen is er sprake van een expliciete wisselwerking tussen het
werk- en studietraject. Er is nog onvoldoende sprake van 'echte' duale
opleidingen omdat het leren op de werkplek geen integraal onderdeel
uitmaakt van het gehele curriculum. In feite is het leren op de
werkplek slechts een aanvulling op het reguliere, voltijdse programma.
Duale studenten worden tijdens hun werkperiode weliswaar goed
begeleid, maar er is bij de meeste opleidingen onvoldoende sprake van
waarborging van het wetenschappelijk niveau van de werkplek.
Expliciete criteria waaraan de werkplekbegeleiding moet voldoen,
ontbreken meestal, evenals kwaliteitscriteria voor de werkplek en de
werkzaamheden.
Dit zijn de belangrijkste conclusies uit het rapport "Academisch duaal
onderwijs: de werkplek als academische leerplek?" Met ingang van het
studiejaar 1998-1999 komen duale opleidingen op experimentele basis in
het wetenschappelijk onderwijs voor. Op grond van de ministeriële
regeling 'stimulering experimenten duale opleidingen wetenschappelijk
onderwijs 1998-2001' kwamen 30 duale opleidingen voor subsidie in
aanmerking. Het experimentenbeleid met duaal onderwijs wordt
nadrukkelijk beschouwd als een leerproces. In de tweede helft van 2001
zal de minister van OCenW op basis van evaluatie van het
experimentenbeleid besluiten of duale opleidingen in het WO een
structurele basis zullen krijgen.
De inspectie heeft er begrip voor dat de tijd erg kort is geweest om
aan wezenlijke innovatie toe te komen. Positief waardeert de inspectie
de onderwijsontwikkelingen die in gang zijn gezet en het debat
daarover in de opleiding. Ook constateert zij dat de huidige
studieresultaten van het duale traject door zowel werkveld als
opleidingen als "academisch plus" worden aangemerkt. Structurele
inbedding van duale opleidingsvarianten vereist echter naast kwaliteit
ook kwaliteitsborging. Daartoe is samenspraak van onderwijsinstelling
en arbeidsorganisatie nodig. Het succes van de academische duale
opleiding is immers mede afhankelijk van de mate waarin een
arbeidsorganisatie kan voldoen aan de verschillende
kwaliteitscomponenten van werkplekleren en de bereidheid daarvoor de
noodzakelijke investeringen te doen.