Ministerie van Justitie
http://www.justitie.nl
MIN JUST: Brief minister Korthals over Post-Fort
Postadres Postbus 20301, 2500 EH Den Haag
Aan de voorzitter van de Tweede Kamer
der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EH Den Haag Bezoekadres
Schedeldoekshaven 100
2511 EX Den Haag
Telefoon (070) 3 70 79 11
Fax (070) 3 70 79 00
Telex 34554 mvj nl
Onderdeel Bureau Operationele Zaken
Datum 3 juli 2001
Ons kenmerk 5107028/501/AZ1
Bijlage(n) 1.
Onderwerp Evaluerend onderzoek (post-Fort)
Hierbij bied ik het rapport aan van het evaluatieonderzoek door Van de
Bunt, Fijnaut en Nelen van het post-Fort onderzoek. De voorliggende
evaluatie is één van de drie onderdelen van het integrale onderzoek
zoals ik dat aan uw Kamer in mijn brief van 31 augustus 1999 heb
geschetst.
In dit rapport geven de onderzoekers een gedetailleerd beeld van het
post-Fort onderzoek zoals dat heeft plaatsgevonden vanaf de start in
mei 1996 tot juni 1999. Dat is een leerzaam beeld dat op een viertal
kernpunten blootlegt waaraan de stagnatie in het post-Fort onderzoek
te wijten is. Hierbij moet worden bedacht dat het post-Fort onderzoek
door zijn historische belasting en de maatschappelijke en politieke
druk waaronder dit onderzoek is uitgevoerd, op onderdelen een
uitvergroting te zien geeft van kwesties die zich kunnen voordoen in
de opsporing en vervolging van complexe en omvangrijke zaken.
Een aantal van de in het rapport beschreven kernpunten heeft reeds eerder geleid tot acties om het post-Fort onderzoek in het goede spoor te krijgen. Zo is in oktober 1998 procureur-generaal Van Daalen vanuit het College van procureurs-generaal belast met de centrale coördinatie van het onderzoek. In juni 1999 is, uiteraard nog zonder de grondige analyse zoals die in het voorliggend rapport is gemaakt, verder ingegrepen in het onderzoek door twee coördinerend officieren van justitie aan te stellen die werken onder rechtstreekse verantwoordelijkheid en aansturing van de voorzitter van het College van procureurs-generaal. Met deze positionering is ook duidelijkheid gecreëerd met betrekking tot de informatiestromen in het onderzoek.
Onder de centrale regie van het College van procureurs-generaal is het
onderzoek voortgezet. Een voortgangsrapportage van dit (coördinatie)
onderzoek bied ik gelijktijdig, maar separaat aan uw Kamer aan.
Buiten de genomen concrete beslissing over de sturing van het
post-Fort onderzoek is ook in algemene zin de sturende positie van het
College van procureurs-generaal in de opsporing beter gewaarborgd met
de inwerkingtreding per 1 juni 1999 van de wettelijke regeling waarin
de structuur van de rechterlijke organisatie is gewijzigd. In deze
nieuwe wet op de Rechterlijke Organisatie is de leidinggevende positie
van het College van procureurs-generaal en de eenheid van het Openbaar
Ministerie wettelijk verankerd.
In de sfeer van informatie-uitwisseling en samenwerking binnen het
Openbaar Ministerie en rechercheonderzoeken is inmiddels een
geïntensiveerd overleg tot stand gekomen, zowel tussen de
rechercheofficieren als tussen de CIE-officieren van justitie. Dit
overleg draagt bij aan de verbetering van wat door Van de Bunt,
Fijnaut en Nelen het kernpunt .de slag om informatie. wordt genoemd.
De voortgangsrapportage van het coördinatieonderzoek die ik u eveneens
aanbied, geeft dan ook een actueler beeld van het functioneren van het
OM. Dat neemt niet weg dat een aantal bevindingen in het rapport ook
strekt ter lering in andere zaken. In overleg met het College van
procureurs-generaal zal ik dan ook bezien hoe de aanbevelingen van Van
de Bunt, Fijnaut en Nelen hun vertaling kunnen krijgen naar de
OM-praktijk.
De Minister van Justitie,
03 jul 01 10:42