Gemeente Breda

03-07-2001

Gemeente mag van rechter doorgaan met aanleg geluidswal Nieuw Wolfslaar
De voorzitter van de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft besloten dat de gemeente Breda door mag gaan met de aanleg van de geluidswal bij de woningbouwlocatie Nieuw Wolfslaar. Daarmee is niet voldaan aan het verzoek van bezwaarmakers. Zij hadden verzocht door middel van een verzoek om voorlopige voorziening de aanleg te stoppen tot de uitspraak van de rechter er is over het hoger beroep dat zij hebben ingesteld. Wanneer de uitspraak over het hoger beroep plaatsvindt, is niet bekend.

De bezwaren gaan vooral over de hoogte van de geluidswal die 15 meter wordt. De bezwaarmakers zijn van mening dat met de realisering van de geluidswal er inbreuk plaatsvindt in de bestaande planologische situatie. Tevens is de mening dat het planologische toetsingskader op basis waarvan vrijstelling van het geldende bestemmingsplan is verleend onvoldoende is.

De Voorzitter is van mening dat het planologisch toetsingskader wel voldoende is. De 15 meter hoge geluidswal is geregeld in het Voorontwerp-bestemmingsplan Nieuw Wolfslaar van mei 2000 dat voortborduurt op de Structuurschets Nieuw Wolfslaar van juni 1998 en de Nota Steengoed/Landgoed uit oktober 1996. Verder is de Voorzitter van mening dat de bevindingen van de Stichting Advisering Bestuursrechtspraak over de effecten van de geluidswal terecht zijn betrokken bij eerdere uitspraken. De stichting is van mening dat niet is aangetoond dat de geluidswal tot onaanvaardbare horizonvervuiling zal leiden en niet gevreesd hoeft te worden voor geluidsreflectie. Ook vindt de Voorzitter dat terecht het windtunnelonderzoek van Peutz in ogenschouw is genomen omtrent de gevolgen voor de molen De Hoop. Daarin staat dat als het windklimaat bij de molen al zou verslechteren, de verandering in het aantal draaiuren per jaar beperkt zal zijn. Terecht heeft het volkshuisvestingsbelang geprevaleerd boven dat van molen De Hoop.

Breda, 3 juli 2001