CBS

Damrak balanceert tussen hoop en vrees
De koersen van Nederlandse aandelen op de Amsterdamse effectenbeurs zijn in het tweede kwartaal van 2001 per saldo nauwelijks van hun plaats gekomen. De beurs opende het tweede kwartaal positief. Vooral de fondsen van de "nieuwe economie" zijn opnieuw sterk gedaald, zo blijkt uit cijfers van het CBS. Het rendement van beleggingsfondsen in aandelen bleef achter bij de index.

Amsterdam licht hoger na nerveus kwartaal
Na de forse koersdalingen in het eerste kwartaal opende het Damrak het tweede kwartaal positief. Halverwege mei noteerde de CBS-koersindex een winst van 12,0 procent ten opzichte van begin april. Winstwaarschuwingen en slechte berichten over de economie trokken in de daarop volgende weken de index naar beneden. Uiteindelijk sloot de index het tweede kwartaal iets hoger op 816,4 (+2,1 procent). Inclusief dividend bedraagt het rendement op aandelen in het tweede kwartaal +3,5 procent. Vanwege het slechte eerste kwartaal lijdt de belegger in Nederlandse aandelen over het eerste halfjaar van 2001 evenwel een verlies van 9,0 procent.

Grote verschillen in bedrijfstakken
Met name de fondsen van de "nieuwe economie" zitten in de hoek waar de klappen vallen. Bij de bedrijfstakken is de sector transport, opslag en communicatie de grootste verliezer met een rendement van -17,2 procent. In deze sector domineren de telecombedrijven. Ook de niet-financiële dienstverlening, waarin veel IT-bedrijven zitten, daalde fors (-7,0 procent). De sectoren bouwnijverheid (+18,4 procent) en de consumentengoederenindustrie (+10,4 procent) behaalden daarentegen een duidelijk positief resultaat.

Middelgrote fondsen krijgen harde klappen
Het zijn vooral de middelgrote fondsen die op het Damrak onder vuur liggen. De CBS Medium Cap-herbeleggingsindex daalde in het tweede kwartaal met 12,0 procent. De grote fondsen (+4,8 procent) en de kleine fondsen (+2,0 procent) wisten het hoofd boven water te houden.

Amsterdam lager dan wereldgemiddelde
De Amsterdamse effectenbeurs blijft met een rendement op aandelen van 3,5 procent in het tweede kwartaal achter bij het wereldgemiddelde. De MSCI-wereldherbeleggingsindex is in dezelfde periode gestegen met 9,3 procent. De stijging van de wereldindex is vooral het gevolg van de positieve koersontwikkelingen op de Amerikaanse beurzen. De overige grote beurzen presteerden ongeveer in lijn met Amsterdam.

Aandelenfondsen blijven achter bij index
Nederlandse beleggingsfondsen die wereldwijd in aandelen beleggen blijven achter bij de wereldindex. Het rendement van deze fondsen bedraagt 7,3 procent, terwijl de MSCI-wereldherbeleggingsindex een stijging van 9,3 procent laat zien. Ook de beleggingsfondsen die zich richten op Nederlandse aandelen zijn er met een rendement van 1,8 procent niet in geslaagd de index te verslaan (3,5 procent). Het hoogste rendement werd behaald door beleggingsfondsen die in Noord-Amerikaanse aandelen investeren (10,6 procent). Dit is zowel een gevolg van de koersstijgingen op de Amerikaanse beurzen als van de stijging van de dollar ten opzichte van de euro.

Vastgoedfondsen lucratiever dan aandelen en obligaties De vastgoedaandelen op de Amsterdamse beurs scoorden in het tweede kwartaal van 2001 met een rendement van 6 procent beduidend hoger dan het gemiddelde van alle Nederlandse aandelen (3,5 procent) of obligaties (0,1 procent).

Technische toelichting
De herbeleggingsindex geeft de waardeontwikkeling van effecten weer, vermeerderd met rente- en dividenduitkeringen. Het totale rendement van een belegging wordt berekend uit de herbeleggingsindex en is de som van het koersrendement en het coupon- c.q. dividendrendement. De beleggingsindices houden geen rekening met transactiekosten, zoals aan- en verkoopkosten en bewaarloon. Ook met fiscale consequenties is geen rekening gehouden.