3 juni 2001
Toestemmingswet huwelijk Prins Willem-Alexander met Maxima Zorreguieta
Verenigde Vergadering der Staten-Generaal
Thom de Graaf
Dat de regering en de Verenigde Vergadering zich buigen over het
voorgenomen huwelijk van een lid van het Koninklijk Huis, komt de
laatste jaren zo vaak voor, dat het bijzondere karakter daarvan een
beetje lijkt te verbleken. De vierde en waarschijnlijk niet de laatste
keer in deze generatie. Men kon zich afvragen of voor elk van de
eerder gesloten huwelijken een toestemmingswet met het oog op de
troonopvolging noodzakelijk en zinvol was. Onweerlegbaar is dat wel zo
met het huidige wetsvoorstel. Het bijzondere van dit moment is niet
alleen dat regering en parlement plotseling bemoeienis hebben met iets
dat normaliter alleen twee mensen zelf aangaat, maar vooral dat het
hier gaat om de enige echte vermoedelijke troonopvolger. Het gaat om
de toekomstige Koning en zijn echtgenote. Ik had bijna gezegd: de
toekomstige Koning en Koningin, maar over die naamgeving kunnen wij
nog jaren denken en debatteren
Het ambt van staatshoofd is in een constitutionele monarchie geen
zelfgekozen bestemming, al kan men het wel ontvluchten. Het is veeleer
een opdracht die je overkomt. Een opdracht die samenvalt met inperking
van de persoonlijke vrijheid, die we elk ander mens niet snel zouden
aandoen. Behalve dan de echtgenoot of echtgenote.
Die functie is staatsrechtelijk weliswaar onvindbaar, maar niettemin
veelomvattend en tegelijk beperkend. De levenspartner van de Koning
deelt in dezelfde opdracht en dus in dezelfde insnoering van vrijheid
en persoonlijke keuze. In een monarchie is dat onvermijdelijk.
De mogelijkheden voor een eigen invulling, een eigen persoonlijke
ruimte naast het staatshoofd zijn dus beperkt. Dat dit voor de
echtgenoten niet altijd makkelijk is, hebben wij in het verleden
kunnen zien. Misschien wordt dat in de toekomst anders naarmate de
monarchie zich aanpast aan de moderne, democratische samenleving. D66
vindt onverminderd dat daar alle reden voor is. Een modern koningschap
op afstand van het politieke bestuur geeft ook mogelijkheden tot een
grotere eigen ruimte, zonder dat voortdurend het staatsbelang wordt
geraakt. In ieder geval ga ik er van uit dat Prins Willem-Alexander en
Maxima Zorreguieta zelf ook zullen zoeken naar een passende
hedendaagse invulling van hun toekomstige positie.
De persoonlijke keuze van de toekomstige koning kan een
maatschappelijke en politieke dimensie krijgen. Dat is het afgelopen
jaar voorafgaande aan de verloving wel gebleken. Ik heb al eerder
namens de Tweede kamerfractie van D66 mijn waardering voor de
opstelling van de regering en voor de woorden van Maxima Zorreguieta
zelf laten blijken. Ik herhaal dat hier graag namens alle D66-leden in
de Verenigde Vergadering. De betrokkenheid van vader Zorreguieta bij
de militaire junta blijft een kwetsbare kant van dit voorgenomen
huwelijk. In het Argentinië van toen gebeurde letterlijk wat de
dichter Borges eerder in een somber visioen beschreef: "dat elke
onmiddellijke stap van ons / over Golgotha's van anderen gaat".
Dat verleden en de rol van de vader van Maxima daarbij is voor twee
D66-leden, mevrouw Giskes en de heer Van Walsem, reden om hun stem aan
de Toestemmingswet te onthouden. De overige 16 leden van mijn fractie
steunen de wet wel, al erkennen ook zij dat het pijnlijke verleden een
rol speelt en wellicht zal blijven spelen.
De open en zorgvuldige wijze waarop het bruidspaar en vooral Maxima
tot op heden en hopelijk ook in de nabije toekomst met dit verleden
omgaat, kan de gemengde gevoelens die in een deel van de samenleving
over deze verbintenis bestaan, verzachten en misschien wegnemen.
Tijdens de voorbereiding van de behandeling van de Toestemmingswet is
uitvoerig van gedachte gewisseld over naamgeving en titulatuur. Ik heb
geen behoefte dat hier over te doen. De onduidelijkheid over een
consistente lijn is bij ons echter wel gebleven. De Prins van Oranje
heeft nu zijn prinses, maar niet zijn Prinses van Oranje, zegt de
regering. Of wel? Wie dat toch in het maatschappelijk gebruik
hanteert, weet in ieder geval van de prins geen kwaad. En dat lijkt
ons hier een voordeel.
Tot slot. 2 februari 2002 is een mooie dag voor een Koninklijk
huwelijk. Het leek ook zo'n mooie dag voor een verkiezingscongres van
mijn partij. In Krasnapolsky, op de Dam in Amsterdam. Na rijp beraad
hebben wij besloten het prinselijk paar deze potentiële ordeverstoring
niet aan te doen. Een enkele keer moet de politiek voor de monarchie
willen wijken!
Th.d.Graaf@tk.parlement.nl