Nationaal Dubo Centrum

Uit de Duboraad: herijking, EPA en Intentieverklaring particuliere sector

Overheid en marktpartijen voeren gezamenlijk overleg in de Duboraad en het Secondantenoverleg, het gremium waaraan een aantal taken van de Duboraad gedelegeerd is. De vergadering van de Duboraad eind maart stond grotendeels in het teken van de discussie over prioritering van de huidige Dubo 2000-projecten en versterking van de samenhang, met een doorkijk naar de tussentijdse evaluatie en herijking van het Beleidsprogramma Dubo 2000-2004 eind dit jaar.

Van de evaluatie- en herijkingsoperatie is de opzet en planning in hoofdlijnen aan de Duboraad ter bespreking voorgelegd.

Tussentijdse evaluatie
Ten behoeve van de tussentijdse evaluatie worden twee bouwstenen uitgewerkt:
De voortgang en resultaten van projecten uit het huidige uitvoeringsprogramma 2000-2001. Naast het inzicht in de voortgang en de geleverde producten wordt getracht zo veel mogelijk inzicht te geven in de resultaten en de effecten van de projecten in de praktijk. De context van het dubobeleid wordt in beeld gebracht om te kunnen beoordelen of de programmatische aanpak na 2004 kan worden verlaten en of de rijkstaken weer in de reguliere kaders kunnen worden uitgevoerd. De vier subthema's van de Nationale Pakketten zijn daartoe de ingang.

Herijking
De beleidsambitie wordt gesteund door een uitvoeringsprogramma voor de eerste twee jaar. Hierin zijn meer dan dertig projecten opgenomen. Bij de herijking wordt het uitvoeringsprogramma voor de volgende twee jaren (2002 en 2003) gepresenteerd. De voornoemde tussentijdse evaluatie moet een gerichte herijking mogelijk maken. De eerste ruwe schets van het nieuwe programma is aan de Duboraad voorgelegd. Hierin zijn de volgende thema's opgenomen:

* energiebesparing en duurzame energie in de gebouwde omgeving
* duurzame materiaaltoepassing en meetbaarheid
* comfortabel, gezond, veilig, schoon, toekomstwaarde
* duurzaamheid en kwaliteit in wijken en buurten
Een en ander moet in november uitmonden in een beleidsbrief aan de Tweede Kamer, waarin enerzijds een overzicht wordt gegeven van de voortgang en resultaten van de 36 Dubo 2000-projecten en anderzijds een heroriëntatie van de doelstellingen van het dubobeleid van het rijk en een nieuw, herijkt uitvoeringsprogramma voor de jaren 2002 en 2003.

Experimentfase EPA
Tevens hebben de leden van de Duboraad het eindrapport over de experimentfase EPA (Energieprestatieadvies) in de woningbouw ontvangen alsmede een annotatie over de onderzoeksresultaten ten aanzien van de koppeling van maatregelen en EPA in de Energiepremie.

De belangrijkste conclusies uit de EPA-experimenten luiden als volgt:
1. Uit de experimenten bij eigenaar-bewoners blijkt dat de adviseurs de aanpak enigszins wijzigen. Ten eerste maken ze beperkt gebruik van de beschikbare intake- en opnameformulieren, terwijl vanuit kwaliteitsoogpunt aan een gestandaardiseerde opname veel waarde wordt gehecht. Ten tweede wordt het advies zelden ter plaatse opgesteld en wordt het rapport vaak toegestuurd zonder mondelinge toelichting.

2. De in de basismethode voorgestelde aanpak wordt bij de professionele woningbeheerders grotendeels aangehouden.
3. De kwaliteit van de opname is voldoende, behalve bij de opname van een EPA voor een aantal gelijksoortige woningen. De adviezen zijn zinvol maar regelmatig te beperkt van opzet. Dit lijkt soms te relateren te zijn aan de achtergrond van de adviseur, maar vaak ook aan onvoldoende inzicht van de adviseur in de werking van de Energiepremie. Opgemerkt dient te worden dat de kwaliteit van de adviezen in de experimentfase niet direct te extrapoleren valt naar de kwaliteit van de adviezen in het generieke traject.
4. De basismethode EPA is bruikbaar, maar kent nog een aantal verbeterpunten. Belangrijke verbeterpunten zijn de rapportage aan de particulieren en de software (gebruikersvriendelijkheid, kostenberekeningen en mogelijkheden).

5. De autonome vraag van particulieren naar EPA's is nog beperkt, mede door de onbekendheid van EPA bij het grote publiek. Bewoners van oudere wijken, die in het kader van herstructurering en woningverbeteringstrajecten een EPA krijgen aangeboden, zijn geïnteresseerd in EPA. Dit geldt ook voor particulieren met verbouwingsplannen.

6. De professionele woningbeheerders kennen EPA in het algemeen en zijn geïnteresseerd in EPA. Belangrijke redenen voor interesse in EPA zijn de subsidieregeling, de grote investeringsopgave voor verbetering van het bestand en de noodzaak om de verhuurbaarheid van woningen te verbeteren.

Waarderingsonderzoek EPA
De belangrijkste conclusies van het onderzoek naar waardering en bekendheid van EPA zijn:

1. Eisen en vaardigheden van de EPA-adviseurs:
+ De eisen die vanuit de overheid aan de EPA-adviseurs worden gesteld, worden redelijk gevonden.

+ De kwaliteitsborging van de EPA-adviseurs wordt als te mager beschouwd.

2. Koppeling EPA aan Energiepremie:

+ Er is waardering voor de huidige koppeling tussen EPA en de Energiepremie bij respondenten die nu reeds een EPA hebben laten uitvoeren.

+ Ruim de helft van de respondenten die nog geen EPA hebben uitgevoerd, ervaart de koppeling wel als een drempel.
3. Effect van EPA: de consument is over het algemeen tevreden over het EPA. Het EPA heeft nu al geresulteerd in het treffen van extra energiebesparende maatregelen. Het additionele energiebesparende effect van het EPA bij professionele beheerders lijkt echter nog gering te zijn.

4. Bekendheid EPA: EPA is nog vrijwel onbekend bij particuliere woningeigenaren, maar wel bekend bij corporaties.

Beide onderzoeken hebben geleid tot diverse vervolgactiviteiten, waaronder het verbeteren van de kwaliteitsborging (op(zetten van certificering EPA-adviseurs door aantal marktpartijen), meer (massamediale) communicatie over EPA en (zodra de kwaliteitsborging geregeld is) het loslaten van de koppeling tussen EPA en maatregelen in de Energiepremieregeling.

Intentieverklaring particuliere sector
Tot slot is gesproken over de intentieverklaring Duurzaam Bouwen bij de particuliere sector woningbouw. In de intentieverklaring die begin december 2000 door de partijen is ondertekend, is een aantal onderwerpen op hoofdlijnen vastgesteld. De onderwerpen zijn onderscheiden in nieuwbouw, bestaande voorraad en consumentenbelangen.

In de verklaring spreken de partijen (Neprom en NVB voor de nieuwbouw, IVBN en Vastgoed Belang voor de bestaande voorraad, en VEH, Woonbond, NVM en VVE Belang voor de consumentenbelangen) de intentie uit medio 2001 een convenant te sluiten over duurzaam bouwen in de nieuwbouw en het beheer van woningen in de particuliere sector, met een looptijd tot 2004. Momenteel zijn drie werkgroepen, conform bovenstaande indeling en onder voorzitterschap van het ministerie van VROM, bezig om de thema's Nieuwbouw, Bestaande Voorraad en Consumentenbelangen verder uit te werken. De bedoeling is de onderwerpen uit de intentieverklaring te concretiseren en zo mogelijk te kwantificeren, zodat hierover in het convenant heldere en meetbare afspraken vastgelegd kunnen worden.

2 juli 2001