Grote Nota's en meer
De afgelopen maanden is er een aantal kabinetsnota's verschenen met
beleidsvoornemens die raakvlakken hebben met het inrichten van de
gebouwde omgeving. Aan de vooravond van het zomerreces, de
zomervakantie van het parlement in de maanden juli en augustus, tijd
voor een beknopt overzicht van de stand van zaken.
5e Nota Ruimtelijke Ordening
Deel 1 van de PKB (Planologische Kernbeslissing), verschenen in
december 2000, legt criteria aan voor de ruimtelijke kwaliteit in
Nederland. Duurzaamheid, menselijke maat en diversiteit zijn enkele
van deze criteria. Water als ordenend principe en het anders omgaan
met waterbeheer krijgen in deze nota de nodige aandacht: "De 5e Nota
RO is beduidend natter dan haar voorgangers", aldus staatssecretaris
De Vries (VenW). In april heeft een eerste overleg met de Tweede Kamer
plaatsgehad, in de zomer wordt deel 2 verwacht (het resultaat van alle
inspraak, overleg en advisering). Het definitieve kabinetsstandpunt
(deel 3) wordt niet voor het einde van 2001 verwacht.
Meer informatie vindt u hier.
Waterbeleid
Vorig jaar zijn drie beleidsnota's verschenen in het kader van een
nieuw beleid omtrent water: de nota Waterbeleid in de 21e eeuw, Ruimte
voor de Rivier en de Derde Kustnota. De principes hieruit hebben
inmiddels hun weg gevonden in andere beleidsnota's, onder andere in de
5e Nota RO. De in deze nota's aangekondigde vernieuwing van het
waterbeheer stond centraal in het overleg tussen de Kamercommissie
Verkeer en Waterstaat en staatssecretaris De Vries eind vorige maand.
Meer informatie vindt u in het Dossier Ruimte voor water hier.
Nota Wonen
De Nota Mensen, Wensen, Wonen (december 2000) bevat onder meer het
streven dat na 2005 eenderde deel van de uit te geven kavels onder
particulier opdrachtgeverschap ontwikkeld wordt. Dit streven wordt
door de Tweede Kamer breed ondersteund. Het overleg over deze nota was
voor de Kamer aanleiding de VROM-Raad een advies te vragen over het
vraagstuk multicultureel bouwen.
Meer informatie vindt u hier.
Nota Grondbeleid
Ook deze nota (december 2000) bevat voornemens ter bevordering van het
particulier opdrachtgeverschap: in de Grondexploitatiewet zal
particulier opdrachtgeverschap worden opgenomen als voorwaarde voor
verlening van een exploitatievergunning aan projectontwikkelaars.
Onlangs is het overleg met de Tweede Kamer over deze beleidsvoornemens
afgerond. Naar aanleiding hiervan hebben de fracties van PvdA, D66 en
CDA een initiatiefwetsvoorstel ter reparatie van de Wet voorkeursrecht
gemeenten ingediend (mei 2001). De indieners willen hiermee de
regiefunctie van gemeenten bij het realiseren van publieke doelen
versterken. Door het beperken van de mogelijkheden voor marktpartijen
om het gemeentelijke voorkeursrecht te ontwijken, moeten gemeenten in
staat zijn om marktpartijen te kiezen op basis van de beste
prijs-kwaliteitsverhouding. Bovendien maakt het voorstel het voor
gemeenten makkelijker om grond te verwerven zodat ze kunnen
participeren in publiek-private samenwerkingsconstructies zonder het
risico van lang slepende onderhandelingen en gerechtelijke procedures.
De Tweede Kamer moet dit initiatiefwetsvoorstel nog in behandeling
nemen.
Meer informatie over de Nota Grondbeleid vindt u hier.
Toekomst Wet Milieubeheer
Met de nota "Met recht verantwoordelijk, discussienota over de
toekomst van een op duurzame ontwikkeling gerichte milieuwetgeving in
een verantwoordelijke samenleving" (maart 2001) wil minister Pronk een
voorschot nemen op toekomstige aansluiting van milieuwetgeving op
actuele ontwikkelingen. Daartoe worden 22 voorstellen gedaan voor
toekomstige wetswijzigingen. Een voorbeeld is het voorstel om
beginselen van milieurecht die ten grondslag liggen aan het
overheidsbeleid wettelijk vast te leggen. Hierbij wordt gedacht aan
het duurzaamheidsbeginsel, het preventiebeginsel en het
voorzorgsbeginsel. Aan het eind van dit jaar volgen het definitieve
kabinetsstandpunt en het uitvoeringsprogramma. Afhankelijk van de
parlementaire behandeling daarna kunnen de feitelijke wetsvoorstellen
gepresenteerd worden.
Meer informatie vindt u hier.
Strategienota Omgaan Met Stoffen (SOMS)
SOMS (maart 2001) kondigt nieuw beleid aan voor het omgaan met
stoffen, met als doel: "zorg dragen voor een zodanig veilig gebruik
van stoffen, in alle fasen van de levenscyclus (van chemisch product
via (consumenten)producten naar afval en hergebruik), dat mens en
milieu geen of verwaarloosbare gevaren en risico's lopen. Ook in de
werkomgeving dienen veiligheids- en gezondheidsrisico's als gevolg van
beroepsmatig gebruik van stoffen te worden geminimaliseerd." Hveilig
gebruik van stoffen, in alle fasen van de levenscyclus (van chemisch
product via (consumenten)producten naar et bedrijfsleven wordt een
grote verantwoordelijkheid toebedeeld. Ketenverantwoordelijkheid is
één van de kernbegrippen. Onlangs heeft de Tweede Kamer met minister
Pronk over zijn voornemens gesproken. In de zomer zal de langverwachte
notitie Emissiereductiedoelstellingen Prioritaire Stoffen verschijnen.
Meer informatie vindt u hier.
Nationaal Verkeers- en Vervoersplan 2001- 2020 (NVVP)
Het kabinetsstandpunt NVVP (ofwel: deel 3 van de PKB NVVP), in mei
jongstleden uitgebracht, hanteert als uitgangspunten: mobiliteit mag,
beter benutten van bestaande infrastructuur, en nieuwe aanleg waar
nodig. Bereikbaarheid, veiligheid en kwaliteit van de leefomgeving
moeten door deze principes verbeterd worden. Beleid wordt aangekondigd
voor de aanpak van onder meer de uitstoot van schadelijke stoffen in
het verkeer en de geluidsproblematiek. De behandeling in de Tweede
Kamer wordt momenteel voorbereid in de vorm van schriftelijke vragen
van de Kamercommissie aan de minister.
Meer informatie vindt u hier.
Vierde Nationaal Milieubeleidsplan (NMP4)
Onder de titel "Een wereld en een wil: werken aan duurzaamheid" is op
13 juni jongstleden het NMP4 gepresenteerd, ondertekend door minister
Pronk en 8 collega-bewindslieden. De termijn die dit nieuwe NMP
beslaat, is 30 jaar. De wijze waarop de Tweede Kamer deze brede
kabinetsnota wil behandelen, moet nog worden vastgesteld.
Meer informatie vindt u hier.
Tweede Structuurschema Oppervlaktedelfstoffen (SOD-II)
Het bevorderen van winning van bouwgrondstoffen uit de grote
rijkswateren, van hergebruik in de bouw en van inzet van vernieuwbare
grondstoffen vormt de kern van het beleidsvoornemen uit het eerste
deel van het SOD-II (juni 2001). De winning van grind en
kalksteen(mergel) zal op lange termijn in ons land stoppen. De winning
van beton- en metselzand uit de uiterwaarden van de grote rivieren
wordt onder voorwaarden toegestaan. Er loopt inmiddels onderzoek naar
de haalbaarheid van het winnen van grondstoffen uit grote wateren als
de Noordzee en het IJsselmeer. Volgend jaar verschijnt deel 3 van het
SOD, het definitieve kabinetsbesluit.
Landelijk Afvalbeheersplan (LAP)
In juni heeft het kabinet het voorontwerp voor het beleidskader van
het eerste LAP vastgesteld. Het LAP, de opvolger van het
Tienjarenprogramma Afval, verschijnt op grond van de Wet Milieubeheer
om de vier jaar en biedt een doorkijk over een periode van 10 jaar.
Enkele hoofddoelstellingen zijn het verhogen van de nuttige toepassing
van afvalstoffen van de huidige 75% naar 85% in 2012 en het beperken
van de hoeveelheid te storten en te verbranden afval tot maximaal 9,5
Megaton in 2012. Begin juli heeft een eerste overleg met de Tweede
Kamer plaats. Dit najaar verschijnt het ontwerp-LAP, dat behalve het
beleidskader ook sectorplannen voor de verschillende afvalstromen
omvat, alsook capaciteitsplannen voor storten en voor verbranden. Deze
sector- en capaciteitsplannen worden uitgewerkt door het Afval Overleg
Orgaan.
Meer informatie vindt u hier.
Duurzaam geproduceerd hout
Het stadium van beleidsvoornemens is sinds lang gepasseerd als het
gaat om duurzaam geproduceerd hout. In 1998 heeft de
GroenLinks-fractie het initiatief genomen tot wijziging van de Wet
Milieubeheer (initiatief-M. Vos). Doel is de houthandel te verplichten
de herkomst van hout aan te geven (wel of niet afkomstig uit duurzaam
beheerde bossen). De parlementaire behandeling heeft enige tijd in
beslag genomen. Momenteel liggen dit wetsvoorstel en een wijziging
daarop (een zogenoemde novelle) ter behandeling voor bij de Eerste
Kamer.
2 juli 2001