SP eist 50 miljoen voor noodsituatie daklozenopvang
02-07-2001 * SP-fractievoorzitter Marijnissen zal deze week bij
de Voorjaarsnota 50 miljoen eisen voor de opvang van dak- en
thuislozen. Gezien de enorme problemen is het schandalig dat deze
sector die opkomt voor de meest kwetsbaren, afgescheept wordt met een
fooi van 2,5 miljoen. Uit een peiling van de SP blijkt dat door tekort
aan plaatsen en personeel dagelijks veel daklozen voor een dichte deur
komen. De werkdruk is onverantwoord hoog, met onacceptabele gevolgen
voor de veiligheid van personeel en daklozen. Een groeiend aantal
opvanginstellingen wordt bedreigd met sluiting vanwege
personeelstekort. De acties vandaag in Limburg laten zien hoe hoog de
nood is. Werkers in Limburg geven aan te stoppen met de opvang indien
er niet meer geld komt, omdat zij het niet langer verantwoord achten.
Naar aanleiding van verontrustende signalen uit de daklozenopvang,
heeft de Tweede Kamerfractie van de SP een korte peiling gehouden
onder daklozencentra in Nederland. In totaal hebben 56 centra
deelgenomen aan de enquête. De resultaten bevestigen de grote
problemen:
* In 47 instellingen (84%) is de capaciteit onvoldoende. Het aantal
mensen dat de deur wordt gewezen varieert van incidenteel tot 20
mensen per nacht.
* Bij 17 opvanginstellingen is er een regel dat je niet elke nacht
mag komen.
* Maar liefst 18 instellingen geven aan een ziekenboeg nodig te
hebben die ze niet hebben.
* 29 Instellingen zeggen daklozen te kennen die op straat zijn
overleden. Het genoemde aantal varieert van 1 tot 10 in de
afgelopen 2 jaar (in totaal gaat het om 61 mensen)
* 38 Instellingen (68%) vinden dat ze onvoldoende in staat zijn de
benodigde opvang en hulp te bieden en nog eens 7 instellingen
(12,5%) vinden dat op het randje.
* 51 Instellingen (91%) vinden de werkdruk te hoog
* 40 Instellingen (71%) kunnen niet voldoende personeel vinden. Als
redenen hiervoor werden gegeven: onvoldoende aantrekkelijke
arbeidsvoorwaarden, slechte CAO, te lage beloning, te hoge
werkdruk en te weinig financiële middelen om voldoende
beroepskrachten aan te stellen.