Rijksuniversiteit Groningen

20 Jun 2001

Internationaal congres en festival over middeleeuws theater

Middeleeuwen in Groningen


Van 2 tot 7 juli 2001 vindt aan de Groningse Faculteit der Letteren het tiende colloquium plaats van de Société Internationale pour l'étude du Théâtre Médiéval (SITM). Tegelijkertijd is er het Internationaal Middeleeuws Theaterfestival in de stad en de provincie Groningen. Theaterdeskundigen en spelers uit de hele wereld komen ter gelegenheid hiervan bijeen. Ook zijn er vele voorstellingen van middeleeuws theater te zien. Het congres wordt georganiseerd door de Universiteit van Amsterdam, de Katholieke Universiteit Nijmegen en de Rijksuniversiteit Groningen. Het festival wordt georganiseerd door de Stichting Europees Theater uit Middeleeuwen en Renaissance.

Theaterhistorici uit Europa, Azië, Australië, Afrika en Noord- en Zuid-Amerika hebben zich verenigd in de SITM. Sinds 1974 komt dit internationale en interdisciplinaire gezelschap eenmaal in de drie jaar bijeen. Tot nu toe vonden SITM-colloquia plaats in Leeds, Alençon, Viterbo, Dublin, Perpignan, Lancaster, Gerona, Toronto en Odense.

'Elckerlijc'

De congresbijdragen hebben betrekking op drie hoofdthema's. Het eerste is 'de verbeelding van het woord'. Onder deze noemer geven deskundigen presentaties over het fenomeen van de allegorie, een belangrijk stijlmiddel in het middeleeuws toneel, dat in ons land vooral bekend is door de figuur 'Elckerlijc' (Iedereen). Ook wordt aandacht besteed aan de verbeelding van God op het toneel. In het kader van het tweede thema, 'speeltechnieken en -omstandigheden' geven de theaterhistorici inzicht in hun onderzoek naar allerlei praktische opvoeringsgegevens: wie waren de acteurs en de regisseurs? op wat voor podia werd gespeeld? hoe zag de kostumering eruit? etc.

Peter Greenaway

Het derde thema betreft 'processies en festivals', die in de Middeleeuwen vaak het kader vormden van theatervoorstellingen. Ze kunnen op zichzelf als een theatergenre beschouwd worden. Op donderdag 5 juli maakt het internationale gezelschap een excursie door de provincie om het unieke Groningse cultuurlandschap, de vele middeleeuwse kerkjes en enkele borgen te bekijken. Deze excursie wordt mede georganiseerd door de Stichting Oude Groninger Kerken en het Gronings Landschap. Het colloquium sluit af met een bezoek aan de middeleeuwen-tentoonstelling 'Hel en Hemel' van Peter Greenaway, en een middeleeuwse maaltijd op de Ubbo Emmiussingel.

Koning Arthur in Thesinge

Tijdens het festival treden groepen op uit Nederland, Denemarken, Frankrijk, Italië, Spanje, Kroatië, Groot-Brittannië en de Verenigde Staten. Onder meer te zien zijn het beroemde Straatsburgse Ensemble Convivencia, acrobatisch straattheater door I Commedianti uit Italië, een Kroatisch mysteriespel door studenten van de Academy of Dramatic Arts of Zagreb en een meertalige voorstelling door de Seville Medieval Players. De voorstellingen behandelen uiteenlopende thema's, zoals romantische avonturen, ridderverhalen, mythologische en religieuze onderwerpen, maatschappelijke problemen. Ze vinden niet alleen plaats in het stadscentrum van Groningen (in en om het Harmoniegebouw), maar ook in de provincie. Zo brengt het Groningse gezelschap Marot een eigenzinnige interpretatie van een Nederlands mysteriespel in een boerderij in Kantens. Op een boerderij in Thesinge speelt De Rijge een stuk over Koning Arthur en zijn ridders.

Abele spelen

Niet voor niets is voor het tiende congres gekozen voor een Nederlandse locatie. De Lage Landen staan namelijk bekend als de bakermat van de oudste bewaard gebleven niet-religieuze toneelstukken, de veertiende-eeuwse 'abele spelen'. Ook bestond hier gedurende de vijftiende en zestiende eeuw een rijke en productieve theatercultuur, die destijds zeer experimenteel was en vele nieuwe genres heeft voortgebracht.

'Nieuw' repertoire

Hoewel de thematiek van het congres en het festival terugverwijst naar een voorbij tijdperk kan het festivalinitiatief een vernieuwing betekenen voor het hedendaagse Nederlandse toneel- en festivalrepertoire. In kringen van theatermakers - amateurs én beroeps - wordt nogal eens de klacht gehoord dat het Nederland ontbreekt aan een 'klassieke' canon van toneelliteratuur. Daarbij wordt deze voor ons taalgebied bijzondere en belangrijke periode over het hoofd gezien. Zij lijkt onder buitenlanders meer bekendheid te genieten dan in ons land. De Nederlandse stukken uit deze periode worden vaker opgevoerd in het buitenland, met name Engeland en Noord-Amerika, dan in hun land van herkomst.

Noot voor de pers

informatie over het congres: Jelle Koopmans (UvA), tel. (033)462 4596 of sitm@let.rug.nl
informatie over het festival: Jacques Tersteeg (RUG), j.j.t.m.tersteeg@let.rug.nl
medio juni verschijnt een festivalkrant die gratis verkrijgbaar is in openbare gelegenheden

website: http://www.let.rug.nl/~sitm