Vereniging Nederlandse Gemeenten

Persberichten

VNG wil meer duidelijkheid over financiering ambulancezorg

De VNG vindt dat er snel meer duidelijkheid moet komen over de bedragen die de minister van Volksgezondheid beschikbaar stelt om op korte termijn de tijdige aanwezigheid van ambulances bij ongevallen te vergroten. Uit onderzoek van de RIVM blijkt dat ongeveer 1,3 miljoen inwoners in geval van nood niet binnen vijftien minuten per ambulance worden bereikt. De VNG vindt dit onaanvaardbaar. Volgens het RIVM-onderzoek moet verbetering vooral worden gezocht in een betere spreiding van standplaatsen van ambulances. Welke kosten met een dergelijke operatie gemoeid zijn, geeft het RIVM niet aan.

Het vandaag gepresenteerde rapport levert waardevolle en betrouwbare gegevens op over de ambulancezorg in Nederland, maar schiet in de ogen van de VNG tekort als het gaat om het benodigde budget daarvoor. De berekende bedragen zijn gebaseerd op de vooronderstelling van een gewenste toekomstige situatie in de ambulancezorg, zoals de vorming van de Regionale Ambulancevoorzieningen (RAV). Daartoe moet nog een lang traject gelopen worden, waarvoor ook in financiële zin geïnvesteerd moet worden. Met deze op de toekomst gerichte blik is het RIVM voorbij gegaan aan de problemen in de huidige situatie.

De ambulanceregios zijn erg verschillend wat betreft financiële knelpunten, problemen in bereikbaarheid en de vorming van RAVs. Uit het onderzoek wordt niet duidelijk hoe het macrobedrag over de regios verdeeld kan worden. Nadere uitwerking door de betrokken partijen, waaronder de VNG is wenselijk. Het extra bedrag van vijftien miljoen gulden dat het rijk onlangs -vooruitlopend op de uitkomsten van het onderzoek- beschikbaar heeft gesteld is volgens de VNG niet voldoende om genoemde problemen op te lossen.

Het onderzoek heeft uitsluitend betrekking gehad op de technisch-organisatorische kant van de ambulancezorg. Belangrijke onderwerpen die momenteel ter discussie staan, zoals de besturingssystematiek in de ambulancezorg en de relatie met de Geneeskundige Hulpverlening bij Ongevallen en Rampen (GHOR) komen niet aan de orde. Voor de VNG zijn deze vraagstukken, mede in het licht van de aanbevelingen van de commissies Oosting en Alders, hoofdzaak in de meningsvorming van gemeenten over de ambulancezorg. De VNG staat op het standpunt dat gemeenten, verenigd in GHOR-besturen, moeten kunnen beschikken over voldoende bevoegdheden en over een goed toegeruste ambulancezorg om voorbereid te zijn op grote ongevallen en rampen. Het is een gemiste kans dat deze ontwikkelingen niet in het onderzoek zijn meegenomen.

De VNG wil daarom dat de minister op korte termijn haar opvatting over de toedeling van verantwoordelijkheden in de ambulancezorg kenbaar maakt en de vorming van RAVs stimuleert. Duidelijkheid over rollen en taken van de betrokken partijen helpt de ambulancesector om verbeteringen door te voeren. Daarbij gesteund door voldoende middelen.

27 juni 2001