Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties

Toespraak minister Van Boxtel, ter gelegenheid van "1 Juli Nationale Dag der Bezinning, Afschaffing Slavernij", georganiseerd door het Landelijk Platform Slavernijverleden
Een toespraak bij het onderwerp Nationaal monument slavernijverleden

1 juli 2001
Dames en heren,
In Wij slaven van Suriname" schrijft Anton de Kom: "Wanneer wij, kleine negerjongens, kinderen of kleinkinderen van slaven, op school les in de vaderlandse geschiedenis kregen, dan was dat natuurlijk de geschiedenis der blanke krijgsmannen.. Wij die de namen van de opstandelingen Bonni, Baron en Joli Coeur tevergeefs in ons geschiedenisboekjes zochten, beijverden ons om vlug en nauwgezet voor het examen de namen en jaartallen op te dreunen der Nederlandse gouverneurs... Geen beter middel om minderwaardigheidsgevoel bij een ras aan te kweken, dan dit geschiedenisonderwijs".
Wie zijn geschiedenis niet kent, zal nooit het heden begrijpen. De geschiedenis van de slavenleiders Tula en Karpata die in Curaçao een heroïsche rol hebben vervuld in de strijd tegen de slavernij, zullen hier net zo bekend worden als Hannie Schaft, het meisje met het rode haar. Daarom herdenken we vandaag dat Nederland op 1 juli 1863 de slavernij afschafte... althans op papier. Tegelijkertijd moeten we helaas constateren dat 138 jaar later in de praktijk nog steeds niet overal gelijke behandeling plaatsvindt van leden van minderheden ten opzichte van de meerderheid. In 2001 worden nog steeds leden van minderheden geweigerd in discotheken, bestaat er een glazen plafond op de werkvloer en worden medewerkers op ongepaste wijze bejegend op grond van hun huidskleur. Toch ligt in artikel 1 van onze Grondwet de gelijkwaardigheid van eenieder vast, ongeacht ras, etnische herkomst, sekse of seksuele geaardheid. Onze samenleving kent mensen uit minderheden dezelfde kansen toe als autochtone Nederlanders maar in de praktijk zijn er toch, bewust of onbewust, kleurbarrières aanwezig. De recente rellen in Engeland zijn er een voorbeeld van hoe snel de vlam in de pan kan slaan.
Alledaags racisme ligt vaak uiterst subtiel waarbij eenzelfde voorval een verschillende betekenis kan krijgen afhankelijk vanuit wiens gezichtspunt je het beziet. Als je lid bent van een minderheidsgroep en je je niet gemakkelijk voelt in je omgeving dan kan zoiets als elkaar dwars zitten in welke vorm dan ook een totaal andere lading krijgen, dan wellicht bedoeld. Het is zo belangrijk dat ons Nederlandse slavernijverleden wordt ontdaan van het aura van geheimzinnigheid en verborgenheid. Als regering hebben we ons er twee jaar geleden aan gecommitteerd om het slavernijverleden een zichtbare plek te geven in onze samenleving en het publiek debat aan te wakkeren over ons slavernijverleden. Het is een gegeven dat de vele nazaten van slaven elk een eigen en persoonlijke invulling geven aan het slavernijverleden. Waar de een het ernstig benadrukt, beschouwt de ander het als een "gewoon" historisch feit.
Dat is ieders eigen recht, maar het is zeker ieders plicht, ook van autochtonen, de geschiedenis in al zijn verschijningsvormen te kennen.
De slavernij voorbij, niet alleen op papier maar ook in woord en daad.
Ik ben trots op de resultaten die we tot op heden met alle betrokken partners in het proces hebben bereikt. Het doet mij bovendien erg goed te kunnen constateren dat het draagvlak voor een herijking van ons slavernijverleden in de samenleving en de kennis daarover groeiende is, mede dankzij alle activiteiten van het Comité van Aanbeveling. Daartoe is veel werk verricht de afgelopen periode en er zijn ook veel resultaten bereikt. Een concreet geboekt resultaat is de website "slavernijverleden" die ik een jaar geleden tijdens de 1 Juli herdenking in de Grote Kerk in Den Haag in gebruik stelde. Dit eigentijdse communicatiemedium is een belangrijk instrument gebleken om de publieke discussie te voeren over het slavernijverleden maar ook om informatie uit te wisselen. Begin dit jaar heb ik met sitebezoekers live gechat over dit onderwerp. Nu staat er opnieuw iets bijzonders te gebeuren. Binnenkort zult u een virtuele slavenreis kunnen maken op onze website. Ik wil u deze indrukwekkende en soms confronterende virtuele reis van harte aanbevelen.
Het Comité van Aanbeveling is heel actief geweest. Er zijn publieke debatten gevoerd over het slavernijverleden in Den Haag, Amsterdam en Nijmegen, er is een scholierenprijsvraag georganiseerd en er zijn meer dan 25 goodwill-ambassadeurs actief. Heel veel energie is er de afgelopen periode gestoken in de realisatie van een nationaal Monument Nederlands Slavernijverleden. Negen kunstenaars zijn door de regering uitgenodigd een voorlopig ontwerp in te dienen. De ontwerpen zijn eerder tentoongesteld in het Amsterdamse stadhuis én staan nu in de hal van mijn eigen departement van BZK. Boven verwachting veel mensen hebben gebruik gemaakt van de mogelijkheid hun stem uit te brengen op hun favoriete ontwerp. Er zijn maar liefst 5.000 stemmen uitgebracht. De uiteindelijke keuze hebben collega Van der Ploeg en ik gemaakt op basis van de adviezen van een Commissie van Deskundigen, het Comité van Aanbeveling en het advies van het Landelijk Platform Slavernijverleden, het Platform dat het initiatief nam tot het monument, en van de gemeente Amsterdam. De uitslag van de publiekspoll heeft een belangrijke rol gespeeld bij het uiteindelijke besluit.
Monument door Erwin de Vries Ik heb vandaag daarom de eer en het genoegen de naam van de kunstenaar die het slavernijmonument zal gaan realiseren aan u bekend te maken. Maar voor ik dat doe wil ik van dit moment gebruik maken om de acht kunstenaars op wie de keuze niet is gevallen van harte te danken voor hun creatieve bijdragen.
De motivering voor de uiteindelijke keuze voor het ontwerp is de volgende: "De menging van abstracte en figuratieve elementen in combinatie met de grote expressiviteit maakt dit ontwerp heel toegankelijk. Tegen de achtergrond van de functie van het monument, namelijk herdenking en viering door een breed publiek, is dit een belangrijk aspect. De toegankelijkheid wordt vergroot door een heldere uitbeelding van het verleden, het markerende punt van de vrijmaking en de onbegrensde toekomstperspectieven. Bij de keus van het ontwerp heeft meegespeeld dat het bij het nationaal monument slavernijverleden zowel gaat om het werk van één kunstenaar als om een monument dat een
historisch-maatschappelijke betekenis voor velen moet hebben". Kortom: de slavernij herkend, onderkend én afgewend, omwille van een gelijkwaardige plek voor iedereen in onze samenleving. Dames en heren, Erwin de Vries zal het Nationaal Monument Nederlands Slavernijverleden maken!
Ik dank u voor uw aandacht.
N.B. alleen het gesproken woord geldt.