Commissariaat voor de Media

ACTUEEL : 29 JUNI 2001 - COMMISSARIAAT WAARSCHUWT VOOR GEVOLGEN DREIGENDE CRISIS COMMERCIëLE OMROEP

In een bijdrage aan de discussie over de herziening van de Richtlijn televisie zonder grenzen, de Europese mediawetgeving, heeft het Commissariaat voor de Media opgeroepen om het mediabeleid op Europees niveau ingrijpend te herzien. Het Commissariaat ziet aanleiding het roer om te gooien vanwege marktontwikkelingen in de omroepsector die de culturele diversiteit van Europa in gevaar brengen en vanwege de dreigende verschraling van de programma's van de commerciële omroepen nu de crisis in de dotcom en telecomsector dreigt over te slaan naar de omroep en de av-sector.

Doelstellingen als culturele diversiteit, redactionele onafhankelijkheid, kwaliteit, zelfstandigheid en een scheiding van commerciële en programmatische belangen spelen volgens het Commissariaat een te geringe rol in het Europese mediabeleid. Zeker nu de programma's van de commerciële omroepen onder druk komen te staan van tegenvallende inkomsten en ook de AV-producenten en de facilitaire industrie daarvan de nadelen zullen ondervinden, is een actievere rol van de Commissie en de lidstaten nodig om verschraling van het informatie aanbod te voorkomen. Dat is mogelijk binnen de verdere economische ontwikkeling van de AV-sector en naast het opereren van sterke publieke omroepen. Juist bij economisch zwaarder weer moeten initiatieven genomen worden waarvan uiteindelijk de Europese burger profiteert.

Ondanks de offensieve strategie van de afgelopen jaren lijkt de commerciële omroep er niet in te slagen een gezond economisch fundament onder hun media activiteiten te leggen. 2001 wordt een zwaar jaar voor radio en televisie. In de maalstroom van de malaise in de ICT en telecombranche krijgt nu ook de omroepsector het zwaar te verduren. De belangrijkste oorzaken voor de nakende crisis zijn fors teruglopende reclame-inkomsten, de vertraging in de digitalisering en klad die is getreden in de ontwikkeling van renderende internetdiensten.

De eerste twee kwartalen van 2001 laten een desastreuze terugval zien in de mediabestedingen van adverteerders. In vrijwel alle landen van Europa houden zenders rekening met daling van de reclamebudgetten van 8 tot 15 procent ten opzichte van 2000. Bij de grote mediaconcerns wordt bovendien de voorzichtige schatting gemaakt dat pas over 3 tot 5 jaar de reclame-inkomsten weer op het niveau van vorig jaar zullen liggen.

De daling komt met name door de terugval in mediabestedingen van de dotcom en telecom sector, die de afgelopen jaren vooral voor de groeiende reclamevolumes zorgden. Maar ook traditionele adverteerders doen een pas op de plaats.

De teruglopende inkomsten brengen de rentabiliteit van de zenders direct in gevaar en dwingen het management tot ingrijpende maatregelen. Zeker nu vrijwel alle zenders deel uitmaken van internationale beursgenoteerde mediaondernemingen die de gerede kans lopen in het huidige beursklimaat bij winstwaarschuwingen zwaar afgestraft te worden door de beleggers.

De zenders hebben vooralsnog beperkte mogelijkheden om de terugval in reclame-inkomsten te compenseren met nieuwe inkomstenstromen. Daarvoor is de relatieve afhankelijkheid van adverteerders te groot en zijn nieuwe activiteiten nog onvoldoende ontwikkeld.

Zo lijken door de internetkrach nieuwe informatie en e-commerce diensten op de korte termijn niet rendabel te exploiteren. Voor de komende vijf tot tien jaar staan alle signalen op het spoor naar commerciële internettoepassingen eigenlijk op rood. Dat betekent dat de omroepen in die periode gewoon met radio en televisie hun geld zullen moeten verdienen. Tegelijkertijd zijn wel enorme investeringen in vooral digitalisering en ondersteunende diensten noodzakelijk.

Zenders zijn dus naarstig op zoek naar nieuwe inkomstenbronnen en een effectievere exploitatie van bestaande. Het is echter onmogelijk om de tegenvallende reclame-inkomsten te compenseren zonder de snijden in de programmabudgetten. Eerste slachtoffer daarbij is de eigen programmaproductie. De nieuwsvoorziening van commerciële zender die arbeidsintensief en duur is staat al vaker ter discussie en komt opnieuw in de gevarenzone. Maar zeker op de productie van eigen shows en drama zal worden bezuinigd. In plaats van eigen product zullen zenders meer oud materiaal gaan uitzenden en herhalingen van publieksfilms en series. En daarmee dringt de dotcomcrisis ook door tot de producenten en de facilitaire bedrijven. Er bestaat dus een gerede kans dat de komende maanden de malaise van de internet en telecommunicatiebranche zich als een inktvlek zal uitbreiden via de omroep naar de audiovisuele productiemarkt en de facilitaire bedrijven.

De Europese Unie en de nationale lidstaten lijken zich onvoldoende bewust van de verschraling van het productie aanbod. Zij belijden wel met de mond het belang van culturele diversiteit, onafhankelijkheid van de informatievoorziening, scheiding van redactie en commercie, consumentenbescherming of stimulering van de Europese markt, uiteindelijk is de benadering toch vooral technology driven en gericht op de totstandkoming van een Europese mediamarkt. Met alle consequenties voor het voortbestaan van zelfstandige mediaconcerns op regionaal of landelijk niveau van dien.

Het is de vraag of de Commissie en veel van de lidstaten de juiste instrumenten hanteren voor de ontwikkeling van de commerciële omroep, zowel vanuit economisch oogpunt als vanuit het vitale belang van de sector voor de informatievoorziening. Zo werkt één van de belangrijkste sturingsinstrumenten uit de Richtlijn televisie Zonder Grenzen, de verplichting om 50 procent van de zendtijd te besteden aan europees onafhankelijk product, averechts. De titanenstrijd Europa versus de Amerikaanse entertainmentindustrie bepaalt het beleid. Niet het belang van programma's en diensten die voorzien in de culturele en maatschappelijke behoefte van regio's, taalgebieden of landen.

Die preoccupatie met het Europees product en de Europese AV-markt is fnuikend voor de bediening van lokale markten door commerciële zenders, vooral in combinatie met de lankmoedigheid waarmee de Commissie opeenvolgende fusies en mergers heeft toegestaan tussen Europese mediamogols vanuit de idee dat er een Europese mediamarkt dient te ontstaan als tegenwicht tegen de grote Amerikaanse bedrijven. Gevolg is dat in Europa nog slechts een handvol mediamultinationals bepalen hoe het gros van de programmering er op de meeste commerciële zenders uitziet. Nu de zelfstandige commerciële zenders nog op één hand te tellen zijn en de rest afhankelijk is van multimedia ondernemingen krijgen kijkers in ieder land inmiddels hetzelfde voorgeschoteld. De ruggengraat van de programmering is daarbij nog steeds major Amerikaanse series en grote Amerikaanse films. Die zorgen voor de ratings. En die pakketten films en series, maar ook de formats voor soaps, realityTV, human interest, spel en shows en steeds vaker sport, vinden allemaal hun weg naar de kijker via de lange armen van mediamagnaten als Pierson, Kirch, Murdoch of Bertelsmann.

Een belangrijke invalshoek bij de volgend jaar voorziene herziening van de Europese mediawetgeving zou dan ook moeten zijn: minder angst voor Amerikaanse AV-overheersing en dus versoepeling van de quota Europees product. En tegelijkertijd meer aandacht voor het stimuleren van programma-productie in landen en regio's van de Unie.

Steeds meer landen proberen inmiddels stimuleringsmaatregelen voor de film uit. Daarbij wordt vooral getracht via fiscale arrangementen investeringen in film aantrekkelijk te maken. Van vergelijkbare stimulering van AV-producties voor de commerciële markt is veel minder sprake. De Commissie zou een veel actiever beleid moeten voeren om lidstaten aan te zetten om vergelijkbare fiscale instrumenten te ontwikkelen voor bijvoorbeeld drama, series en documentaires voor TV. Te denken valt bijvoorbeeld aan publiek private samenwerking, waarbij de overheid bepaalde investeringen in AV-producties matcht, aan ondernemersaftrek voor AV-producenten of aan investeringsaftrek voor particuliere investeerders in AV-producties om venture capital aan te trekken.

Tegelijkertijd zou de plicht om lokale markten te bedienen met nationaal product aangescherpt moeten worden en kan het quotum Europees product omlaag.

Juist vanwege het belang van de culturele diversiteit zou de Commissie bij mergers tussen mediabedrijven meer aandacht moeten besteden aan de gevolgen voor de pluriformiteit in het programma-aanbod. Teveel wordt nu slechts naar de economische machtspositie van nieuwe mediabedrijven gekeken, terwijl inmiddels de rechtenmarkt zo gemonopoliseerd lijkt dat het voor zelfstandige commerciële omroepen, maar ook voor de publieke omroep vrijwel onmogelijk is geworden om programmarechten te verkrijgen.

Steeds meer programma's komen tot stand komen dankzij sponsoring of in coproductie met een sponsor. Steeds vaker ook levert de sponsor kant en klare programma's aan; van muziekspecials tot volledig betaalde consumentenprogramma's. Het gevaar dreigt dat omroepen hun eindverantwoordelijkheid voor de inhoud van de programma's en hun programmering te ver moeten afdragen aan mediabureaus en sponsors en dat een groot deel van de programmering daarmee slechts nog drager wordt van de commerciële boodschap.

Daarom is het van belang strengere regels te stellen aan het tonen en noemen van producten en diensten, maar ook van de logo's of namen van de sponsor. In het licht van het sluikreclameverbod zou de Commissie voorstellen kunnen doen voor aanscherping, verduidelijking en harmonisatie van de invloed en exposure van sponsors in programma's en bij de verslaggeving van grote evenementen.

Tegelijkertijd lijken de regels voor de reclamemaxima een optimale reclame exploitatie te bemoeilijken. Als sponsors afstand moeten houden bij de programma's moeten adverteerders de mogelijkheid krijgen gerichter te adverteren rond die programma's en in duidelijk herkenbare reclameblokken in programma's. De Commissie zou moeten overwegen of commerciële omroepen niet wat vaker en meer reclameboodschappen zouden mogen uitzenden.

De gehele bijdrage van het Commissariaat is op deze site te vinden onder Actueel > Toespraken.