Titel: KAMERVRAGEN OVER ONBENUTTE OUDERDOMSAFTREK
Persberichtnr.
01/196
Den Haag
29 juni 2001
VRAGEN AAN DE STAATSSECRETARIS VAN FINANCIËN VAN DE LEDEN VAN DE TWEEDE KAMER DER STATEN-GENERAAL MOSTERD EN BALKENENDE (CDA )OVER ONBENUTTE OUDERDOMSAFTREK
VRAGEN
1.
Onderschrijft u de ervaringen van de (Katholieke Bond van Ouderen) KBO-adviseurs dat veel ouderen geen gebruik maken van de belastingaftrek buitengewone lasten wegens ziekte en/of invaliditeit?¹¹
2.
Hoeveel ouderen maken geen gebruik van deze
belastingaftrekmogelijkheden?
3.
Is het totale aftrekbare bedrag dat daardoor onbenut blijft inderdaad 50 miljoen?
Zo ja, wanneer en op welke wijze is daar onderzoek naar gedaan en zo nee, wat is dan de omvang van dit bedrag en wanneer en op welke wijze is daar onderzoek naar gedaan?
4.
Is het waar dat de oorzaak van het niet gebruik maken hiervan is dat deze ouderen geen aangifte inkomstenbelasting doen? Zo, ja, welke stappen gaat u ondernemen om die oorzaak weg te nemen? Zo nee, waar wordt dat dan door veroorzaakt?
5.
Op welke wijze wordt de voorlichting over deze belastingaftrek en de facilitering om daarvan vervolgens ook gebruik te kunnen maken tot op heden vorm gegeven? Hoe krijgen die gestalte in de voorlichting over en facilitering bij het nieuwe belastingstelsel?
Antwoorden
1, 2, 3 en 4.
Het ouderdomsforfait is een onderdeel van de
buitengewonelastenregeling (sinds 1 januari 2001 de regeling voor
buitengewone uitgaven). Deze regeling wordt op huishoudenniveau
toegepast. Op dit moment zijn er in Nederland ruwweg 1,6 miljoen
huishoudens waarvan een 65-plusser deel uitmaakt. Of en tot welk
bedrag recht bestaat op aftrek is afhankelijk van zowel het inkomen
als de feitelijke uitgaven wegens ziekte en invaliditeit van elke
belastingplichtige/huishouden. Uit onderzoek van de Belastingdienst
blijkt dat ongeveer 275 000 belastingplichtigen van 65 jaar of ouder
en huishoudens met ouderen gebruik maken van de
buitengewonelastenregeling in de aangifte inkomstenbelasting. Daarvan
maken er circa 246 000 gebruik van het ouderdomsforfait. Circa 29 000
belastingplichtigen van 65 jaar of ouder en huishoudens met ouderen
die wel aftrek van buitengewone lasten hebben maken dus geen gebruik
van het ouderdomsforfait. Hiervoor kunnen verschillende redenen zijn.
Het kan zo zijn dat de 65-plusser op 1 januari de leeftijd van 65 nog
niet had bereikt waardoor er voor dat jaar geen recht bestaat op het
ouderdomsforfait. Het kan ook zo zijn dat vergeten is om het
ouderdomsforfait op te voeren. Dit is in het aangiftesysteem niet
zichtbaar.
Daarnaast zijn er belastingplichtigen van 65 jaar en ouder die wel
aangifte inkomstenbelasting doen maar geen buitengewone lasten voor
ziekte claimen. Hiervoor geldt dat een eventuele teruggaaf
inkomstenbelasting in verband met buitengewone uitgaven wegens ziekte
in sterke mate afhankelijk is van de persoonlijke situatie van een
belastingplichtige. Een aantal ouderen zal bijvoorbeeld niet voor het
ouderdomsforfait in aanmerking komen omdat zij met hun ziektekosten
niet boven de drempel uitkomen. Omdat de Belastingdienst niet van
iedere belastingplichtige de hoogte van de ziektekosten kent, is het
voor de Belastingdienst onmogelijk om te constateren of een
individuele belastingplichtige de aftrekpost buitengewone lasten
wegens ziekte is vergeten.
Ten slotte is er een groep ouderen die geen aangifte
inkomstenbelasting doet. Het actief benaderen van groepen die mogelijk
recht hebben op een teruggaaf inkomstenbelasting is in het verleden op
beperkte schaal gebeurd. De ervaring leert dat dit slechts tot een
zeer geringe respons leidt, ook bij groepen die beter te benaderen
zijn en minder vatbaar voor formulierenvrees, dan de groep 65
plussers. Tevens bestaat de mogelijkheid dat door aanwezigheid van
andere (inkomens)bestanddelen de belastingplichtige helemaal geen
recht heeft op een teruggaaf of zelfs een aanslag krijgt.
Gezien het bovenstaande is het niet mogelijk om een gefundeerd oordeel te geven over de feitelijke omvang van het niet-gebruik en de vraag of hierdoor een bedrag van 50 miljoen gulden onbenut blijft.
5.
Door de Belastingdienst wordt het nodige aan voorlichting en
informatieverstrekking gedaan.
In de toelichting op de aangifte inkomstenbelasting wordt bij de
buitengewone lasten vanzelfsprekend op de (standaard)aftrek gewezen.
Daarnaast bestaat er de brochure over buitengewone lasten, waarin het
ouderdomsforfait wordt beschreven. Voorts verschijnt in het julinummer
van het blad uw AOW/Anw dat de SVB onder ouderen verspreidt, een
artikel waarin alle ouderen inclusief degenen die geen aangifte doen
wordt gewezen op de aftrekmogelijkheid voor buitengewone lasten voor
ziekte. Ten slotte beziet de Belastingdienst op dit moment op welke
wijze extra aandacht in de voorlichting aan dit onderwerp kan worden
besteed. De Belastingdienst is bijvoorbeeld voornemens een project
belastingvoorlichting 21e eeuw voor ouderenbonden op te zetten en
extra aandacht aan dit onderwerp te besteden bij de campagne
hulp-bij-aangifte 2002.