Antwoorden op kamervragen over de beïnvloeding van een
vertrouwenscommissie voor de benoeming van een burgemeester
Een parlementair stuk bij het onderwerp Benoemingen burgemeesters
18 juni 2001
Vragen van het lid Halsema (GroenLinks) aan de minister van
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de beïnvloeding van
een vertrouwenscommissie voor de benoeming van een burgemeester.
Ingezonden 30 mei 2001.
1. Vraag
Kloppen de berichten (Het Utrechts Nieuwsblad van 19 mei jl., 25
mei jl. en 26 mei jl.) dat de Commissaris van de Koningin van
Utrecht, de Houtense vertrouwenscommissie heeft verzocht te
overwegen een bepaalde kandidaat voor het burgemeesterschap in de
procedure op te nemen dan wel bij u voor te dragen, geruime tijd
na het verstrijken van de sluitingstermijn? Zo ja, is het waar dat
het de tweede keer in twee jaar is dat deze Commissaris van de
Koningin probeert op deze wijze invloed uit te oefenen op de
benoeming van een burgemeester in zijn provincie?
1. Antwoord
De procedure die leidt tot de benoeming van een burgermeester
heeft een vertrouwelijk karakter. Een vertrouwenscommissie dient
geheimhouding te betrachten. Dit geldt ook voor anderen die in
deze procedure zijn betrokken. Daarom vind ik geen ruimte om
inhoudelijk op de gang van de procedure in dit concrete geval in
te gaan. Omtrent de signalen die ook mij bereikt hebben, heb ik me
laten informeren door de commissaris van de koningin in de
provincie Utrecht. ln alle informatie waarover ik beschik,
waaronder begrepen het advies van de vertrouwenscommissie en een
persverklaring van de vertrouwenscommissie, vind ik geen enkele
aanleiding voor de veronderstelling dat de procedure niet op
gepaste wijze is doorlopen.
2. Vraag
Hoe beoordeelt u het optreden van de Commissaris van de Koningin
jegens de vertrouwenscommissie in deze fase van de procedure van
een burgemeestersbenoeming, in het bijzonder het geven van een
oordeel over de geschiktheid van bepaalde personen? Is het
gebruikelijk dat een Commissaris van de Koningin zo laat in de
procedure nog met nieuwe kandidaten naar de vertrouwenscommissie
komt? Deelt u de mening van de kabinetschef van de Commissaris van
de Koningin dat met deze wijze van benaderen van de
vertrouwenscommissie niet veel mis is?
2. Antwoord
lk verwijs u naar mijn antwoord op de eerste vraag. ln het
algemeen kan ik hieraan toevoegen dat in de procedure een aantal
momenten is waarop de vertrouwenscommissie met de commissaris van
gedachten wisselt over kandidaten, die gesolliciteerd hebben, die
de commissaris geselecteerd heeft, die de vertrouwenscommissie
naast die selectie eventueel zou willen ontvangen en die de
commissie een plaats geeft in haar advies.
3. Vraag
Kunt u uw licht laten schijnen over de wenselijkheid van
beïnvloedingsmogelijkheden van de Commissaris van de Koningin en
in uw antwoord anticiperen op de nieuwe wettelijke procedure voor
de benoeming van de burgemeester, waarin de vertrouwenscommissie
en de gemeenteraad een veel zwaardere rol krijgen in de selectie,
de beoordeling, en het advies aan de minister?
3. Antwoord
Ook in de nieuwe procedure die aan de orde zal zijn als de Eerste
Kamer wetsvoorstel 25 444 heeft aanvaard, zijn momenten van
overleg tussen vertrouwencommissie en commissaris voorzien. Ook
hier speelt de commissaris een rol in de selectie van geschikte
kandidaten. Ook hier zal hij zijn selectie onderbouwd toelichten
aan de commissie, die beslist welke kandidaten zij wil ontvangen.
Nieuw zal zijn dat de raad een openbare aanbeveling aan de
minister zendt.
4. Vraag
Welke maatregelen neemt u om beïnvloeding van (leden van de)
commissies voor benoemingen van personen in publieke functies in
de toekomst te voorkomen?
4. Antwoord
Zie mijn antwoord op de eerste vraag.
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties