Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer

Nieuwe ammoniakwet aan de Tweede Kamer aangeboden (29-6-2001)


Nieuwe veehouderijen mogen zich vanwege de ammoniakuitstoot niet meer vestigen in kwetsbare bos- en natuurgebieden van de ecologische Hoofdstructuur en in zones van 500 meter daaromheen, tenzij het gaat om het houden van dieren ten behoeve van instandhouding van de natuur. Uitbreidingsmogelijkheden van bestaande veehouderijen in deze gebieden en zones worden sterk ingeperkt. Dit staat in het Wetsvoorstel ammoniak en veehouderij die ministers Pronk (VROM) en Brinkhorst (LNV) naar de Tweede Kamer hebben gestuurd. Het wetsvoorstel komt in de plaats van de Interimwet ammoniak en veehouderij uit 1994, die per 1 januari 2002 vervalt.

Uitbreidingsmogelijkheden voor veehouderijen
Biologische veehouderijen kunnen in de kwetsbare gebieden en de zones daaromheen onbeperkt uitbreiden. Dit geldt ook voor boeren die dieren houden voor instandhouding van de natuur of die schapen en paarden houden. Als een veehouder met andere dieren uitbreidt moet aan een emissieplafond worden voldaan. Voor melkrundveebedrijven geldt een emissieplafond van 800 kg ammoniak per jaar.Voor bedrijven met varkens en kippen geldt een plafond dat afgeleid is van de bestaande emissie, gecorrigeerd met toepassing van de standder techniek. De stand der techniek wordt vastgelegd in het Besluit ammoniakemissie huisvesting veehouderijen ("AmvB-huisvesting"), waarvan het ontwerp op 23 mei jl. in de Staatscourant is gepubliceerd. Met het emissieplafond wordt gegarandeerd dat de emissie per veehouderij niet toeneemt en dat de emissiewinst die door het toepassen van de stand der techniek wordt bereikt niet ongedaan wordt gemaakt door meer dieren te gaan houden. Uitbreiding van het aantal dieren is alleen mogelijk, indien verdergaande technieken wordentoegepast.Anticipatie In het wetsvoorstel is een regeling opgenomen, die ongewenst anticiperen op de nieuwe ammoniakregels tegengaat. Deze regeling is bij brief van 8 december 2000 aan de Tweede Kamer medegedeeld en in de Staatscourant bekendgemaakt.