OPTA

Date: Fri, 29 Jun 2001 18:24:29 +0200
Sender: dick@nieuwsbank.nl
Message-Id:

Nummerportabiliteit Een evaluatie van de last onder dwangsom

Eindrapport

BESCHOUWING EN CONCLUSIES

Doel van deze evaluatie was te achterhalen in hoeverre continuering van de last onder dwangsom met betrekking tot nummerportabiliteit noodzakelijk en/of wenselijk is.

Kwaliteit
De mobiele telefonie-aanbieders, dealers en de organisaties ter behartiging van eindgebruikers geven allen aan dat de kwaliteit van de nummerportabiliteit tegenwoordig hoog is. Toch wordt er tegelijkertijd gesproken over het nog altijd relatieve hoge percentage blockingen (porteringsweigeringen) door donor-aanbieders. De meeste hiervan worden veroorzaakt door verschillen in NAW-gegevens of opzegtermijnen die in acht genomen moeten worden. Ook blijken systeemstoringen sporadisch het proces te vertragen.

Desalniettemin is er een duidelijke kwaliteitsverbetering merkbaar ten opzichte van een jaar geleden, toen de last onder dwangsom werd ingesteld. Vooral het aantal onnodige blockingen is aanzienlijk teruggebracht. De veranderingen zoals die het laatste jaar zichtbaar zijn, worden door een meerderheid van de partijen toegeschreven aan een aantal specifieke factoren. Deze hebben voornamelijk betrekking op de volwassenwording van het nieuwe porteringsproces, de vergrootte kennis ervan bij de aanbieders, verdere automatisering van het proces en een betere samenwerking tussen de verschillende partijen. Door ongeveer de helft van de betrokken partijen wordt specifiek vermeld dat ook de last onder dwangsom heeft bijgedragen aan de kwaliteitsverbetering.

Last onder dwangsom
Toch zijn de meningen over de effecten van de last onder dwangsom verdeeld. Een aanzienlijke groep meent dat de kwaliteitsverbetering reeds was ingezet ruim voordat OPTA de maatregel invoerde. Het moment waarop het aanbieden van nummerportabiliteit wettelijk verplicht werd (1 januari 1999) was voor veel aanbieders het startsein van een groeiproces. Volgens hen heeft invoering van de last het hele proces dan ook slechts enkele maanden versneld. Toch geven, zoals reeds eerder vermeld, veel partijen toe dat de last onder dwangsom weldegelijk heeft bijgedragen aan de kwaliteitsverbetering van de nummerportabiliteit. Het betekende voor enkele aanbieders een behoorlijke stok achter de deur, waarbij een hogere prioriteit vanuit het management vaak leidde tot investeringen die nodig waren voor verbetering van de dienstve rlening.

Zonder hierover een kwalificatie te geven, kan gesteld worden dat de meeste partijen hun bedenkingen hebben geuit over OPTA's invulling van de bestaande regelgeving. Het stellen van een kwaliteitsnorm van 95 procent geslaagde porteringen, is wel het onderste dat uit de kan gehaald kan worden binnen de wet.

De kritiek van veel partijen op de disculpatieregeling1 in het tweede deel van de last onder dwangsom2 lijkt gerechtvaardigd. OPTA had dit gedeelte nauwkeuriger kunnen formuleren waardoor onevenredige


1 Omgekeerde bewijslast.





afhankelijkheid van de donor-aanbieder voorkomen had kunnen worden. De precieze formulering van de last onder dwangsom is opgenomen als bijlage 1 bij dit rapport.

Toekomst
Nagenoeg alle partijen verwachten dat er in de nabije toekomst een verzadiging van de mobiele telefoniemarkt zal optreden. Nu de autonome groei voorbij lijkt te zijn zal een goede dienstverlening, waaronder nummerportabiliteit, steeds belangrijker worden om de steeds meer ervaren en dus kritischere klanten te behouden. Daarnaast wordt door veel partijen voorzien dat nummerporteringen steeds efficiënter zullen gaan verlopen en dat eventueel nieuwe toetreders zich zullen moeten conformeren aan de afspraken binnen Stichting COIN/Nummerportabiliteit en aan de verscheidene service level agreements. Het feit dat iedere aanbieder tegenwoordig vrijwel structureel kan voldoen aan de norm van 95 procent geslaagde porteringen, is voor veel partijen genoeg bewijs dat dit ook in de toekomst te handhaven is. Het verwachte toenemende aantal porteringen zal hierbij worden ondervangen door grotere efficiëntie in het porteringsproces.

Waarborg
Dat dit alles voldoende waarborg zou bieden voor een constant hoge kwaliteit van de nummerportabiliteit, wordt echter door een drietal partijen in twijfel getrokken. Deze partijen zijn er niet gerust op dat alle aanbieders ten alle tijde bereid zullen zijn ook in de nabije toekomst de benodigde investeringen te blijven doen. Volgens hen zullen het gehele proces, de gemoeide kosten en strategisch gedrag van sommige aanbieders een bepaalde mate van pressie op de verscheidene partijen blijven vereisen. De drie pleiten dan ook voor instandhouding van de last onder dwangsom, als stok achter de deur. Twee andere partijen zien de last het liefst pas na verloop van tijd opgeheven worden (halfjaar, twee jaar), als de zelfregulerende marktwerking zich heeft kunnen bewijzen.

Generiek
In beginsel bestaat bij verreweg de meeste partijen de indruk dat indien besloten wordt de last onder dwangsom op te heffen, dit voor alle partijen tegelijkertijd moet gebeuren. Deze tijdgenerieke opheffing zou volgens een enkele partij echter alleen moeten gelden voor de aanbieders die boven de 95-procentsnorm presteren. Hierop aansluitend wijzen anderen er juist op dat OPTA alternatieve mogelijkheden3 heeft om eventuele wanpresteerders aan te pakken, zonder daarvoor een last te moeten opleggen. Een andere uitzondering op de tijdgenerieke opheffing van de last zou volgens enkele partijen moeten gelden voor nieuw toetredende marktpartijen. Deze zouden hun kwaliteiten volgens deze visie eerst moeten bewijzen alvorens ook voor hen de maatregel wordt afgeschaft. Hierbij wordt echter uit het oog verloren dat de huidige last onder dwangsom niet automatisch en zonder meer zou gelden voor nieuwe toetreders.


2 Dit gedeelte van de last wordt aangeduid met KPI-2.
3 Zoals individuele boeteregelingen.




Commercieel voortraject
Wat de meeste partijen zich te weinig realiseren is het belang van het commerciële traject voorafgaande aan het indienen van een verzoek om nummerportering. Het experiment toont aan dat een aanmerkelijk deel van de verkooppunten consumenten onterecht meldt dat nummerportering simpelweg niet mogelijk is. Op deze manier blijven veel niet-gelukte porteringsverzoeken buiten de statistieken ter bepaling van de kwaliteit van nummerportabiliteit. De huidige meetpunten die OPTA hiervoor hanteert houden hiermee te weinig rekening. Het ontbreekt OPTA immers aan wettelijke bevoegdheid de normering zodanig uit te breiden dat het commerciële voortraject voldoende wordt afgedekt. Hoe de commercie wél betrokken kan worden in de kwaliteitstoetsing, ligt buiten de scope van dit onderzoek.

Rechtsgeldigheid
In de beslissing over continueren dan wel opheffen van de last onder dwangsom dient door OPTA ook de juridische kant van de zaak goed in het oog te worden gehouden. Door enkele partijen wordt opgemerkt dat een last onder dwangsom zijn rechtsgeldigheid zal verliezen indien de dwangsom een geruime periode niet effectief wordt opgelegd aan één van de onderhevige partijen. Als alternatief wordt genoemd vervanging van de last door een nader uit te werken boeteregeling.

Aanbevelingen
Na afweging van de diverse motieven vóór en tegen een opheffing van de last onder dwangsom, komen wij tot de hiernavolgende aanbevelingen.


1. Een aanzienlijke meerderheid van de marktpartijen constateert een blijvend hoog kwaliteitsniveau van nummerportabiliteit en is ervan overtuigd dat de last onder dwangsom derhalve niet langer noodzakelijk is als kwaliteitswaarborg. Daarnaast worden door veel partijen diverse juridische en procestechnische argumenten aangedragen die tegen een dergelijke last pleiten. Op grond hiervan geven wij OPTA in overweging de last onder dwangsom te herzien.


2. Ondanks het door veel marktpartijen gemeende ontbreken van de noodzaak voor een dergelijke last, wordt door enkele partijen gewezen op het fragiele karakter van het porteringsproces. Er bestaat bij deze partijen onduidelijkheid over de toekomstige porteringskwaliteit ten gevolge van eventuele nieuwe toetreders en strategische overwegingen van bestaande aanbieders. Aangezien het porteringsproces staat of valt met de onderlinge bereidheid en begrip van de verschillende aanbieders geven wij OPTA, indien juridisch mogelijk, in overweging de rapportageverplichting voor alle huidige en toekomstige mobiele telefonie-aanbieders te behouden. Deze verplichting zou dan mogelijk geen verdere normstelling en disculpatieregeling bevatten, waardoor een belangrijk bezwaarpunt van vele aanbieders wegvalt. Wellicht zou de rapportage per kwartaal door alle mobiele telefonie-aanbieders kunnen worden aangeleverd. Behoud van de rapportageverplichting stelt OPTA in staat zelfstandig de kwaliteit van de nummerportabiliteit te monitoren.


3. OPTA dient, met of zonder last onder dwangsom en met of zonder rapportageverplichting, de vinger aan de pols te houden en strikt op te treden wanneer een structurele kwaliteitsvermindering geconstateerd wordt in de branche als geheel of bij een individuele mobiele telefonie-aanbieder. Dit niet-generieke optreden zou kunnen gebeuren op basis van de rapportage door de verscheidene aanbieders (indien deze behouden blijft) of anders gebaseerd op signalen uit de markt (aanbieders of consumenten).





4. Aangezien gebleken is dat het commerciële voortraject van belang is voor de daadwerk elijke kwaliteit van nummerportabiliteit, zou dit traject meer aandacht moeten krijgen in de kwaliteitsverbetering van nummerportabiliteit. Rekening houdend met OPTA`s wettelijke bevoegdheden alsmede de beperkte mogelijkheden van de diverse aanbieders, zal nauwkeurig geïnventariseerd moeten worden welke mogelijkheden bestaan het commerciële voortraject indirect aan te sturen via de mobiele telefonie-aanbieders.