Titel: Wijziging Leaseregeling
Wijziging Leaseregeling
Directie Rechtstoepassingsbeleid Belastingdienst
Besluit van 27 juni 2001, nr. RTB2001/2423M, Stcrt. Nr. 122
De staatssecretaris van Financiën heeft het volgende besloten.
Artikel I
De Leaseregeling, besluit van 15 november 1999, nr. AFZ 99/3262M,
Stcrt. 225, wordt gewijzigd als volgt.
A. In onderdeel I, Criteria, onder C, worden, onder vernummering van
het vijfde lid in zevende lid,
twee nieuwe leden ingevoegd, die komen te luiden:
5. elementen, die aantoonbaar vreemd zijn aan de voor de verrichte investeringen gangbare grondslag voor de berekening van de investeringsbijdragen, buiten beschouwing zijn gelaten;
6. de lessor in geval van sale lease back de aanspraak op fiscale
investeringsfaciliteiten niet zal baseren op een hoger bedrag dan de
fiscale kostprijs van het bedrijfsmiddel die gegolden zou hebben voor
de lessee zelf;
B. In onderdeel II Invordering wordt valt het betreffende leaseobject
niet onder het bereik van het bodemrecht ex artikel 22, derde lid, van
de Invorderingswet 1990 vervangen door: is met betrekking tot het
betreffende leaseobject sprake van reële eigendom in de zin van
artikel 22, § 5, vierde lid, van de Leidraad Invordering 1990.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2001.
Toelichting
Artikel I
In artikel I, onderdeel A, zijn twee voorwaarden toegevoegd voor de in
de onderdelen A en B van de regeling bedoelde contracten. De
voorwaarde onder 5 moet voorkomen dat de in de leasetermijnen begrepen
vergoedingen voor bijvoorbeeld onderhoud, de fiscale kostprijs van de
lessor verhogen en daarmee zouden leiden tot een hogere grondslag voor
de fiscale investeringsfaciliteiten. Opgemerkt wordt dat deze
voorwaarde ook reeds was opgenomen in de op 1 maart 1987 in werking
getreden leaseregeling.
De voorwaarde onder 6 dient ter voorkoming van mogelijk misbruik,
bijvoorbeeld het overeenkomen van een gekunsteld hoge kostprijs.
De wijziging in artikel I, onderdeel B, strekt ertoe de tekst van de
regeling in overeenstemming te brengen met het beleid zoals dat geldt
met ingang van 1 januari 2000 ingevolge het besluit van 23 december
1999, nummer AFZ 99/3402M, Stcrt. 251, tot wijziging van de Leidraad
Invordering 1990.