Ministerie van Buitenlandse Zaken

http://www.minbuza.nl/content.asp?Key=417537



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag Directie Westelijk Halfrond Afdeling Zuid-Amerika Bezuidenhoutseweg 67 2594 AC Den Haag
Datum 29 juni 2001 Auteur Drs. I.de Kat-Van Meurs Kenmerk DWH/ZM-156/01 Telefoon (31) 70 348 53 32
Blad /1 Fax (31) 70 348 57 48
Bijlage(n) 1 E-mail Ida-de.kat@minbuza.nl
Betreft Antwoord op vragen van de leden Koenders en De Haan over de verdwijning in Argentinië

Zeer geachte Voorzitter,

Onder verwijzing naar de brief van de Griffier uwer Kamer d.d. 13 juni jl., kenmerk 2000112010, waarbij gevoegd waren de door de leden Koenders en De Haan overeenkomstig artikel 134 van het Reglement van Orde van de Tweede Kamer bij U ingediende vragen, heb ik de eer u als bijlage dezes het antwoord op de gestelde vragen te doen toekomen.

De Minister van Buitenlandse Zaken

Antwoord van de heer Van Aartsen, Minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van de leden Koenders en De Haan over de verdwijning in Argentinië

Vraag 1

Heeft u kennisgenomen van de tragedie die mevr. Sandra Mendez meemaakt bij het achterhalen van het lot van haar zoon die in 1976 in Argentinië werd gekidnapt?

Antwoord

Ja, het verhaal van mevrouw Mendez heeft in binnen- en buitenland ruime bekendheid gekregen o.a. door het boek van de Oostenrijkse schrijver Hackl "Sara en Simon".

De zoektocht van mevrouw Mendez is in Uruguay tot op het hoogste niveau ondersteund. President Battle heeft zich persoonlijk met haar en met haar vermeende zoon onderhouden om duidelijkheid te bevorderen; met succes, maar niet met het gewenste resultaat. Dit betekende vorig jaar het begin van een nieuwe zoektocht voor mevrouw Mendez.

Vraag 2

Welke precieze juridische en politieke mogelijkheden ziet u om de waarheid aan het licht te brengen?

Antwoord

In de Argentijnse wet "Obediencia Debida" van 1987 wordt de misdaad van kinderroof expliciet uitgezonderd van amnestie. Op grond daarvan zijn diverse zaken door advocaten opnieuw aanhangig gemaakt en zijn diverse militairen, onder wie Videla en Massera, opnieuw in hechtenis genomen in afwachting van een proces.

De Uruguayaanse overheid heeft een actieve houding bij het zoeken naar informatie over verdwijningen.

President Batlle heeft bij zijn aantreden vorig jaar een vredescommissie in het leven geroepen om alle gevallen van verdwijning op te lossen. De werkzaam-heden van deze commissie, die nog in volle gang zijn, omvatten ook de verdwijning van Simon. De commissie heeft alle organisaties die bewijsmateriaal hebben of kunnen hebben opgeroepen deze ter beschikking te stellen.

In mei 2001 heeft de Uruguayaanse overheid ter ondersteuning van dat verzoek de Nederlandse ambassade te Montevideo verzocht om relevant archiefmateriaal uit de periode van de verdwijningen aan de vredescommissie ter beschikking te stellen. Naar aanleiding van dit verzoek is een eerste inventarisatie van eventueel relevant materiaal gemaakt. Er zijn nadere aanwijzingen van de waarheidscommissie nodig om het onderzoek naar eventuele relevante bronnen uit te kunnen voeren. In overleg met de Uruguayaanse overheid zal Nederland waar mogelijk een bijdrage leveren.

Vraag 3

Bent u bereid op hoog niveau bij de Uruguayaanse autoriteiten aan te dringen op interventie van een politieke autoriteit aldaar, zodanig dat aan de moeder van Simon helderheid wordt verschaft over het lot van haar zoon?

Antwoord

Zoals onder 2 uiteengezet is er reeds duidelijke betrokkenheid van het hoogste politieke niveau in Uruguay bij het bevorderen van het achterhalen van de waarheid over de verdwijningen. Nederland verleent daaraan volledige medewerking.

Vraag 4

Bent u bereid hetzelfde te doen t.a.v. de autoriteiten van Argentinië en aan te dringen op de oplossing van dergelijke verdwijningen in algemene zin?

Antwoord

Zoals onder 2 uiteengezet worden in Argentinië de mogelijkheden om dergelijke verdwijningen juridisch aanhangig te maken, in aanzienlijke mate benut. Diverse militairen bevinden zich in voorlopige hechtenis op basis van het feit dat kinderroof van amnestie is uitgesloten.

Begin van het jaar heeft een Argentijnse rechter zelfs de amnestiewetten van 1986 ("Punto Final") en 1987 ("Obediencia Debida") in hun geheel ongrondwettig verklaard. Hoewel deze laatste kwestie nog aan hoger beroep zal worden onderworpen, is het duidelijk dat het gehele vraagstuk van vervolging van mensenrechtenschendingen in beweging is.

Vanzelfsprekend volgt de Nederlandse regering de ontwikkelingen nauwgezet, waarbij de ambassade voortdurend contact onderhoudt met de Argentijnse autoriteiten en met betrokken NGO's.