Aandeelhouders De Vries Robbé Groep willen surseance verlengen om kapitaal bijeen te brengen voor crediteuren en doorstart.
Naar aanleiding van de op donderdag 28 juni jl. gehouden algemene vergadering van aandeelhouders maken Directie en Raad van Commissarissen van De Vries Robbé Groep N.V. het volgende bekend.
1. Financiële situatie
De voorlopige, nog niet door de accountants gecontroleerde, geconsolideerde winst- en verliesrekening over het boekjaar 2000 laat een verlies zien van NLG 7,5 miljoen. Belangrijkste reden daarvoor is de daling van de bedrijfsopbrengsten ten gevolge van de verkoop van de nog resterende bedrijfsactiviteiten. De voorlopige geconsolideerde balans per 31 december 2000 laat een balanstotaal zien van NLG 2,8 miljoen en een negatief groepsvermogen van NLG 1,1 miljoen.
2. Uitstel vaststellen jaarrekening 2000
Gezien de complexe situatie waarin De Vries Robbé Groep N.V. verkeert, is het thans niet mogelijk een door accountants gecontroleerde jaarrekening 2000 op te maken. Directie en Raad van Commissarissen hebben derhalve aan de aandeelhoudersvergadering voorgesteld het opmaken van de jaarrekening 2000 met maximaal zes maanden uit te stellen.
Aandeelhouders hebben daarmee ingestemd.
3. Verdere toekomst van de vennootschap
De directie heeft in de afgelopen tijd intensief gezocht naar mogelijkheden om de continuïteit van de vennootschap te verzekeren door inbreng van nieuwe activiteiten. Daarbij zijn ook contacten onderhouden met Internet Foundation Group (IFG), een van de aandeelhouders van De Vries Robbé Groep N.V., die eerder had laten weten inbrengplannen te hebben met betrekking tot vier ICT-bedrijven. Geen van de contacten heeft tot dus ver geleid tot concrete
voorstellen die voorgelegd kunnen worden aan de aandeelhouders van De Vries Robbé Groep N.V.
4. Voorlopige surseance
Sinds 1 mei 2001 verkeert de vennootschap in de situatie van voorlopige surseance, aan-gevraagd door de vennootschap zelve en verleend door de Rechtbank te Dordrecht. Mr. F.B.J. Grapperhaus is door de Rechtbank aangewezen als bewindvoerder. De voorlopige surseance is verleend tot en met 4 juli 2001.
De heer Grapperhaus gaf tijdens de aandeelhoudersvergadering een toelichting op zijn werkzaamheden tot dusver en zijn bevindingen. Hij heeft met diverse partijen gesprekken gevoerd om een oplossing te vinden voor het ten volle voldoen van de vorderingen van crediteuren en tevens te voorzien in enige liquiditeit bij de vennootschap om verdere plannen te kunnen ontwikkelen.
Daar gebleken was dat een schikkingakkoord met de bij de beursgang van 1998 betrokken partijen vlak voor de aandeelhoudersvergadering niet haalbaar bleek door onwilligheid van slechts een partij, informeerde hij in eerste instantie de aandeelhouders van De Vries Robbé Groep, dat hij op woensdag 4 juli 2001 aan de Rechtbank te Dordrecht zou verzoeken
om de surseance om te zetten in faillissement.
Tijdens de discussie daarover in de aandeelhoudersvergadering kwamen er vervolgens signalen van partijen, die alsnog op korte termijn de mogelijkheden willen nagaan om te
voorzien in het bijeenbrengen van financieringsmiddelen ten behoeve van de crediteuren en een doorstart van de vennootschap op basis van nieuw in te brengen activiteiten.
De bewindvoerder heeft daar vervolgens in zoverre positief op gereageerd dat hij verlangt dat deze partijen op woensdag 4 juli a.s. voldoende duidelijkheid verschaffen over de merites van hun intenties, ter beoordeling aan de Rechtbank Dordrecht, zodat hij als bewindvoeder de aanbeveling kan doen om de voorlopige surseance met maximaal veertien dagen te verlengen tot woensdag 18 juli 2001. De bewindvoerder stelt daarbij voorop de belangen van de crediteuren.
5. Uitspraak Ondernemingskamer
Directie en Raad van Commissarissen hebben met voldoening kennis genomen van de op 28 juni jl. gedane uitspraak van de Ondernemingskamer van het Gerechtshof te Amsterdam, dat in de periode van 1 april 1997 tot en met 23 maart 1998 gebleken is van wanbeleid bij De Vries Robbé Groep N.V. En voorts van de uitspraak tot vernietigin van het besluit van de AVA van 26 juni 1998 om decharge te verlenen aan bestuur en raad van commissarissen over het in 1997 gevoerde beleid en het daarop uitgeoefende toezicht. Het betreft hier het door mr. L.P. van den Blink gedane onderzoek, op verzoek van de Vries Robbé Groep N.V., tot - onder
meer - het vaststellen van wanbeleid bij de vennootschap, waarvan op 9 februari 2001 verslag is uitgebracht aan de Ondernemingskamer.
6. BAVA op 17 juli 2001
Directie en Raad van Commissarissen van De Vries Robbé Groep N.V. hebben bekend gemaakt dat op dinsdag 17 juli 2001 een buitengewone algemene vergadering van aandeel-houders zal worden gehouden. Dan zal wederom op de agenda staan de situatie met betrekking tot de toekomst van de vennootschap en verder ook, op aandrang van de aandeelhouders, de tijdens de aandeelhoudersvergadering van 26 februari 2001 verleende decharge de voormalig gedelegeerd commissaris terzake van het door gevoerde beleid.
7. Raad van Commissarissen
De heer J.P.S. Moerenhout is per 28 juni 2001 op zijn verzoek om persoonlijke redenen terug getreden als lid van de Raad van Commissarissen. In de daardoor ontstane vacature zal vooralsnog niet worden voorzien.
De beursautoriteiten van Euronext Amsterdam zijn van het vorenstaande
op de hoogte gebracht.
Huis ter Heide, 29 juni 2001
De Vries Robbé Groep N.V.