Utrecht, 29 juni 2001

Licht op Traumazorg

Het rapport `Licht op traumazorg' beperkt zich tot de zorg met een spoedeisend karakter, verleend door de ambulancezorg, traumacentra, ziekenhuizen en revalidatiezorg aan slachtoffers met acuut somatisch letsel. Dit geldt voor enkele slachtoffers (SMH) maar ook voor grote ongevallen en rampen (GHOR). Preventie en (psychosociale) nazorg vallen hiermee buiten het bereik.

`Licht op traumazorg' is gebaseerd op literatuurstudie en interviews met deskundigen uit het veld van de traumazorg. Het beschrijft de belangrijkste actoren, ontwikkelingen en knelpunten, geordend naar verschillende `werkniveaus': het niveau van de hulpverlening aan (multi) traumaslachtoffers (de uitvoering), het niveau van de regionale organisatie en het niveau van het landelijke beleid.

De onderzoekers concluderen dat er vele positieve ontwikkelingen in de traumazorg zijn en dat ze in het veld een breed draagvlak kennen. Tegelijkertijd zijn er echter spanningen tussen de verschillende betrokken partijen. Deze worden onder meer veroorzaakt door de volgende knelpunten: het decentralisatiebeleid door de overheid wordt door het veld ervaren als een gebrek aan sturing en er komt naar voren dat er onvoldoende mogelijkheden zijn tot communicatie met verantwoordelijke personen bij de ministeries. Verder blijkt het soms een probleem te zijn dat het beleid van de overheid en de uitvoering door het veld van de traumazorg zich niet altijd in hetzelfde tempo ontwikkelen. Zo kunnen bijvoorbeeld concrete samenwerkingsafspraken op hulpverleningsniveau op korte termijn worden geregeld, maar kan het aanbrengen van daarbij benodigde veranderingen in de wetgeving jaren duren.

De knelpunten staan een soepele ontwikkeling van de traumazorg in de weg. De partijen in het veld beseffen dat ze moeten samenwerken om een goede traumazorg te realiseren. Een efficiënte coördinatie van deze samenwerking ontbreekt echter. Het is daarom van belang dat de overheid een transparante structuur aanbiedt die in het veld van de traumazorg de in gang gezette ontwikkelingen optimaal kan faciliteren. Een complicerende factor hierbij is dat bij de traumazorg twee ministeries zijn betrokken. Het ministerie van VWS is verantwoordelijk voor de spoedeisende medische hulpverlening (SMH), terwijl het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties verantwoordelijk is voor openbaar bestuur en veiligheid en daarmee voor de geneeskundige hulpverlening bij ongevallen en rampen (GHOR).