CVZ wil marktwerking in PGB-ggz met kracht bevorderen
28 juni 2001 .
PGB in de ggz lijkt succes
De keuzevrijheid van cliënten in de geestelijke gezondheidszorg (ggz)
kan sterk worden verbeterd. Dat blijkt uit het eindrapport Evaluatie
experiment persoonsgebonden budget in de geestelijke gezondheidszorg,
dat deze maand verscheen. De evaluatie werd in opdracht van het CVZ
uitgevoerd door het ITS uit Nijmegen. Zo kon slechts 34% van de
cliënten die aan het experiment meededen gebruik-maken van
particuliere zorgaanbieders. Van de ondervraagde cliënten gaf 37% aan
niet vrij geweest te zijn in de keuze van zorginstelling of
hulpverlener. Voor een goede marktwerking van het PGB is keuzevrijheid
echter een noodzakelijke voorwaarde. Volgens het CVZ zouden
particuliere zorgaanbieders dan ook grotere kansen moeten krijgen om
tot de markt toe te treden. Ook zouden er meer prikkels voor
toetreding moeten zijn. Het vergroten van de financiële middelen voor
het PGB zal de marktwerking sterk doen toenemen. Gezien deze
uitkomsten moet de verdere uitbouw en verbetering van het PGB-ggz met
kracht worden bevorderd, aldus het College in zijn vergadering van 28
juni 2001.
Uitvoering
De uitvoering van het PGB-ggz krijgt volgens het ITS nog onvoldoende
vorm. Het ITS-rapport concludeert dat de voorlichting over het PGB-ggz
in nog geen enkele regio intensief op grote schaal is opgezet. De
zorgkantoren, die verantwoordelijk zijn voor de verdeling van de
financiële middelen, zijn bang dat teveel mensen zich zullen
aanmelden. Omdat er voor het PGB-ggz relatief weinig geld beschikbaar
is, geven de zorgkantoren geen hoge prioriteit aan de voorlichting.
Daardoor melden zich weinig mensen aan, met als gevolg dat ook de
noodzaak voor een goede indicatiestelling gering is. Hierdoor ontstaat
een vicieuze cirkel. Het College acht het gewenst dat een groter deel
van de beschikbare ggz-financiën voor het PGB wordt gereserveerd,
zodat het PGB-ggz de komende jaren kan uitgroeien tot een robuuste
regeling. Het CVZ vraagt het ministerie van VWS hierover aan het veld
een duidelijk signaal af te geven.
Indicatiestelling
Op het vlak van de indicatiestelling bestaan knelpunten door het
ontbreken van een uniform standaardmodel voor de indicatiestelling.
Hierdoor wordt in elke regio opnieuw het wiel uitgevonden. Dat is niet
alleen tijdrovend, maar levert ook grote regionale verschillen op. Het
CVZ zal in een binnenkort te houden onderzoek ('Indicatiestelling in
de ggz') nagaan hoe de indicatie-organen beter toegerust of
gefaciliteerd kunnen worden.
Ondersteuning
GGZ-cliënten hebben door hun positie en de aard van hun problemen meer
ondersteuning nodig bij het aanvragen, gebruiken en beheren van een
PGB. Het College is van mening dat bij de uitwerking van de
ondersteuningsfunctie keuzevrijheid geboden moet worden. Zodra het
PGB-ggz voldoende is ingeburgerd, moeten budgethouders zelf hun
ondersteuning kunnen inkopen, zodat ook op dit vlak marktwerking
ontstaat. Tot het zover is pleit het CVZ voor het oprichten van
tijdelijke steunpunten PGB-ggz in elke regio, naast de vijf reeds
bestaande steunpunten. Het CVZ verzoekt het ministerie van VWS om
hiervoor voor een korte periode financieringsmogelijkheden te
scheppen.
Binnen de geestelijke gezondheidszorg (ggz) is het PGB pas sinds 1
januari van dit jaar landelijk ingevoerd. Daarvoor werd er in enkele
regios mee geëxperimenteerd. In het ITS-rapport zijn veel ervaringen
verwerkt van de ggz-cliënten die het PGB konden uitproberen. Hun
oordeel over het PGB was over het algemeen positief.
Auteur: John van der Pas, telefoon 020-3475605
Mutatiedatum 07/05/01 15:16:48
College voor zorgverzekeringen