Rode Kruis Vlaanderen

Persbericht

WERELDRAMPENRAPPORT 2001 VAN HET RODE KRUIS Internationale hulpverlening toetsen aan de realiteit

Een gebrekkige kennis van de economische en sociale realiteit waarin slachtoffers van rampen zich bevinden, leidt tot slecht uitgewerkte hulpprogramma's die mensen niet beschermen tegen de impact van toekomstige rampen. Dit zegt het Wereldrampenrapport dat vandaag werd voorgesteld door het Rode Kruis.

"Projecten van heropbouw na een grote ramp leiden in de meeste gevallen niet tot herstel, integendeel. Door geen rekening te houden met de economische realiteit, blijven de risico's op toekomstige rampen even groot," zegt Didier Cherpitel, secretaris-generaal van de Internationale Federatie (*).

De overlevenden van de verwoestende modderstromen van 1999 in Venezuela werden verplaatst naar afgelegen, veiliger oorden maar waren niet in staat daar een inkomen te verwerven. Zij keren nu terug naar hun oorspronkelijke woonplaats, waar ze opnieuw aan de gevaren van de modderstromen zijn blootgesteld. Sinds Tadjikistan onafhankelijk werd, is weinig geïnvesteerd in de ontwikkeling van de kleinschalige economie in agrarische gebieden. Ondanks een intensieve voedselhulp tijdens de afgelopen acht jaren, is het land nog steeds niet in staat zijn bevolking te voeden. Vorig jaar leidde de ergste droogte in 74 jaar tot honger en ondervoeding bij 2 miljoen inwoners, terwijl een deel van het beschikbare water werd aangewend voor het irrigeren van de katoenvelden. Katoen is Tadjikistans voornaamste exportgewas.

Veel donoren en regeringen richten hun hulpverlening op de heropbouw van de beschadigde infrastructuur maar besteden geen of weinig aandacht aan de bestaansmiddelen van de getroffen bevolking. Uit onderzoek blijkt dat 53 % van de hulpprogramma's zich toespitsten op heropbouw van de infrastructuur, tegenover slechts 10 % op bepaalde aspecten van het economisch herstel. Dit heeft dan natuurlijk op zijn beurt invloed op het sociaal herstel. Tien jaar na het begin van het conflict in 1991, en na meer dan 4 miljard dollar aan noodhulp, sterft in Somalië nog steeds 1 kind op 3 vóór zijn vijfde levensjaar.

Het rapport wijst op het massaal wegvloeien van hulpfondsen uit de door rampen getroffen landen waardoor de kansen op herstel nog verder verminderen. Zo werden bijvoorbeeld in Bangladesh tussen 1990 en 1995, 60 % van de fondsen voor het zogenaamde 'Voedselactieplan' besteed aan het betalen van buitenlandse raadgevers. Het Wereldrampenrapport geeft ook kritiek op andere veel voorkomende hulpverleningspraktijken die de lokale economie ondermijnen, zoals hulp die aan voorwaarden is verbonden. Maar ook het onevenwicht in de middelen die worden besteed aan noodhulp-, rehabilitatie- en ontwikkelingsprogramma's vormt een ernstig probleem.

"Hulp moet voor het herstel van de plaatselijke economie en de plaatselijke gemeenschappen worden aangewend. Om dit te bereiken moeten donoren het verband tussen noodhulp, rehabilitatie en ontwikkeling begrijpen en moeten ze bereid zijn de plaatselijke bevolking te betrekken bij het bepalen van de hulp die ze nodig hebben. Daarom moet de manier waarop hulpprogramma's worden gefinancierd, veranderen," zegt Astrid Heiberg, voorzitter van de Internationale Federatie. "Het Rode Kruis investeert meer in programma's op gemeenschapsniveau, zodat de bevolking in staat is zich beter voor te bereiden op toekomstige rampen."

Deze benadering van de hulpverlening heeft al resultaten opgeleverd, vooral in programma's die zich specifiek richten op rampenparaatheid en het reduceren van risico's. Zo vermindert de impact van rampen op het leven van de mensen en hun bestaansmiddelen. In de staat Orissa in India heeft het Rode Kruis 23 cycloonschuilplaatsen gebouwd en dit gecombineerd met programma's van gemeenschapseducatie. Dit redde tijdens één cycloon alleen al 40.000 levens. Bepaalde streken van Vietnam worden jaarlijks getroffen door overstromingen. Het Rode Kruis heeft daarom een programma opgezet voor de bouw van cycloonbestendige woningen. De lokale gemeenschappen hebben meegewerkt aan het ontwerp en de bouw van deze huizen en van de 2.540 woningen die in 1999 werden gebouwd, werd er slechts één tijdens de laatste overstromingen vernietigd.

Het Wereldrampenrapport 2001 bevat nieuwe gegevens over rampen en hun tendensen. Daarnaast besteedt het rapport aandacht aan de kost van natuurrampen die elke winst geboekt door ontwikkelingswerk van de laatste decennia, van de kaart veegt.


* De Internationale Federatie van Rodekruis- en Rodehalvemaanverenigingen coördineert de hulpacties in rampsituaties en vredestijd. De 177 nationale rodekruis- en rodehalvemaanverenigingen treden in eigen land op ten voordele van de meest kwetsbaren en zijn solidair met elkaar. Het Internationale Rodekruiscomité (ICRC) coördineert de activiteiten in conflictsituaties.

WERELDRAMPENRAPPORT 2001 - Feiten en cijfers

Brussel, 28 juni 2001