PERSBERICHT
van de Stichting Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal Postbus 258
6300 AG Valkenburg aan de Geul
tel. 043-6016390

Nieuw historisch jaarboek in de maak

Eind oktober verschijnt het nieuwe jaarboek van de Stichting Historische en Heemkundige Studies in en rond het Geuldal. In het werk verschijnen gevarieerde artikelen op het gebied van archeologie, geschiedenis en heemkunde.

Eén van de belangrijkste artikelen is van de hand van Jac van den Boogard. Hij beschrijft de villa's van Petrus Regout, die tussen Meerssen en Maastricht lagen. De industrieel Regout wilde langs de weg van Meerssen naar Maastricht een parklandschap realiseren van Italiaans aandoende aristocratische allure. Eén van zijn indrukwekkendste landgoederen werd Vaeshartelt, waar de puissant rijke Regout ook zou overlijden.

Een boeiende ego-document vormt het dagboek van pastoor Kremer, die in de oorlogsjaren de parochie Ransdaal zou bestieren. Pastoor Crutzen, thans ook werkzaam in Ransdaal, vond het dagboek in het archioef van de parochie. Crutzen gaat eerst in op de geschiedkundige achtergrond en beschrijft daarbij de periode van de bezetting, de plaatselijke onderduikersorganisatie en de perikelen na de bevrijding. Ook is er aandacht voor Ransdalenaren, die in Indië werden ingezet en voor de gerepatrieerden die na de oorlog in Ransdaal terecht kwamen. De tekst van het dagboek wordt integraal opgenomen.

Frans Gerards gaat in op de toetreding van Willem Hendrik van Panhuys tot de ridderschap van Valkenburg. Men kon alleen lid van deze ridderschap worden indien men een riddermatig goed bezat en mits men van adellijke afkomst was. Van Panhuys was sinds 1770 eigenaar van het leengoed Haeren bij Voerendaal, maar miste de vereiste adellijke papieren. Toch poogde hij in 1778 lid te worden van de ridderschap. Of hem dat lukte, wordt in dit artikel uit de doeken gedaan.

Drie auteurs, Rob van der Heijden, Jan Notten en Rudolf Philips, schreven een artikel over de groei en ontwikkeling van het toerisme in Zuid-Limburg. Terwijl in de aanpalende regio's de mijnindustrie tot grote bloei kwam, ontwikkelde het toerisme in het Geuldal zich tot de belangrijkste economische factor op de landbouw na. Hoe die ontwikkeling zich manifesteerde, wordt in het artikel uitvoerig beschreven.

Huub Keulen schenkt aandacht aan de emigratie van Pie Habets en Maria Bours, die in 1913 hun woonplaats Aalbeek verruilden voor het verre Montana. Tot in het midden van de twintigste eeuw waren overzeese landverhuizingen in Zuid-Limburg een vrijwel onbekend fenomeen. Men trok wel vanuit Limburg naar Duitsland of België, maar zelden verder. De auteur poogt te achterhalen waarom een eenvoudig gezin uit Aalbeek de oversteek wel waagde.

Doeke Krikke legt in zijn artikel uit waarom poelen en putten een belangrijke archeologische bron vormen. Poelen en waterputten waren eeuwenlang beeldbepalend voor de vele gehuchten, dorpen en soms ook steden. Hun vormgeving vormt het belangrijkste uitgangspunt voor het werk van Krikke, die als amateur-archeoloog betrokken is geweest bij opgravingen van het landgoed Sint Gerlach.

De boeken zijn bij intekening te bestellen voor een bedrag van fl. 45. Men kan ze na intekening afhalen op een speciaal afhaaladres. Toezending per post kan ook, maar kost fl. 55. In de winkel zal het boek ook verkrijgbaar zijn na verschijning, voor de som van fl. 59.

Wie op de boeken wil intekenen, kan een folder aanvragen via de stichting. Nadere informatie verschaft voorzitter Henk Roelofs, tel. 043-6016390.