European Commission

IP/01/919

Brussel, 28 juni 2001

Structuurfondsen - Commissie keurt 240,4 miljoen euro steun voor Belgisch Limburg goed

De Europese Commissie heeft haar goedkeuring gehecht aan een ontwikkelingsprogramma voor de Belgische provincie Limburg voor de periode 2000-2006. Aan dit programma draagt de Europese Unie 92,7 miljoen bij. De Europese steun wordt verder aangevuld met 119 miljoen aan investeringen van de Vlaamse overheid en 28,7 miljoen van de particuliere sector, wat de totale uitgaven in het kader van het programma op 240,4 miljoen brengt. Het doel van het programma is het bevorderen van een duurzame economische ontwikkeling door bijzondere aandacht te besteden aan de belangrijkste economische sectoren in de regio.

Bij de aankondiging van het besluit verklaarde de heer Barnier, Lid van de Europese Commissie, belast met regionaal beleid: "Dit programma is veruit het grootste van de nieuwe Vlaamse programma's in het kader van doelstelling 2(1)
. Het toont aan dat zowel de Commissie als Vlaanderen nog steeds veel belang hecht aan de omschakeling van de voormalige mijnstreek en aan de economische diversificatie van de landelijke gebieden in de provincie. De Commissie is met name verheugd over de aandacht voor technologisch geavanceerde sectoren en voor de ontwikkeling van de plaatselijke dienstensector, die goede mogelijkheden biedt om het aantal vrouwen op de arbeidsmarkt te vergroten".

Het programma komt ten goede aan delen van de voormalige mijnstreek, hoofdzakelijk in het district Hasselt, waar een sociaal-economische omschakeling plaatsvindt, en aan het landelijke gebied Haspengouw in het district Tongeren.

Het is opgebouwd rond de volgende prioriteiten:
* Stimulering van initiatieven van en voor het bedrijfsleven en van en voor tewerkstelling (EU-bijdrage: 50,7 miljoen ). Dit omvat maatregelen voor het ondersteunen van plaatselijke kleine en middelgrote ondernemingen (KMO's), voor het stimuleren van technologie en innovatie, namelijk door de overdracht van kennis en de totstandbrenging van netwerken, voor opleidingen ten behoeve van nieuwe ondernemers en van kwalificaties waaraan plaatselijk behoefte bestaat, en voor steun ten behoeve van de diversificatie en verbetering van plaatselijke toeristische faciliteiten.
* Optimalisering van het economische omgevingskader (infrastructuur, milieu en natuur, bereikbaarheid; EU-bijdrage: 31,1 miljoen ). Deze prioriteit omvat infrastructuur voor particuliere bedrijven en milieumaatregelen zoals de sanering van vervuilde terreinen, de voorkoming van afval en de bevordering van efficiënt energiegebruik.

* Integrale plattelandsontwikkeling in Haspengouw (EU-bijdrage: 8,1 miljoen ). Maatregelen in dit verband zijn toegespitst op de economische diversificatie van het landelijk gebied door het stimuleren van plattelandstoerisme en door een meer divers gebruik van boerderijen, en op het aantrekkelijker maken van het gebied door steun voor dorpsvernieuwing en door het bevorderen van het voorzieningenniveau in plattelandskernen.

* Technische bijstand (EU-bijdrage: 2,8 miljoen).
Op verzoek van de Commissie wordt in het gehele programma op alle niveaus en bij de selectie van te financieren projecten rekening gehouden met de volgende twee horizontale thema's:
* de bevordering van gelijke kansen voor vrouwen en mannen, dit is met name zeer belangrijk vanwege de hoge werkloosheid onder vrouwen in het gebied;

* duurzame ontwikkeling en naleving van de verplichtingen op grond van de NATURA 2000-richtlijn(2); ook dit is in het programmagebied bijzonder belangrijk aangezien de provincie betrekkelijk grote beschermde natuurgebieden heeft.

De impact van het programma zal worden beoordeeld aan de hand van algemene economische indicatoren, zoals de verlaging van de werkloosheid, de arbeidsmarktparticipatie van vrouwen, de werkgelegenheid in de tertiaire sector, de toename van de uitvoer door plaatselijke KMO's en de stijging van de omzet in de toeristische sector. Bovendien worden voor de evaluatie van afzonderlijke prioriteiten en maatregelen resultaatindicatoren gebruikt, zoals het aantal nieuwe banen, het aantal onderzoeksprojecten inzake 'IWT' (Industrial Waste Treatment) waarin plaatselijke bedrijven participeren, en de afname van de productie van huishoudelijk en industrieel afval.

Van de 92,7 miljoen steun van de Gemeenschap wordt 82,1 miljoen gefinancierd uit het Europese Fonds voor Regionale Ontwikkeling (EFRO) en 10,6 miljoen uit het Europees Sociaal Fonds (ESF).