27-06-2001
Ruim 1 miljoen voor peuters met taal- en ontwikkelingsachterstand
Meer kinderen van 2 tot 5 jaar met risico op onderwijsachterstand
moeten de peuterspeelzaal bezoeken. Met een samenhangend pakket van
maatregelen peuterpluswerk - wil het college van burgemeester en
wethouders van Breda bevorderen dat deze kinderen straks zonder
achterstand kunnen doorstromen naar het basisonderwijs. Voor dit
doelgroepenbeleid is ruim 1 miljoen gulden beschikbaar gesteld door
het rijk, daarnaast wordt al enige jaren geld beschikbaar gesteld uit
het onderwijskansenbeleid.
Het peuterpluswerk is bedoeld voor kinderen van 2 tot 5 jaar voor wie
achterstanden dreigen. Door allerlei omstandigheden bevinden deze
kinderen zich in alle lagen van de bevolking. Met name kinderen die
vanwege een andere etnische achtergrond de Nederlandse taal
onvoldoende beheersen en kinderen met laag opgeleide ouders lopen
risico op achterstand.
Het reguliere peuterwerk en de kinderopvang in Breda zijn van hoge
kwaliteit. Ondanks deze basisopvang beginnen teveel peuters met een
ontwikkelingsachterstand aan het basisonderwijs. Hiervoor is nu het
peuterpluswerk ontwikkeld. Dit bestaat uit extra dagdelen peuterwerk
gekoppeld aan een gestructureerd programma met een doorgaande lijn
naar het basisonderwijs. De gemeente stelt daarbij als voorwaarde dat
de peuterspeelzalen en basisscholen in één werkgebied hetzelfde
programma gebruiken. Omdat het programma onderdeel uitmaakt van de
sluitende aanpak voor 0-6-jarigen, wordt niet alleen samengewerkt met
basisscholen, maar ook met organisaties als kruiswerk, gezinszorg, GGD
en welzijnswerk.
Breda loopt voorop in experimenten om achterstanden te voorkomen in de
vorm van de programmas Kaleidoscoop en Piramide. Breda kent dus op dit
moment al een beperkt aanbod peuterpluswerk. Het bestaat uit het
aanbieden van extra dagdelen peuteropvang, soms met een
programmatische aanpak, soms met een doorgaande lijn naar het
onderwijs. Onderzoek onder de onderwijskansenscholen en de daaraan
gekoppelde peuterspeelzalen heeft aangetoond dat er behoefte is aan 59
groepen. Met de middelen van het rijk kunnen 36 groepen worden
gefinancierd; uit het onderwijskansenbudget worden nog vijf groepen
betaald. De groepen die aan de voorwaarden kunnen voldoen krijgen
voorrang. Dit jaar zijn dat er 14. Komend schooljaar starten nog eens
27 groepen peuterpluswerk.
De gemeente gaat de komende periode met de betrokkenen overleggen om
te kijken welke groepen daadwerkelijk kunnen starten, of de doorgaande
lijn naar het basisonderwijs gegarandeerd is en wat de exacte kosten
zijn. Daarna wordt binnen de beschikbare middelen een definitieve
keuze gemaakt voor de locaties en komt er een definitief
bestedingsplan.
Het peuterpluswerk maakt onderdeel uit van de hoofdlijnennotitie
Kinderopvang die de gemeenteraad in september 2000 vaststelde. Breda
beschouwt kinderopvang als een basisvoorziening die voor iedereen
bereikbaar moet zijn. Vandaar dat er voor 2003 700 extra
kinderopvangplaatsen komen.
Breda, 27 juni 2001