Partij van de Arbeid

Den Haag, 27 juni 2001

VRAGEN VAN HET LID ARIB (PVDA) AAN DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSGEZONDHEID, WELZIJN EN SPORT

1. Klopt de berichtgeving waarin wordt gezegd dat u in de uitkomst van het onderzoek van de Stichting Meander in Groningen aanleiding ziet om met verzekeraars en andere partijen alle wachtlijsten voor verzorgingshuizen in Nederland te gaan onderzoeken? (1) Zo ja, wat houdt dat onderzoek in en op welke termijn kunnen hiervan de uitkomsten worden verwacht?

2. Bent u het met mij eens dat op basis van de uitkomsten van het Gronings onderzoek de vraag wordt opgeroepen of de wachtlijsten voor thuiszorg en verpleeg- en verzorgingshuizen de daadwerkelijke vraag naar zorg en de juiste urgentie weergeven? Zo ja, bent u bereid voor de gehele sector verpleging en verzorging een onderzoek te doen naar de juiste indicaties van mensen op de wachtlijsten? Zo nee, waarom niet?

3. Ziet u in het onderzoek aanleiding om een methode te ontwikkelen die leidt tot een regelmatige opschoning van de wachtlijsten (administratief én inhoudelijk, d.w.z. het afchecken van eventuele wijzigingen in de zorgbehoefte t.o.v. de indicatiestelling)? Zo ja, aan welke methode denkt u hierbij? Zo nee, hoe wilt u voorkomen dat - bij gewijzigde zorgbehoefte - mensen onterecht met een bepaalde urgentie op de wachtlijst staan?

4. Is het - gegeven de invoering van een onafhankelijke indicatiestelling in de sector verpleging en verzorging - op dit moment nog steeds mogelijk uit voorzorg op de wachtlijst te komen? Zo nee, kunt u uitleggen waarom dat in Groningen wel het geval is geweest?

(1) De Volkskrant, 19 juni 2001