Titel: Wijzing besluit van 27 december 1999, nr. AFZ 99/3639M, inzake
Wijzing besluit van 27 december 1999, nr. AFZ 99/3639M, inzake de leaseregeling
Directie Rechtstoepassingsbeleid Belastingdienst
Besluit van 27 juni 2001, nr. RTB 2001/2424M
De directeur-generaal Belastingdienst heeft namens de staatssecretaris
van Financiën het volgende besloten.
Artikel I
Het besluit van 27 december 1999, nr. AFZ99/3639M, wordt gewijzigd als
volgt.
A. Onder Algemeen wordt na de zevende volzin een volzin ingevoegd, die
komt te luiden: Met ingang van 1 juli 2001 is de leaseregeling voor
wat betreft het bodemrecht van overeenkomstige toepassing op
contracten die vóór 1 januari 2000 zijn afgesloten en betrekking
hebben op geleaste objecten waarop na 1 januari 2000 bodembeslag is of
wordt gelegd. Hetgeen is vermeld in de vorige volzin geldt niet indien
weliswaar na 1 januari 2000 bodembeslag is gelegd op de betreffende
geleaste objecten, maar dit bodembeslag op 1 juli 2001 niet meer op
die objecten rust.
B. In Tekst Leaseregeling worden de volgende wijzigingen aangebracht.
B.1. In de aanhef wordt na Besluit van 15 november 1999, AFZ99/3262M,
Stcrt. 225 toegevoegd: , laatstelijk gewijzigd bij besluit van
27 juni 2001, RTB2001/2423M, Stcrt. 122.
B.2. In onderdeel I, Criteria, onder C, worden, onder vernummering van
het vijfde lid in zevende lid, twee nieuwe leden ingevoegd, die komen
te luiden:
5. elementen, die aantoonbaar vreemd zijn aan de voor de verrichte
investeringen gangbare grondslag voor de berekening van de
investeringsbijdragen, buiten beschouwing zijn gelaten;
6. de lessor in geval van sale lease back de aanspraak op fiscale
investeringsfaciliteiten niet zal baseren op een hoger bedrag dan de
fiscale kostprijs van het bedrijfsmiddel die gegolden zou hebben voor
de lessee zelf;
B.3. In onderdeel II Invordering wordt valt het betreffende
leaseobject niet onder het bereik van het bodemrecht ex artikel 22,
derde lid, van de Invorderingswet 1990 vervangen door: is met
betrekking tot het betreffende leaseobject sprake van reële eigendom
in de zin van artikel 22, § 5, vierde lid, van de Leidraad Invordering
1990.
C. De laatste volzin vervalt.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2001.
Toelichting
Artikel I
In mijn besluit van 27 december 1999, nr. AFZ99/3639M, is onder meer
bepaald dat de leaseregeling van toepassing is op leasecontracten die
op of na 1 januari 2000 zullen worden afgesloten. De in artikel I,
onderdeel A, opgenomen wijziging strekt ertoe dat toepassingsgebied
van de leaseregeling voor het bodemrecht uit te breiden. De
leaseregeling is met ingang van 1 juli 2001 voor wat betreft de
toepassing van het bodemrecht van overeenkomstige toepassing op
contracten waarvan de contracten vóór 1 januari 2000 zijn gesloten en
zien op geleaste objecten die na 1 januari 2000 in beslag zijn of
worden genomen. Deze uitbreiding ziet overigens niet op contracten met
betrekking tot geleaste objecten die weliswaar na 1 januari 2000 in
beslag zijn genomen, maar waarvan het beslag op die objecten op 1 juli
2001 niet meer rust.
De wijzigingen in artikel I, onderdelen B en C, vloeien voort uit de
wijziging van de leaseregeling per 1 juli 2001.