Kamervragen en antwoorden
Nota n.a.v. het verslag over de wijziging van de begroting
27-06-2001
Nota n.a.v. het verslag over de wijziging van de begroting van de
uitgaven en ontvangsten van het Ministerie van Defensie (X) voor het
jaar 2001 (wijziging samenhangende met de Voorjaarsnota)
1: Heeft de regering al rekening gehouden met de extra kosten voor
Defensie in verband met de Mond- en Klauwzeercrisis? Zo nee, hoe
zullen deze uitgaven geboekt worden?
De Regering heeft rekening gehouden met de additionele uitgaven in
verband met de bijstand en steunverlening die Defensie heeft geleverd
bij de bestrijding van de MKZ-crisis. De door Defensie gemaakte extra
kosten zullen worden geclaimd bij het Ministerie van Landbouw,
Natuurbeheer en Visserij, als coördinerend ministerie voor deze
aangelegenheid.
2: Kan de regering bij alle afzonderlijke loonbijstellingen aangeven
hoeveel is besteed aan het wegnemen van arbeidsmarktknelpunten?
De uitdeling van de gelden verband houdend met nieuw P-beleid ad f 177,101 miljoen zoals verantwoord onder artikel 01.27 en toegelicht op bladzijde 12, is bestemd voor het wegnemen van arbeidsmarktknelpunten. Dit bedrag vloeit voort uit de Defensienota 2000 en de Voorjaarsnota 2000 (Borstlap). Het betreft de volgende maatregelen:
Maatregelen en bedrag in miljoenen guldens
Flexibilisering Loongebouw 45,0
Aanvangssalarissen KL 13,5
Bindingspremies 37,5
Differentiatie in beloning 19,5
Inpandige kinderopvang 3,0
Salaris specifieke groepen 21,0
Arbeid en zorg 9,00
Arbo 1,2
Verhogen internationale mobiliteit 4,5
Voorschakeltrajecten 1,9
TRIP 7,5
Nader te bestemmen 13,5
3: Welke afspraken inzake de eindejaarsmargesystematiek gelden voor de
Defensiebegroting en waar zijn deze vastgelegd?
De eindejaarsmarge voor het ministerie van Defensie bedroeg oorspronkelijk, overeenkomstig de regelgeving, 1% van het gecorrigeerde begrotingstotaal. Gezien het investeringskarakter van de Defensiebegroting is echter tijdens de besluitvorming omtrent de Voorjaarsnota 1999 overeengekomen met ingang van de begroting 2000 de eindejaarsmarge te verhogen en te stellen op 300 miljoen, teneinde intertemporele compensaties tot een minimum te beperken.
In 2000 deed evenwel de uitzonderlijke situatie zich voor dat er geen
arbeidsvoorwaardenovereenkomst werd bereikt waardoor de daartoe van
Financiën ontvangen gelden niet aangewend konden worden, het ging hier
om een bedrag van 276 miljoen. Dit had tot gevolg dat er een
onderschrijding ontstond van totaal ongeveer 361 miljoen. In overleg
met de minister van Financiën is besloten, na aanwending van de
eindejaarsmarge, 61 miljoen via het generale beeld naar 2001 door te
schuiven.
4: Voor welke activiteiten mogen de f 200 miljoen, die opnieuw voor
het Europees Veiligheids- en Defensiebeleid (EVDB) beschikbaar worden
gesteld, precies worden aangewend?
5: Betekent een opnieuw beschikbaar gesteld bedrag voor het EVDB dat
er zicht is op een structureel begrotingsbedrag op dit terrein?
6: Kan de regering haar plannen met betrekking tot het begrote bedrag
voor het EVDB toelichten, dit ook mede gezien het feit dat van het
vorige bedrag slechts de helft is gebruikt?
29: Hoe verhoudt de toevoeging van extra middelen in 2001 aan het
EVDB-fonds zich tot de constatering dat de middelen van 2000 onbenut
zijn gebleven? Waar zal dit aanzienlijke bedrag in 2001 voor worden
besteed?
31: Is de verhoging van 100 miljoen voor het EVDB-fonds structureel
van aard? Wat is de motivatie bij deze verhoging, aangezien er voor
2000 nog geen uitgaven zijn gerealiseerd?
In het licht van de Europese militaire tekortkomingen en het
Nederlandse beleid terzake is bij Voorjaarsnota 2001 eenmalig 100
miljoen toegevoegd aan het EVDB-fonds ten behoeve van projecten ter
versterking van de Europese defensiesamenwerking. Bij brief d.d.d 25
juni inzake EVDB: "de uitvoering van de motie Van den
Doel-Zijlstra-van ´t Riet" heb ik u geïnformeerd over de besteding van
de EVDB-voorziening van f 300 miljoen en over de stand van zaken
rondom de desbetreffende projecten. Deze brief tevens een lijst met
mogelijke nieuwe Europese projecten waarmee de voortgang van het
EVDB-beleid in de komende jaren kan worden gewaarborgd. De
voortzetting en uitwerking van het EVDB-programma vraagt, naar mijn
mening, om een structurele voorziening. In 2002, bij de opstelling van
een volgend regeerakkoord, zal de eventuele ter beschikkingstelling
daarvan moeten worden bezien.
Bij Voorjaarsnota 2000 is ten behoeve van EVDB een incidenteel bedrag
van 200 miljoen aan de Defensiebegroting toegevoegd. In de Financiële
Verantwoording 2000 is aangegeven dat 92,3 miljoen daarvan in 2000
tijdelijk is gebruikt voor tekorten bij andere beleidsterreinen. De
107,7 miljoen die niet is aangewend was onderdeel van de
eindejaarsmarge. Bij eerste suppletore begroting 2001 vindt
compensatie plaats door de betrokken beleidsterreinen, waardoor,
tezamen met het bedrag van de eindejaarsmarge, weer de volledige
incidentele 200 miljoen beschikbaar is voor EVDB.
7: Kan de regering een specificatie geven van de mutatie voor
vredesoperaties ad f 104,663 miljoen? Welk bedrag is voor
vredesoperaties bij de HGIS ondergebracht?
11: Kan de regering de uitgave voor vredesoperaties ad f 92,8 miljoen
nader verklaren?
De mutatie van 104,663 miljoen bestaat uit een verhoging van het
budget als gevolg van hogere ontvangsten ( 11,9 miljoen) en een nadere
bijstelling van de raming ten laste van HGIS voor een bedrag van 92,8
miljoen. Deze laatste gelden worden aangewend ter financiering van de
VN-contributies ( 41,0 miljoen) en voor uitgaven ten behoeve van UNMEE
( 52 miljoen).
8: Hoe zal het bedrag van f 90 miljoen voor arbeidsknelpunten onder de
krijgsmachtonderdelen verdeeld worden? Op welke uitgaven (bijvoorbeeld
werving, arbeid/zorg) zal de nadruk komen te liggen? In welke mate
zullen de knelpunten kunnen worden weggewerkt? Overweegt de regering
om in het kader van de werving een bonus toe te kennen aan elke
defensiemedewerker die een nieuwe BBT-er werft?
20: Hoe gaat de regering, ter bestrijding van oplopende
arbeidsmarktknelpunten, f 90 miljoen inzetten?
De verdeling van het bedrag van 90 miljoen voor arbeidsmarktknelpunten
hangt af van de uiteindelijk te treffen maatregelen. Daarover wordt op
korte termijn gesproken met de centrales van overheidspersoneel in het
kader van een nieuw arbeidsvoorwaarden-akkoord voor 2001 en verder.
Het toekennen van een bonus aan elke Defensiemedewerker die een nieuwe
BBT´er werft, wordt overwogen.
9: Is er een relatie tussen de intensivering voor
arbeidsmarktknelpunten in de Voorjaarsnota 2001 en de
verbetermaatregelen die in de brief van de Staatssecretaris van
Defensie van 7 juni 2001 (Kamerstuknummer 26900, nr. 38) zijn
aangekondigd?
Reeds lange tijd, als ook naar aanleiding van de werkzaamheden van de
commissie Van Rijn, is een traject ingezet ter verbetering van de
arbeidsmarktpositie. Hiertoe behoren onder andere de maatregelen zoals
genoemd in mijn brief van 7 juni jl. Daarnaast wordt overwogen een
aantal arbeidsvoorwaardelijke maatregelen te treffen. In dit verband
verwijs ik naar mijn antwoord op de vragen 8 en 20.
10: Waarom geeft de regering in artikel 6.20 geen nadere uitleg over
de intensivering van f 2.5 miljoen voor het asielbeleid? Kan de
regering deze post alsnog verduidelijken?
De bij Voorjaarsnota 2001 toegekende gelden ad 2,5 miljoen voor 2001
en 5,1 miljoen structureel vanaf 2002 ten behoeve van het asielbeleid
zijn, in afwachting van concrete maatregelen voorshands gestald op het
artikel 01.28 Prijsbijstelling. De verdeling naar het artikel van de
Koninklijke Marechaussee zal eerst geschieden nadat invulling is
gegeven aan de extra activiteiten die de Koninklijke Marechaussee moet
gaan verrichten. De verwerking van deze verdeling zal vervolgens bij
de tweede suppletore begroting 2001 worden uitgevoerd.
12: Hoeveel van de f 80 miljoen voor de ramingbijstelling is regulier
geld? Hoe kan het dat er een dergelijk groot verschil te zien is op
deze post ten opzichte van de begroting 2001? Waarom is de
inventarisatie van de activiteiten van het kerndepartement pas na de
presentatie van de begroting 2001 uitgevoerd?
De verhoging van 80 miljoen bestaat voor ongeveer 60 miljoen uit
regulier geld (exploitatie-uitgaven). Het overige deel is benodigd
voor het continueren van de intensiveringen in het IV-beleid, dat voor
een groot deel niet uitsluitend voor het Kerndepartement bestemd is
maar ook voor de andere beleidsterreinen.
Met name de toename in IV-beleid veroorzaakt een grote stijging op het
gebied van de expoitatie-uitgaven.
Het tekort op de begroting was op zich voorzien, echter door
capaciteitsgebrek was het niet mogelijk voor het opstellen van de
begroting 2001 met een goed onderbouwde raming te komen van de
noodzakelijke gelden. Deze onderbouwing kon eerst ten tijde van de
eerste suppletore begroting worden gegeven.
13: Kan de regering nader aangeven hoe de nieuwe mutatie van f 1,9
miljoen ten behoeve van 'onderzoeken werving en selectie' is besteed?
14: Op welke aspecten van het wervings- en selectieproces hebben de
extern te verrichten onderzoeken betrekking?
De vrijgemaakte gelden worden besteed aan extern te verrichten
onderzoeken gericht op:
het verbeteren van de arbeidsmarktcommunicatie zowel van de
krijgsmachtdelen als van DICO, de Centrale Organisatie en Defensie als
geheel;
het oprichten van een kennis- en expertisecentrum;
het gestalte geven aan de integrale sturing van de
personeelsvoorzieningketens van de krijgsmachtdelen;
het uitwerken van vernieuwingsconcepten voor de personeelsvoorziening;
het evalueren van selectiecriteria en harmonisatie van functie-eisen
met het doel het keurings- en selectieproces te vereenvoudigen en de
uitval te verminderen en
de arbeidsvoorwaarden.
15: Zijn de middelen genoemd onder het artikel 01.25
(milieumaatregelen), waaruit f 4,4 miljoen is toegevoegd aan de
begroting van de Koninklijke Marine voor de verwijdering van asbest,
bedoeld voor dergelijke uitgaven?
Deze middelen zijn bestemd voor milieumaatregelen, waaronder ook
asbestsanering.
16: Op welke milieumaatregelen die in 2000 niet tot realisatie zijn
gekomen heeft de mutatie van f 4,6 miljoen betrekking?
22: Bestaat er een verband tussen de f 8,4 miljoen op artikel 01.28 voor milieumaatregelen die in 2000 niet zijn aangewend en de niet gerealiseerde milieumaatregelen genoemd in artikel 01.25?
In het kader van de Voorjaarsnota 2001 is besloten dat de 13 miljoen (4,6 en 8,4) die structureel bij de vorige voorjaarsnota voor milieumaatregelen (met name Cannerberg) beschikbaar was gesteld, te schrappen. Ook op de middelen van 2002 en 2003 is (aflopend) gekort, waardoor minder middelen voor de besteding over zijn gebleven.
17: Hoe verklaart de regering de mutatie van f 800.000,- die bij het
onderdeel 'algemeen' onder artikel 01.26 (technologie-ontwikkeling) is
te constateren?
De mutatie van f 800.000,-- is het saldo van een tweetal in de
toelichting bij het artikel aangegeven mutaties. Het betreft een
administratieve overheveling van de Koninklijke Landmacht (betreffende
het project ) en de overheveling van gelden voor IV-beleid.
18: In eerste instantie werd gedacht dat voor IV-beleid technologisch
onderzoek benodigd was. Welke overwegingen hebben ertoe geleid dit
niet meer het geval is?
Aanvankelijk was een belangrijk element in het IV-beleid het
ontwikkelen van ICT-technologie. Daarom is deze post geboekt op het
artikel Technologie-ontwikkeling.
Op dit artikel technologie-ontwikkeling worden uitgaven geraamd voor
de ontwikkeling van voor Defensie relevante nieuwe technologieën, met
name door nationale industrie en onderzoeksinstellingen.
Gaandeweg de vorming van het IV-beleid is het accent verlegd van het
ontwikkelen van nieuwe ICT-technieken naar het toepassen en
implementeren van reeds ontwikkelde ICT- technieken. Standaardisering
en gebruik van commerciële pakketten zijn hierbij kernbegrippen. Deze
worden niet op de het artikel Technologie-ontwikkeling geboekt, doch
op het artikel Personeel en Materieel.
19: Welke bedragen zijn beschikbaar voor technologie-ontwikkeling en
voor research en development? Waaraan worden deze bedragen precies
besteed? Is op de begrote bedragen gekort of is het voornemen daarop
te korten?
21: Hoe verklaart de regering deze ontwikkeling ten aanzien van
technologie-ontwikkeling, gezien de noodzaak tot technologische
investeringen bij de krijgsmacht?
In 2001 is voor de centrale financiering van het Wetenschappelijk
Onderzoek en Ontwikkeling (WOO) in totaal ongeveer 135 miljoen gulden
beschikbaar. Dit bedrag is in de begroting opgenomen onder artikel
01.21 en 01.26. De centrale WOO-budgetten worden ingezet voor de
financiering van WOO-activiteiten bij onderzoeksinstellingen,
Nederlandse bedrijven en universiteiten. Hierdoor wordt geïnvesteerd
in de opbouw van voor Defensie noodzakelijke (technologische) kennis.
Bij de Defensienota 2000 werd een taakstellende korting van f 10
miljoen op de centrale WOO-uitgaven opgelegd. Immers, om
complementariteit te bevorderen en duplicering te voorkomen is
internationale samenwerking het uitgangspunt van alle WOO-programmas,
waardoor bovendien het budget kan worden verlaagd. Deze korting is
reeds verwerkt in de begroting.
Met de voorjaarsnota 2001 is met ingang van 2003 een aanvullende
korting van f 15 miljoen gulden opgelegd. Argument bij deze korting is
dat TNO in steeds grotere mate zijn omzet kan behalen op de markt. De
daadwerkelijke implementatie van deze taakstelling zal in de aanloop
naar de Rijksbegroting 2003 worden voorbereid.
23: Kan de regering enkele voorbeelden geven van kleine- en overige
beleidsmatige bijstellingen onder CZMNED, CZMCARIB en CKMARNS, die in
totaal f 4,041 tot en met 19 miljoen groot zijn en een kleine 3% van
de totale wijziging in de uitgaven vormen?
Het totaal aan nieuwe mutaties voor de ressorts CZMNED, CZMCARIB en
CKMARNS bedraagt 21,421 miljoen. Van dit totaal heeft 4,041 miljoen
betrekking op kleine en overige beleidsmatige bijstellingen. De
overige mutaties zijn afzonderlijk toegelicht.
Voorbeelden van kleine en overige beleidsmatige bijstellingen zijn:
* voor het ressort CZMNED een verhoging van het budget voor
onderhoudskosten van gebouwen en terreinen op grond van een afgeronde
studie naar de kostenontwikkeling van de onderhoudskosten van deze
infrastructuur.
* voor het ressort CZMCARIB is het budget voor schoonmaakkosten en
ongediertebestrijding verhoogd.
* voor het ressort CKMARNS is het opleidingsbudget aangepast aan de
functionele behoefte van het operationeel te plaatsen personeel.
Daarnaast is het als gevolg van vacatures en gelet op de continuïteit
van de bedrijfsvoering noodzakelijk IT- en verzorgend personeel in te
huren. Om deze reden is het budget inhuur personeel verhoogd.
24: Per welke datum geeft de mutatie op art. 08.02 (vredesoperaties) de stand weer van de geraamde (additionele) uitgaven van voorziene deelname aan vredesoperaties dit jaar? Welke nu reeds voorziene extra uitgaven voor de UNMEE-operatie zijn daarin nog niet vervat?
Dit betreft de stand per Voorjaarsnota 2001 welke is gebaseerd op
inzichten per ultimo februari 2001. Alle thans geraamde uitgaven voor
UNMEE zijn daarin begrepen.
25: Welke maatregelen gaat de regering nemen om onvoorziene en
ongeraamde additionele uitgaven zoals bij UNMEE in de toekomst te
voorkomen?
Op 1 juli a.s. zal de Kamer worden geïnformeerd over de wijze waarop
verbeteringen in de ramingssystematiek voor vredesoperaties kunnen
worden gerealiseerd. Verder heeft de regering reeds maatregelen
genomen om de financiële beheersing van de planning en uitvoering van
vredesoperaties te verbeteren. Zo worden de procedures op dit terrein,
in overeenstemming met de versterking van de positie van de CDS,
verder aangescherpt en wordt er een controller toegevoegd aan het
plannersteam.
26: Kan de regering nader specificeren ten gevolge van welke duurdere
VN-operaties onze bijdrage in VN-contributies met f 41 miljoen
opwaarts dient te worden bijgesteld? Wat is er de achterliggende reden
van dat de Nederlandse bijdrage in deze contributies wordt verhoogd
van 1,62% naar 1,74%?
Nederland draagt als VN-lidstaat financieel bij aan vredesoperaties
die onder VN-auspiciën worden uitgevoerd. Per 2001 zijn de bijdragen
van de VN-lidstaten in deze operaties herzien, hetgeen voor Nederland
resulteerde in een bijstelling van het percentage van 1,62 tot thans
1,74. De VN-operaties zijn in de laatste jaren in aantal en ook in
intensiteit toegenomen. Dit betreft vooral operaties in Oost Timor, op
de Balkan en in Afrika.
27: Kan de regering alsnog van de begrote uitgaven vredesoperaties,
zoals weergegeven in de tabel, aangeven wat de mutaties zijn ten
opzichte van de ontwerpbegroting 2001?
Tijdens de begrotingsuitvoering, inclusief de financiële
verantwoording, worden alle, dus ook de kleinere operaties, financieel
gevolgd. In de ontwerpbegroting kan slechts een deel van het
beschikbare budget worden onderbouwd en wel voor de lopende grotere
vredesoperaties.
28: Waarop is een verhoging van de uitgaven voor de kustwacht
Nederlandse Antillen en Aruba met f 7,1 miljoen gebaseerd?
Vooruitlopend op definitieve besluitvorming in de Rijks Minister Raad
die eerst in juli is voorzien, heb ik in de eerste suppletore
begroting een voorziening getroffen in de omvang van 7,1 miljoen.
Deze voorziening wordt nodig geacht in verband met overloop in
investeringen ( 3,2 miljoen) en exploitatie ( 3,9 miljoen). Ik heb als
beheerder van de Kustwacht de verantwoordelijke ministers van de
Kustwacht op de hoogte gesteld van het feit dat de overloop in de
exploitatie voor 2 miljoen gecompenseerd wordt uit de uit te delen
Loon- en Prijsbijstelling, waardoor nog voor een bedrag van 1,9
miljoen maatregelen zijn benodigd voor budgettaire dekking. Daarover
heb ik voorstellen aangereikt die in de eerstvolgende Rijks Minister
Raad zullen worden besproken.
30: Is het juist dat de uitgavenbegroting in artikel 08.05
(efficiencybesparing / kwaliteitsverbetering) met f 15 miljoen wordt
verlaagd? Zo ja, ontbreekt er dan een minteken in deze post?
Aangezien het een vermindering van een nog te realiseren opbrengst
betreft, is de mutatie positief.
32: Impliceert de verhoging van de post werving en selectie (DICO) een
meer centraal beleid inzake de werving en selectie van Defensie als
geheel? Zal deze trend zich in de toekomst voortzetten?
De verhoging (van 20 miljoen) impliceert niet een meer centraal beleid, maar dient ter financiering van het intensiveren van wervingscampagnes van de afzonderlijke krijgsmachtdelen teneinde het aantal belangstellenden voor een baan bij Defensie te verhogen. Overigens wordt met het inhoud geven aan de ketenbenadering, zie mijn brief van 7 juni jl. over verbetering personeelsvoorziening krijgsmacht, juist een meer decentraal beleid beoogd.
33: Wat is de peildatum van het overzicht over de voortgang van de grote materieelprojecten (bijlage II)? Wat is de peildatum van het overzicht dat gehanteerd wordt in de ontwerpbegroting?
De peildatum van het overzicht over de voortgang van de grote
materieelprojecten in de eerste suppletore begroting is 1 mei 2001. De
peildatum van het materieel-projectenoverzicht in de ontwerpbegroting
2001 is 1 augustus 2000.
34: Wat is de oorzaak van de onduidelijkheid die er bestaat over op
welke wijze het project V-kaart zal worden voortgezet?
Over het project V-kaart en de wijze waarop in de noodzakelijke
informatiebeveiliging zal worden voorzien, zal de Kamer op korte
termijn worden geïnformeerd.
35: Moet onder de Unmanned Aerial Vehicles waarover wordt gesproken
alleen de Sperwer worden verstaan?
Neen. De Sperwer is een onbemand vliegtuig voor korte en middelbare
afstand en lage- en middelbare hoogte, voor het verkrijgen van
inlichtingen over het gevechtsveld ten behoeve van het tactische
niveau.
De onbemande vliegtuigen waar hier sprake van is, zijn bedoeld voor
het uitvoeren van langdurige verkenningen op grotere hoogten en
afstanden. Hiermee wordt informatie verkregen ten behoeve van het
operationele en strategische planningsniveau.